JCD Les 8

Lengte (kort of lang)  assortiment

geeft aan hoeveel stuks per artikel de onderneming op voorraad heeft in het magazijn. Hoe kleiner de voorraad, hoe korter het assortiment
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
marketingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lengte (kort of lang)  assortiment

geeft aan hoeveel stuks per artikel de onderneming op voorraad heeft in het magazijn. Hoe kleiner de voorraad, hoe korter het assortiment

Slide 1 - Tekstslide

les 8

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

De P van Prijs
  • = de ruilwaarde van een product uitgedrukt ineen rekeneenheid bijv de Euro

  • Met prijsstelling speel je in op de wensen en behoeften van een deel van de markt en houd je rekening met de inkomensgroepen waartoe jouw doelgroep behoor


 

Slide 4 - Tekstslide

De P van prijs
Prijs is het instrument waarmee je op korte termijn kunt veranderen

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekend "prijsperceptie"?

Slide 6 - Open vraag

Prijsperceptie
 hoe ervaart de afnemer jouw prijs

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Op basis waarvan stellen bedrijven hun prijzen vast?

Slide 10 - Open vraag

Vaststellen van de prijs op basis van:

  • Kosten =  kostengerichte prijsstelling
  • Concurrentie =  concurrentiegerichte prijsstelling
  • Klant/vraag  = klantgerichte/vraaggerichte prijsstelling
  • Bestaand of nieuw product

Slide 11 - Tekstslide

Kostengerichte prijsstelling
  • = Kostprijs uitgangspunt voor bepalen kostprijs

  • Fabriek =  kostprijs van produceren
  • Handel =  inkoopprijs + eventuele kosten

  • Methode = Cost-plus pricing  (Kostprijs +/+ winstopslag)


 

Slide 12 - Tekstslide

Concurrentiegerichte prijsstelling
= verkoopprijs van concurrenten als uitgangspunt voor bepalen prijs

Slide 13 - Tekstslide

Concurrentiegerichte prijsstelling
  • Me-too pricing =  afstemmen op grootste concurrent
  • Going rate pricing  =  gebruikelijke prijs in de branche
  • Discount pricing  =  flink onder de prijzen van de concurrent
  • Backward pricing =  terugrekenen vanaf de consumentenprijs
  • Premium pricing  =  bewust (ruim) boven de prijzen van concurrenten zitten



Slide 14 - Tekstslide

Concurrentiegerichte prijsstelling
  • Stay out pricing =  jouw prijs zo laag vaststellen dat potentiële concurrenten de markt niet willen betreden

  • Put out pricing =  prijzenoorlog, prijzen zo laag vaststellen dat concurrenten de markt verlaten (failliet gaan)

Slide 15 - Tekstslide

Klant/vraag/ afnemers gerichte prijsstelling
= Uitgangspunt is wat de klant wil betalen

  • Prijsperceptie
  • Prijsdrempels  =  psychologische prijzen

 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Prijsdiscriminatie
= voor hetzelfde product aan verschillende afnemersgroepen verschillende prijzen rekenen


 

Slide 20 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van prijsdiscriminatie

Slide 21 - Open vraag

Voorbeelden prijsdiscriminatie
Bijv: 65+ korting, Studentkorting (CJP), kinderkorting

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Prijsdifferentiatie
  • = voor hetzelfde product aan verschillende afnemersgroepen verschillende prijzen rekenen als gevolg van kostenverschillen

  • Verschil in kosten veroorzaakt door:
  • Plaats (benzine prijzen langs snelweg of industrieterrein)
  • Tijd (avondtarief stroom)
  • Uitvoering (verpakking, paperback en gebonden boek)
  • Traditie (heren- en dameskappers)

 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk voor volgende week
Hoofdstuk 3 Kennisvragen 20 t/m 30
(site van Scoren info, marketing en onderzoekboek)

Slide 28 - Tekstslide