Sector 02 - Een samenleving moet bestuurd worden (politieke veld)

Sector 02 - Een samenleving moet bestuurd worden (politieke veld)
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijSecundair onderwijs

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Sector 02 - Een samenleving moet bestuurd worden (politieke veld)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Woordweb

Jeugdraad
Wie wil opkomen voor de belangen van jongeren kan terecht bij de jeugdraad --> adviesraad op Vlaams, provinciaal en gemeentelijk niveau.

De stedelijke jeugdraad is het officiële adviesorgaan voor de Beringse jeugd. De jeugdraad geeft adviezen aan het stadsbestuur over allerlei onderwerpen die te maken hebben met kinderen en jongeren uit Beringen. Dat kan gaan over jeugdbeleid, speelruimte, fuifruimte, de verdeling van de stedelijke subsidies aan de jeugdwerkingen, …

Slide 3 - Tekstslide

Jeugddienst
Houdt zich bezig met het jeugdbeleid voor een stad op gemeente. Dat gaat van speelterreinen aanleggen tot subsidieverwerking.


Slide 4 - Tekstslide

Opzoekvraag: Wie is in Beringen de schepen van jeugd?

Slide 5 - Open vraag

Opzoekvraag: Wie is de voorzitter van de jeugdraad van Beringen?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Opdracht 1
Handboek pagina 31
De tekst van de Belgische Grondwet is terug te vinden op de website van de Senaat. Hoe luiden de eerste 3 artikels?
 

Slide 8 - Tekstslide

Federale staat België
Is ingedeeld in 3 gewesten en 3 gemeenschappen, 10 provincies en 589 gemeenten.
In België is de scheiding van uitvoerende en wetgevende macht van toepassing op elk bestuursniveau.  Het staatshoofd is de koning.

HUH Ine wat zeg jij allemaal?? 
 

Slide 9 - Tekstslide

Duidelijkheid in de chaos brengen
Opdracht: Jullie kregen allemaal een A3 papier van Ine. We gaan hierop een schema maken dat de scheiding der machten duidelijk maakt!
 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht
Federaal parlement
Federale regering
Rechtbanken en hoven
Wetten maken en regering controleren
Wetten
uitvoeren
Wetten
doen naleven

Slide 13 - Sleepvraag

Politieke partij
Omdat er in België zoveel parlementen en regeringen zijn, telt ons land ook veel politici die tot verschillende politieke partijen behoren. 


Vaktaal: Een politieke partij is een groep mensen die zich heeft verenigd op basis van gemeenschappelijke politieke uitgangspunten, met als doel deel te nemen aan het bestuur.

Slide 14 - Tekstslide

Politieke partij
Politieke partijen proberen via verkiezingen zetels te veroveren in het federale parlement, de gewest· en gemeenschapsparlementen, de provincieraad of de gemeenteraad. Daarnaast heeft België ook 21 zetels in het Europees Parlement, maar de werking van de Europese Unie bestudeer je pas in het zesde jaar. 

Voorlopig hoef je alleen te onthouden dat het Europese niveau een supranationaal niveau is.

Slide 15 - Tekstslide

Supranationaal 
De letterlijke betekenis van supranationaal is boven (supra) de nationale staat. Het gaat om alle afspraken en regels die internationale organisaties zoals de Europese Unie, maar ook de Verenigde Naties of bijvoorbeeld de Wereldhandelsorganisatie maken en waaraan de landen die lid zijn zich moeten houden. Wanneer landen zich niet aan de gemaakte regels houden, kunnen andere lidstaten een klacht tegen dat land neerleggen.

Supranationaal duidt vaak op besluitvorming bij meerderheid in plaats van eenparigheid of unanimite·t. Landen die zijn aangesloten bij de internationale organisatie kunnen in hun eentje voorstellen niet blokkeren. Landen stemmen hiermee in om de besluitvorming effectiever te maken en te houden.

