Begrippenlijst VCA

Begrippenlijst VCA
Woordenschat Techniek 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Begrippenlijst VCA
Woordenschat Techniek 

Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat
In deze presentatie ga je zelf woorden invullen of raden.

Slide 2 - Tekstslide

Wat versta je onder arbeidshygiëne?

Slide 3 - Open vraag

Symptoom betekent...
A
ziektebeeld
B
verschijnsel
C
bijwerking
D
hoge toon

Slide 4 - Quizvraag

Fysiek
A
Letterlijk
B
Denkvermogen
C
Lichamelijk
D
Uithoudingsvermogen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is evacueren?
A
Geen idee?
B
Mensen vertellen dat ze in huis moeten blijven.
C
Mensen vertellen dat ze moeten vluchten
D
Mensen die in gevaar zijn naar een veilige plek brengen.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het geluidsniveau
A
Zegt iets over de woorden die je uitspreekt
B
Zegt iets over de toonhoogte
C
Zegt iets over de trillingen per seconde
D
Zegt iets over de sterkte van de trillingen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is kortsluiting?
A
Te veel stroom op een stroomkring
B
Een beschadiging inde stroomkring zodat de stroom een kortere weg kiest
C
stroom voor kleinere apparaten
D
als je een tekort snoertje wilt gebruiken

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een inlenend bedrijf?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de betekenis van 'kwalificatie'?
A
enig in zijn soort
B
geschiktheid
C
regelmatigheid
D
diploma

Slide 10 - Quizvraag

Een overstroom is een
A
stroom die ontstaat door een te zware belasting
B
stroom die overstroomt
C
stroom die groter is dan de nominale stroomwaarde van de keten
D
kortsluitstroom die ontstaat door een defect in de stroomketen

Slide 11 - Quizvraag


Wie kijkt welke gevaren er op het werk zijn en wat er tegen gedaan kan worden?
A
Bedrijfsarts
B
Bhv'er
C
EHBO'er
D
Preventieadviseur

Slide 12 - Quizvraag

wat is het beleid?
A
Met beleid wordt ingevuld hoe de-organisatie dat wil bereiken
B
een doel wat ze willen bereiken
C
een manier hoe je mensen helpt
D
een regel binnen de organisatie

Slide 13 - Quizvraag

beleid
A
de
B
het

Slide 14 - Quizvraag

Beleid is:
A
Het omzetten van regels en afspraken
B
Het omzetten van doelen in plannen en afspraken
C
Een mix van visie en missie
D
Het omzetten van werkdoelen in een visie

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een onveilige situatie?
A
Slijpen zonder veiligheidsbril op.
B
Een niet opgeruimde werkvloer.
C
Geen veiligheidsschoenen aan.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een onveilige situatie?
A
Een steiger zonder leuning
B
Niet dragen van een veiligheidsbril
C
Werken met niet gekeurd gereedschap
D
buiten werking stellen van beveiligingen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een onveilige situatie?
A
Een dak betreden dat voorzien is van een bord "verboden toegang".
B
Een niet-afgeschermde opening op een plat dak.
C
Een stortkoker vanaf een dak op 15 meter hoogte.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is stockeren?
A
opslaan of opbergen van goederen
B
goederen gemaakt van stokken
C
weggeven van goederen

Slide 19 - Quizvraag

Einde les
A
Ik begrijp de stof al aardig!
B
Ik vind het maar lastig
C
Het gaat best goed, moet wel nog studeren

Slide 20 - Quizvraag

De docent [ ... ] dat de studenten bijna allemaal geslaagd zijn voor het VCA-examen.
A
Stimuleert
B
Stelt vast
C
Gebruikt
D
Overlegt

Slide 21 - Quizvraag

Mentaal
A
Lichamelijk
B
Aanpassing
C
Werkwijze
D
Geestelijk

Slide 22 - Quizvraag

Incidenteel
A
Mate van kracht, stevigheid
B
Gebeurtenis die veel indruk maakt
C
Als iets maar af en toe gebeurt
D
Steeds op dezelfde manier

Slide 23 - Quizvraag

Uw opmerking is niet .............. ; we bespreken op dit moment een ander onderwerp
A
relevant
B
lokaal
C
continu
D
chronologisch

Slide 24 - Quizvraag