intramusculair prikken

Leerdoelen
Je kunt benoemen wat I.M. injecteren is 
Je kent de injectieplaatsen bij I.M. injecteren
Je kunt de voor- en nadelen ervan benoemen
Je weet de verschillen tussen I.C., S.C. en I.M. injecteren
Je kunt een zorgvrager gerust stellen
Je kunt uitleggen wat een prikaccident is
Je weet hoe je moet handelen bij een prikaccident
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
Je kunt benoemen wat I.M. injecteren is 
Je kent de injectieplaatsen bij I.M. injecteren
Je kunt de voor- en nadelen ervan benoemen
Je weet de verschillen tussen I.C., S.C. en I.M. injecteren
Je kunt een zorgvrager gerust stellen
Je kunt uitleggen wat een prikaccident is
Je weet hoe je moet handelen bij een prikaccident

Slide 1 - Tekstslide

Je gaat een injectie toedienen.
Welke stellingen zijn juist?
A
Handschoenen beschermen je tegen een prikaccident
B
Je desinfecteert de huid altijd
C
Je hebt een uitvoeringsverzoek nodig
D
Het medicijn wat je gaat inspuiten moet dubbel gecontroleerd worden

Slide 2 - Quizvraag

Injectie I.M.

Intra = in 
 Musculair = spier
in het spierweefsel dus..!

Voorbehouden handeling volgens wet BIG

Slide 3 - Tekstslide

Waar ?
  • Grote bilspier
    BBB --> Bovenste Buitenste Bil kwadrant  
  • Dijbeenspier
    Boven buitenkant bovenbeen 
  • Deltaspier
    Zijkant bovenarm
    (voornamelijk vaccinaties)

Slide 4 - Tekstslide

Geef van alle drie injectiemethoden
een voordeel en een nadeel.
I.C.
S.C.
I.M.
timer
5:00

Slide 5 - Open vraag

Casus
Dit is Cas, 39 jaar en gezond. 
Hij is aan de beurt voor het Corona vaccin, maar is erg angstig. Hij kan niet goed uitleggen waarom, hij vindt het gewoon een naar idee om een naald in zijn arm te krijgen.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe ga jij Cas geruststellen?
timer
2:30

Slide 7 - Open vraag

PRIKACCIDENT

Slide 8 - Tekstslide

RIVM

Bij een prikaccident komt bloed (of een andere lichaamsvloeistof) van de ene persoon via een scherp voorwerp, bijvoorbeeld een injectienaald of scalpel, in het lichaam van een ander. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde van handelen bij een prikaccident?
A
Bloeden, desinfecteren, spoelen, melden
B
Bloeden, spoelen, desinfecteren, melden
C
Melden, spoelen, bloeden, desinfecteren
D
Melden, bloeden, spoelen, desinfecteren

Slide 10 - Quizvraag

Wat kan er gebeuren?
Via prik-, bijt-, snij- en spataccidenten kunnen bijvoorbeeld...
  • hepatitis B-virus
  • hepatitis C-virus 
  • Humaan Immunodeficiëntie Virus (HIV) 
...worden overgedragen.

Behandeling is soms noodzakelijk..!!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Een opzuignaald is dikker of dunner dan een injectienaald?
A
Dikker
B
Dunner

Slide 13 - Quizvraag

Een subcutane naald is dunner en korter dan een intramusculaire naald.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Intramusculair injecteren

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een prikaccident? Prikken aan een naald...
A
tijdens klaarmaken van medicatie
B
na het injecteren van een zorgvrager
C
A en B zijn beiden juist

Slide 16 - Quizvraag

Waar prik je met I.M. injecteren?
A
ader
B
bot
C
huid
D
spier

Slide 17 - Quizvraag