6.1 Licht en beeld

Hoofdstuk 6
Licht
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6
Licht

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • uitleggen wat primair en secundair licht is;
  • drie eigenschappen van licht noemen;
  • uitleggen welke drie dingen een oppervlak kan doen met licht dat erop valt;
  • het verschil tussen diffuus en spiegelend weerkaatsen aangeven;
  • uitleggen en herkennen wat spitslichtjes zijn;
  • spiegelbeelden construeren bij vlakke spiegels en daarmee lichtstralen construeren;
  • werken met de spiegelwet bij spiegelende oppervlakken;
  • uitleggen wat de vergrotingsfactor is.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

soorten licht
Primair licht: direct van de lichtbron
Secundair licht: indirect via weerkaatsing

Slide 5 - Tekstslide

Soorten licht

Slide 6 - Tekstslide

primaire lichtbron
secundaire lichtbron
Plaats de voorwerpen in het juiste hokje

Slide 7 - Sleepvraag

Eigenschappen licht
  1. licht beweegt in een rechte lijn van de bron af met 300 000 km/s;
  2. kleur: je hersenen kennen aan verschillende soorten licht verschillende kleuren toe;
  3. de stralengang is omkeerbaar:  lichtstraal van A naar B , ook een lichtstraal mogelijk die precies de omgekeerde weg volgt

Slide 8 - Tekstslide

Wat doet licht?
Licht valt op oppervlak:
1. absorbeert het licht
lichtenergie -> warmte energie
2. laat licht door
3. weerkaats (reflecteren)
- diffuus; alle kanten op
- spiegelend; één kant op
Spiegelwet: hoek i = hoek t

Slide 9 - Tekstslide

Spitslichtjes
  • Absorbeert een deel van het licht. De huid absorbeert sommige kleuren wel en andere niet, waardoor ze kleur krijgt.
  • Een deel van het licht weerkaatst ze spiegelend, daarom zie je er spitslichtjes op. Spitslichtjes zijn glinsteringen. Het zijn weerspiegelingen van de lichtbron.
  • Ze weerkaatst een deel van het licht diffuus, daarom kun je de huid vanaf alle kanten zien.



Slide 10 - Tekstslide

Beeldvorming bij een spiegel.

1. Je kunt tekenen met               de spiegelwet. 



2. Je kunt tekenen met
    spiegelbeelden.

Slide 11 - Tekstslide

 de spiegelwet.  

                         <i = <t
              
                hoek van inval
                   is gelijk aan
       hoek van terugkaatsing

Slide 12 - Tekstslide

Teruggekaatste stralen tekenen

Slide 13 - Tekstslide

Beeldpunt

Slide 14 - Tekstslide

Beeldpunt tekenen







Slide 15 - Tekstslide

Spiegelbeeld tekenen

Slide 16 - Tekstslide

Spiegelbeeld tekenen

Slide 17 - Tekstslide

Spiegelbeeld tekenen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Spiegelbeeld tekenen

Slide 20 - Tekstslide

Spiegelbeeld
Afstand van het voorwerp tot de spiegel is altijd even groot als de afstand van het spiegelbeeld tot de spiegel.

Slide 21 - Tekstslide

Spiegelbeeld
Spiegelbeeld is een virtueel beeld. 

Dit betekent dat het beeld niet echt is. 

Virtueel = denkbeeldig

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide