Leesvaardigheid (H3-1)

Mening en argumenten
Hoofdstuk 3
Welke kleine dingen maken voor jou het leven mooi, maar zijn lang niet altijd vanzelfsprekend? 
Maak de startopdracht 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Mening en argumenten
Hoofdstuk 3
Welke kleine dingen maken voor jou het leven mooi, maar zijn lang niet altijd vanzelfsprekend? 
Maak de startopdracht 

Slide 1 - Tekstslide

Voor de vakantie
Introductie leesvaardigheid
Betrouwbaarheid van bronnen (H2)
Deze les
Mening en argumenten (H3)


Vooruitblik
Aan de slag met de leerdoelen
Let op: houd je leer- en maakwerk bij!
Je kunt meningen, argumenten, feitelijke en niet-feitelijke uitspraken herkennen.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat maakt lezen lastig?
(maar vooral relevant?)

Slide 4 - Tekstslide

Gelijk hebben, gelijk krijgen...

Slide 5 - Tekstslide

Mening (standpunt)
Hoe iemand ergens tegenaan kijkt
Aan het einde van een tekst = conclusie

Positief standpunt (+)
Vrouwelijke topsporters moeten hetzelfde verdienen als mannelijke topsporters.

Negatief standpunt (-)
Vrouwelijke topsporters moeten niet hetzelfde verdienen als mannelijke topsporters.

Standpunt van twijfel (±)
Ik weet niet of  vrouwelijke topsporters hetzelfde moeten verdienen als mannelijke topsporters.
Argument
Uitspraken waarmee iemand zijn mening onderbouwt. Hoe feitelijker, hoe sterker!

Want, omdat, ...
Daarom, 
dus, ...
Feitelijk = Je kunt het controleren
Bij tennis trekken vrouwelijke wedstrijden evenveel of zelfs meer kijkers, wat aantoont dat er gelijkwaardige commerciële waarde kan zijn.
Niet-feitelijk = Je kunt het niet controleren
Het is eerlijk en rechtvaardig dat vrouwen gelijk beloond worden voor hetzelfde werk.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Globaal lezen
Lees de titel
Bepaal de bron
Lees de eerste en de laatste alinea
Lees de tussenkopjes
Bepaal het onderwerp
Bepaal het tekstdoel

Slide 8 - Tekstslide

Nauwkeurig lezen
Bepaal de structuur van de tekst:

Lees de eerste en/of de laatste zin van iedere alinea.
Bepaal wat je per alinea verwacht te gaan lezen.
Lees daarna al denkend de hele tekst

Slide 9 - Tekstslide

Kritisch en reflecterend lezen
Hoe brengt de schrijver de boodschap over?
Wat valt je op aan de toon van de tekst?
In hoeverre is deze tekst volledig en betrouwbaar?
Wat betekent deze tekst (voor jou)?

Slide 10 - Tekstslide

Eens
Oneens
Vrijwilligers die vluchtelingen helpen, verdienen een lintje.
Noteer of het standpunt positief, negatief of met twijfel is geformuleerd.
Wat vinden de mensen in het nieuwsbericht van deze stelling? Noteer de namen aan de goede kant van de tabel.
Wat vind jij van deze stelling?
Onderbouw je mening met tenminste twee argumenten.

Slide 11 - Tekstslide

Kijk je antwoorden bij H2 na (SOM).
Lees de theorie over mening en argumenten op p.16 (Kern) en maak opdracht 1, 2, 3, 4, 5 (H3, vanaf p.16).
Je werkt zelfstandig en in stilte.
Hulp nodig?
Noteer je vraag en ga door met de volgende vragen.


Klaar?
Opdracht 7 - Alleen of in tweetallen

Slide 12 - Tekstslide

Voor de vakantie
Introductie leesvaardigheid
Betrouwbaarheid van bronnen (H2)
Deze les
Mening en argumenten (H3)


Vooruitblik
Aan de slag met de leerdoelen
Let op: houd je leer- en maakwerk bij!
Je kunt meningen, argumenten, feitelijke en niet-feitelijke uitspraken herkennen.


Slide 13 - Tekstslide