Marketing vragen hoofdstuk 3 t/m 5

• Handel
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom!

Jullie hebben inmiddels een aantal lessen Marketing achter de rug. Tijd om te kijken wat er is blijven hangen. 

Jullie krijgen een oefentoets over hoofdstuk 3, 4 en 5.

Jullie mogen hierbij je boek gebruiken. Indien je nog geen boek hebt, mag je het internet gebruiken. 

Bij de open vragen kun je na het beantwoorden van 

de vraag op de uitleg klikken voor een toelichting.

Wat is een bedrijfskolom?

1. De branche waartoe verschillende bedrijven behoren
2. De weg die de goederen afleggen van oerproduct tot en met de winkel
3. Een kolom waarin alle bedrijven uit dezelfde branche staan

Hoeveel medewerkers heeft een middelgroot bedrijf?

Wat is ambulante handel?

Bij welk verkoopsysteem bedient een klant zichzelf?

Wat betekent marktsegmentatie?

1. De markt opdelen in stukjes, zodat je groepen consumenten krijgt met dezelfde kenmerken
2. Dat elke afdeling van een winkel zijn eigen segment is
3. Producten indelen naar segment
4. Winkels gaan zich specialiseren in hun eigen product

Welke vorm van segmentatie pas je toe als je kijkt waar klanten vandaan komen?

Een winkel richt zich op dames in de leeftijd van 40-55 jaar. Welke vorm van marktsegmentatie is dit?

1. Geografisch
2. Demografisch
3. Cultureel
4. Sociaal-economisch

Een winkel richt zich alleen op de verkoop van herensneakers vanaf maat 47. Waarvan is hier sprake?

1. Ongedifferentieerde marketingstrategie
2. Geografische marktsegmentatie
3. Nichemarkt

Wat is een gedifferentieerde marketingstrategie?

Balenciaga richt zich op mannen en vrouwen tussen 25 en 35 jaar met een hoog inkomen en houden van luxe. Van welke 3 vormen van marktsegmentatie is hier sprake?

Wat is het kernassortiment van een winkel?

Een ondernemer richt zich met drie verschillende reclamecampagnes op drie verschillende doelgroepen. Dit is een voorbeeld van:

1. Geconcentreerde marketingstrategie
2. Ongedifferentieerde marketingstrategie
3. Gedifferentieerde marketingstrategie

Welke vorm van segmentatie past een ondernemer toe als hij zich richt op de milieubewuste consument?

Uit welke drie onderdelen bestaat de winkelformule?

Opdracht: Je krijgt zometeen een filmpje over de verschillende formules van Albert Heijn. Beschrijf de winkelformule van AH to go in de slide die na het filmpje komt.

Beschrijf de drie onderdelen van de winkelformule van AH to go (doelgroep, assortiment, marktpositie).

Noem drie voorbeelden van niet-winkelvormen

Deodorant is een voorbeeld van:

1. Convenience goods
2. Shopping goods
3. Specialty goods

Wat is de retailmix?

1. Dit zijn alle bedrijven die producten verkopen aan particulieren
2. Door de 6 P's geef je vorm aan de winkelformule
3. Een mix tussen verschillende retailers

Benoem de 6 P's van de retailmix bij naam.

Benoem minimaal 3 aspecten die van belang zijn bij de P van vestigingsPLAATS van belang zijn.

Wat wordt met de 'P' van product bedoeld?

1. Alles wat op de markt kan worden aangeboden & bepalen assortiment
2. Zoveel mogelijk producten verkopen
3. De prijs van het product.

Bij het bepalen van de Prijs moet je rekening houden met:

1. Kosten, Concurrentie, afspraken leveranciers
2. Klant, wettelijke bepalingen, eigen prijsbepaling
3. Kosten, afspraken leveranciers, promotie

Zoek en plaats een afbeelding van een winkelexterieur.

Benoem de 5 onderdelen van de Promotiemix

Wat verstaan we onder sales promotion?

1. De klant extra service bieden na de verkoop.
2. Reclame op grote zuilen langs de weg.
3. Dit zijn tijdelijke acties.

Bij de P van Personeel zijn de volgende drie eisen vaak van belang:

1. Plezier, Samenwerken, hard kunnen werken.
2. Leidinggeven, Samenwerken en houding
3. Kennis, vaardigheden en houding

Einde toets. En, hoe ging het? Wist je al veel of moest je veel opzoeken in je boek?
En heb je naar aanleiding van de vragen zelf nog vragen? Laat het hieronder weten.