Prüfungssprache

Linus kommt. Brüder?
1 / 28
volgende
Slide 1: Open vraag
DuitsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Linus kommt. Brüder?

Slide 1 - Open vraag

Meine Freundin kommt. Schwester?

Slide 2 - Open vraag

Meine Oma kommt. Freundin?

Slide 3 - Open vraag

Du kommst. Eltern?

Slide 4 - Open vraag

Prüfungssprache 
Dokument auf eCollege

Slide 5 - Tekstslide

1) die Wortarten 

Slide 6 - Tekstslide

Hast DU heute Zeit?
A
bestimmt Artikel
B
unbestimmt Artikel
C
Personalpronomen
D
Fragewort

Slide 7 - Quizvraag

Ich BIN noch müde.
A
Verb
B
Possessivpronomen
C
Personalpronomen
D
bestimmt Artikel

Slide 8 - Quizvraag

Das ist IHR Auto.
A
Fragewort
B
Personalpronomen
C
Possessivpronomen
D
unbestimmt Artikel

Slide 9 - Quizvraag

Hast du EIN Kind?
A
Zahl
B
unbestimmt Artikel
C
bestimmt Artikel
D
Personalpronomen

Slide 10 - Quizvraag

WER bist du?
A
Personalpronomen
B
Fragewort
C
Zahl
D
Possessivpronomen

Slide 11 - Quizvraag

Ich bin SECHZEHN Jahre alt.
A
Bestimmt Artikel
B
Personalpronomen
C
Verb
D
Zahl

Slide 12 - Quizvraag

Wo sind DIE Kinder?
A
bestimmt Artikel
B
unbestimmt Artikel
C
Personalpronomen
D
Possessivpronomen

Slide 13 - Quizvraag

2) Aus dem Arbeitsbuch 

Slide 14 - Tekstslide

Artikel 
Beispiel
männlich
Plural 
Rechtschreibung
Satz
sächlich
Singular
Tabelle
Übersetzung
Wortarten
Weiblich

Slide 15 - Sleepvraag

Artikel 
Beispiel
männlich
Plural 
Rechtschreibung
Satz
sächlich
Singular
Tabelle
Übersetzung
Wortarten
Weiblich

Slide 16 - Sleepvraag

3) Instruktionen

Slide 17 - Tekstslide

ankreuzen
einkreisen
kombinieren
markieren
Sätze ergänzen
Übersetzen
umkreisen
unterstreichen
eine Frage stellen

Slide 18 - Sleepvraag

Ordne die Wörter in die Tabelle ein.

Slide 19 - Open vraag

Schreibe die Zahlen in Wörter aus.

Slide 20 - Open vraag

Konjugiere die Verben.

Slide 21 - Open vraag

Fülle die Lücken aus.

Slide 22 - Open vraag

Richtig oder Falsch?

Slide 23 - Open vraag

Auf der nächste Seite.

Slide 24 - Open vraag

Korrigiere auf Niederländisch.

Slide 25 - Open vraag

Beantworte mit einem ganzen Satz.

Slide 26 - Open vraag

Kreuze die richtige Antworte an.

Slide 27 - Open vraag

Beantworte die Fragen auf Deutsch.

Slide 28 - Open vraag