20220616 HW B1H §WS hfst 5 - een bekend woorddeel zoeken

dinsdag, 14 juni 2022
B1L en B1H
H5 Woordenschat - een bekend woorddeel zoeken.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

dinsdag, 14 juni 2022
B1L en B1H
H5 Woordenschat - een bekend woorddeel zoeken.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Lesdoel:
  • Je kunt de betekenis van een onbekend woorddeel met behulp van een bekend woorddeel     vinden.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Woordraadstrategieën
(welke kennen we nu al?)

Slide 4 - Woordweb

Woordraadstrategieën
H1  : Synoniem
H2 : Een omschrijving zoeken
H3 : Een voorbeeld zoeken
H4 : Een tegenstelling zoeken
H5 : Een bekend woorddeel zoeken

Slide 5 - Tekstslide

Zoek naar een bekend woorddeel
Dat kan bij:
  1. Samengestelde woorden
    (thuiswerken, zorgpersoneel, coronamaatregelen...)
  2. Woorden met een voorvoegsel
    (ongewild, herinrichten...)
  3. Woorden met een achtervoegsel
    (draadloos, prikkelbaar...)
  4. Woorden met een voor- en achtervoegsel (ongelukkig, onverkoopbaar)

Slide 6 - Tekstslide

Ik heb er vertrouwen in dat ik de opdrachten zelfstandig kan maken

A
Ja, zeker!
B
Nee, nog niet
C
Ik heb hulp tijdens het maken
D
Nee, helemaal niet!

Slide 7 - Quizvraag

Opdracht
Het voorvoegsel on- betekent niet of zonder.

Geef bij de volgende woorden aan of het woord niet of zonder betekent.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

onbegrip
A
niet
B
zonder

Slide 10 - Quizvraag

onbelangrijk
A
niet
B
zonder

Slide 11 - Quizvraag

ongezond
A
niet
B
zonder

Slide 12 - Quizvraag

ongeluk
A
niet
B
zonder

Slide 13 - Quizvraag

onrecht
A
niet
B
zonder

Slide 14 - Quizvraag

onhandig
A
niet
B
zonder

Slide 15 - Quizvraag

onschuld
A
niet
B
zonder

Slide 16 - Quizvraag

onvolledig
A
niet
B
zonder

Slide 17 - Quizvraag

Opdracht
Lees wat deze achtervoegsels betekenen:

- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Maak van de volgende woorden een nieuw woord met een achtervoegsel. 

Slide 18 - Tekstslide

Plaats een achtervoegsel:
adem

- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 19 - Open vraag

Plaats een achtervoegsel:
leugen
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 20 - Open vraag

Plaats een achtervoegsel:
bedelen
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 21 - Open vraag

Plaats een achtervoegsel:
raadsel
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 22 - Open vraag

Plaats een achtervoegsel:
oost
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 23 - Open vraag

Plaats een achtervoegsel:
smaken
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 24 - Open vraag

Plaats een achtervoegsel:
tekenen
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 25 - Open vraag

Plaats een achtervoegsel:
treuzelen
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 26 - Open vraag

Wat is een afleiding (van een woord)?
  • Woorden waar een voorvoegsel aan vastgeplakt is, noem je een afleiding
  • Woorden waar een achtervoegsel aan vastgeplakt is, noem je een afleiding
  • Woorden waar een voorvoegsel en een achtervoegsel aan vastgeplakt is, noem je een afleiding

Slide 27 - Tekstslide

Plaats een voor- en achtervoegsel:
waar

- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 28 - Open vraag

Plaats een voor- en achtervoegsel:
weerstaan

- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 29 - Open vraag

Samenvatting
Je weet dat je de betekenis van moeilijke woorden kunt vinden door een bekend woorddeel te zoeken.

Dit kan bij:

  1. Samengestelde woorden (woorden die uit twee woorden bestaan.
  2. Woorden met een voorvoegsel (on-, her-, ...)
  3. Woorden met een achtervoegsel (-loos, -vol, ...)

Je noemt woorden waar een voorvoegsel of een achtervoegsel bij staat een AFLEIDING

Slide 30 - Tekstslide

Voor de volgende les... 
  • heb je opdracht START  op blz 144-145 gemaakt.
  • heb je de aantekeningen over afleidingen en samenstellingen in je schrift staan
  • upload je opdracht START en de aantekeningen in de LessonUp les die vanmiddag voor je klaar staat.

Slide 31 - Tekstslide

Aantekeningen en START (blz 144) uploaden

Slide 32 - Open vraag

Ik weet nu het verschil tussen een samenstelling en een afleiding

A
Ja, zeker!
B
Nee, nog niet
C
Ik wil graag tijdens de les nog uitleg

Slide 33 - Quizvraag