Toegepast op de Europese Unie wordt voor supranationaal ook vaak de term communautair gebruikt. Communautair
gaat over alle zaken die op Europees niveau worden besloten.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

De federale overheid
België kent een grondwettelijke monarchie. De bevoegdheden van onze koning liggen vast in de Grondwet. De koning benoemt de ministers die de federale regering vormen. De koning en zijn ministers regeren samen.
De regering (uitvoerende macht) deelt bij aanvang van de regeringsperiode in het regeerakkoord mee hoe ze het land wil besturen. Als het parlement die verklaring goedkeurt, voeren de ministers ze uit. De federale regering mag maximaal vijftien ministers hebben. Ze moet evenveel Franstalige als Nederlandstalige ministers tellen, de eerste minister niet meegerekend. Er worden ook staatssecretarissen aangesteld voor bepaalde bevoegdheden (bijvoorbeeld fraudebestrijding of asiel en migratie). Een staatssecretaris is altijd toegevoegd en ondergeschikt aan een minister.

Slide 18 - Tekstslide

De federale overheid
Door de uitvoering van de zesde staatshervorming in 2014 bestaat het federale parlement uit de Kamer van Volksvertegenwoordigers en een Senaat met minder leden en bevoegdheden en heeft ons land eigenlijk geen tweekamerstelsel meer.

Vroeger hadden Kamer en Senaat nagenoeg dezelfde bevoegdheden en kwam een vvet tot stand na bespreking in beide kamers. Vandaag ligt de wetgevende en controlerende bevoegdheid vooral bij de Kamer, die bestaat uit 150 rechtstreeks verkozen volksvertegenwoordigers. De leden van de Kamer worden nu in principe om de vijf jaar verkozen. Senatoren worden niet meer rechtstreeks verkozen. De Senaat is herleid tot een ontmoetingsplek tussen gewesten en gemeenschappen en telt 60 leden.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Link

De federale overheid
De federale overheid heeft beslissingsbevoegdheid over het hele land. Het federale niveau is dan ook bevoegd voor o.a. pensioenen, beheer van de gevangenissen, vastleggen van de leerplicht, defensie, internationale betrekkingen .

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 2
Handboek pagina 34
1) Zoek de naam en de partij op
2) Plaats de namen van de voorzitters van de kamer en de Senaat  en die van de eerste minister op de juiste plaats in ons schema.
 

Slide 23 - Tekstslide

Gemeenschappen

Slide 24 - Woordweb

Slide 25 - Tekstslide

Gemeenschappen
De drie gemeenschappen worden genoemd naar de taal die er gesproken wordt. 
We spreken dus over de Vlaamse, de Franse en de Duitstalige Gemeenschap. Sinds 25 mei 2011 noemt de Franse Gemeenschap zichzelf Fédération WalIonie-Bruxelles, hoewel dit niet zo in de Grondwet staat. 
De Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap zijn bevoegd voor persoonsgebonden materies zoals
cultuur, onderwijs, welzijn, gezondheid, sport en taal.


Slide 26 - Tekstslide

Persoonsgebonden materies
Cultuur: taalgebruik, kunsten, cultureel erfgoed, musea, bibliotheken, media en sport.
Onderwijs (maar niet leerplicht)
Gezondheidszorg: erkenning van zorgverstrekkers en zorginstellingen, kwaliteitsbewaking van zorg­ instellingen (eerstelijnszorg, ziekenhuizen, preventieve gezondheidszorg, thuiszorg, ouderenzorg, geestelijke gezondheidszorg, revalidatie en verslaving), hulp aan bejaarden en preventie.
Bijstand aan personen: jeugdbescherming, jeugdbeleid, gezinsbeleid en kinderopvang, gezinstoelagen (bv. kinderbijslag, geboortepremie en adoptiepremie), bejaarden- en gehandicaptenbeleid, het gelijkekansen­ beleid en de integratie van migranten, bestuurlijk toezicht op de OCMW's.
Justitie: vervolgingsbeleid, jeugdsanctierecht, eerstelijns juridische bijstand en justitiehuizen


Slide 27 - Tekstslide

Gewest
De benaming van de gewesten is ontleend aan de naam die hun grondgebied draagt. Vandaar dat we spreken van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest.


Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest zijn bevoegd voor regiogebonden materies zoals milieu, ruimtelijke ordening, wonen, mobiliteit, infrastructuur, economie en werkgelegenheid.


