§14.4 Zenuwcellen (dl 1)

§14.4 Zenuwcellen (dl 1)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§14.4 Zenuwcellen (dl 1)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de onderdelen van een zenuwcel beschrijven
  • Je kunt uitleggen hoe een impuls ontstaat en over een zenuwcel voortbeweegt
  • Je kunt uitleggen hoe zenuwcellen berichten aan elkaar doorgeven

Slide 2 - Tekstslide

Zenuwcellen (neuronen)
Zenuwcellen hebben een cellichaam (waar de kern zit) en uitlopers (lange 'armen' van de cel)

Slide 3 - Tekstslide

Neuronen
Cellichaam: kern en 
celorganellen

Slide 4 - Tekstslide

Neuronen
Dendriet: uitloper die signalen opvangt van andere neuronen of zintuigcellen en richting het cellichaam stuurt

Slide 5 - Tekstslide

Neuronen
Axon: uitloper die signalen van het cellichaam doorstuurt naar andere neuronen of een spier/ klier

Slide 6 - Tekstslide

Neuronen
Myelineschede: isolerende laag rondom uitlopers (dendrieten of axonen)


Slide 7 - Tekstslide

Cellen van Schwann
Vormen de myelineschede om de lange uitlopers van neuronen.



Slide 8 - Tekstslide

Sensorisch neuron

Slide 9 - Tekstslide

Schakelneuron

Slide 10 - Tekstslide

Motorisch neuron

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Impuls
Zenuwcellen zijn electrisch geladen, de binnenkant is veel negatiever dan de buitenkant.

Als er een impuls ontstaat gaan er opeens veel positieve deeltjes (Na+) via natriumkanalen naar binnen en verandert de lading.

Slide 13 - Tekstslide

The Wave
Een impuls verplaatst zich als een soort 'wave' langs het membraan van een zenuwcel, één kant op.


Slide 14 - Tekstslide

Sprongsgewijze geleiding

Slide 15 - Tekstslide

The Wave
Door de myleineschede kan de impuls veel sneller over een lange uitloper omdat de delen met de isolatie (cel van Schwann) kunnen worden overgeslagen. De impuls springt van insnoering naar insnoering.

Dit levert een hele snelle reactiesnelheid op.

Slide 16 - Tekstslide

Neuronen
Synaps: plaats waar neuronen signalen aan elkaar doorgeven



Slide 17 - Tekstslide

Neuronen
Neurotransmitter: chemische stof die berichten tussen zenuwcellen doorgeeft


Slide 18 - Tekstslide

Neurotransmitters
Stimulerende neurotransmitter:
Natrium kanalen gaan open: Na+ stroomt naar binnen 
Drempelwaarde bereikt? Impuls

Remmende neurotransmitter:
Natrium kanalen blokkeren: geen impuls.

Slide 19 - Tekstslide