Slide 28 - Tekstslide

Regiogebonden materies
Ruimtelijke ordening: ruimtelijke plannen, bouwvergunningen, stadsvernieuwing, monumenten en land­ schappen ...
Wonen en huisvesting: sociale woningbouw, financiële ondersteuning van wonen, woninghuur, woon­ fiscaliteit ...
Leefmilieu: bescherming van het leefmilieu, afvalstoffenbeleid, elektrische voertuigen en laadpunten ..
Landinrichting en natuurbehoud: ruilverkaveling, parken, bossen, jacht, visvangst ..
Waterbeleid: drinkwater, zuivering afvalwater, riolering ..
Landbouw en zeevisserij: steun aan land- en tuinbouwbedrijven, duurzame landbouw, promotie van voeding, pachtwetgeving, landbouwrampenfonds ..
Economie: steun en advies aan bedrijven, handelsvestiging en handelshuur, prijsbeleid en buitenlandse handel ..
Toerisme
Dierenwelzijn
Energiebeleid: distributie elektriciteit en aardgas, bevordering rationeel energiegebruik .. 
Tewerkstelling: arbeidsbemiddeling,  werkgelegenheidsprogramma's, activeringsbeleid, economische migratie, dienstencheques ..
Openbare werken en vervoer: wegen, waterwegen, zeehavens, regionale luchthavens...


Slide 29 - Tekstslide

Vaktaal
Politieke partij: een groep mensen die zich heeft verenigd op basis van gemeenschappelijke politieke uitgangspunten, met als doel deel te nemen aan het bestuur.
Federale overheid : de centrale regering die verantwoordelijk is voor aangelegenheden van nationaal belang, zoals buitenlandse zaken, defensie, justitie, sociale zekerheid, financiën en immigratie. De federale regering wordt geleid door de premier en bestaat uit ministers die verantwoordelijk zijn voor specifieke beleidsterreinen.
Supranationaal: Het gaat om alle afspraken en regels die internationale organisaties zoals de Verenigde Naties i, Wereldhandelsorganisatie i of de Europese Unie i kunnen maken en waaraan de landen die lid zijn, zich moeten houden.
Wetten: zijn rechtsregels die door het parlement zijn aangenomen.

Slide 30 - Tekstslide

Vaktaal
3 staatsmachten : wetgevende, uitvoerende en rechterlijke 

Bestuursniveau : een onderdeel van de (federale) staat waar beslissingen worden genomen over bepaalde gebieden en bevoegdheden.

Bevoegdheden : het recht om een bepaalde handeling uit te voeren. Zo is Vlaanderen bij voorbeeld niet bevoegd om beslissingen te nemen over defensie of over de pensioenen (dat zijn federale bevoegdheden), maar is het wel bevoegd over onderwijs en welzijnsbeleid zoals bejaardenzorg en kinderopvang, cultuur, enz.



Slide 31 - Tekstslide

Vaktaal
Gewesten : België heeft drie gewesten: het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Elk gewest heeft de bevoegdheid over zaken die betrekking hebben op hun eigen regio, zoals economie, werkgelegenheid, ruimtelijke ordening, milieu en mobiliteit. De gewesten hebben ook de mogelijkheid om wetten en regels op te stellen binnen hun bevoegdheidsdomeinen.

Gemeenschappen : de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap. Deze gemeenschappen zijn verantwoordelijk voor zaken als cultuur, onderwijs, taal, gezondheidszorg en welzijn in hun respectievelijke taalgebieden. Ze hebben de bevoegdheid om wetten en regels vast te stellen die specifiek zijn voor hun gemeenschap.

Slide 32 - Tekstslide

De gewesten staan in voor welke bevoegdheid?

Slide 33 - Open vraag

De gemeenschappen staan in voor welke bevoegdheid?

Slide 34 - Open vraag

Wat zijn wetten?

Slide 35 - Open vraag

Wat is de taak van de koning?

Slide 36 - Open vraag

Hoe noemt de premier?

Slide 37 - Open vraag

Noem een politieke partij.

Slide 38 - Open vraag

Wat doet wetgevende macht?

Slide 39 - Open vraag

Wat doet uitvoerende macht?

Slide 40 - Open vraag

Wat doet rechterlijke macht?

Slide 41 - Open vraag

Op welke lokale dienst heeft Ine 8 jaar gewerkt?

Slide 42 - Open vraag