FEEDBACK SEMESTEREXAMEN 2

FEEDBACK 
SEMESTEREXAMEN 2
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecondary Education

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

FEEDBACK 
SEMESTEREXAMEN 2

Slide 1 - Tekstslide

Hoe voelde je je na het examen?
✨ Vertrouwd – ik voelde me goed voorbereid
😬 Onzeker – ik wist het vaak net niet zeker
😌 Opgelucht – het ging beter dan verwacht
😟 Teleurgesteld – het was moeilijker dan ik dacht
🤷 Gewoon neutraal – niet goed, niet slecht

Slide 2 - Poll

Wat vond je van het gedicht?
💖 Heel boeiend – het sprak me aan en zette me aan het denken
🤔 Best interessant, maar niet helemaal mijn stijl
😐 Moeilijk te begrijpen of afstandelijk
😴 Saai – het deed me niet zoveel
📉 Geen mening – ik ben er niet echt in geraakt

Slide 3 - Poll

Slide 4 - Tekstslide

1. 
Waarover gaat dit gedicht? Vat samen in max. 100 woorden.

2.
a. Wat bedoelt de dichter met: “het is zeker omdat ik…”?
b. Noem twee maatschappelijke categorieën die hier worden aangeraakt?

Het gedicht beschrijft een moment van kwetsbaarheid waarin iemand zich afvraagt of afwijzing, pijn of miskenning te wijten is aan hun identiteit of uiterlijk. In een opsomming van labels en maatschappelijke oordelen klinkt frustratie, maar ook herkenning. In de tweede strofe volgt troost: de aarde herinnert de spreker eraan dat hij of zij precies goed is zoals die is – volwaardig mens. Het gedicht gaat over erkenning, eigenwaarde en de kracht van bevestiging.
De dichter suggereert dat de spreker redenen zoekt voor waarom hij/zij niet wordt geaccepteerd of erkend – gebaseerd op uiterlijk, gedrag of identiteit. Het is een ironische, pijnlijke opsomming van hoe mensen beoordeeld worden op kenmerken die buiten hun controle liggen.
SOCIALE CATEGORIEËN
Huidskleur (zwart, wit)
Lichaamsbeeld (dik, dun, te groot, te klein)
Gender

Slide 5 - Tekstslide

3. Welke tegenstelling zit er vervat tussen de eerste en de tweede strofe? Hoe verandert de toon?

 

4. Wie is de “je” in het gedicht? Wie wordt er aangesproken?


5. Is dit een vrijvers? Leg uit!

De eerste strofe is zwaar, verdrietig en beschuldigend – vol zelftwijfel. De tweede strofe is troostend, zacht en bevestigend. De toon verandert van wanhoop naar geruststelling en acceptatie.
De “je” is de ik-figuur zelf, in gesprek met zichzelf, maar het kan ook gelezen worden als universele aanspreking – iedereen die zich ‘te veel’ voelt of niet genoeg.
Ja, dit is een vrijvers. Er is geen vast metrum of eindrijmschema. De dichter speelt met regelafbreking, ritme en klank, zonder vaste vormregels te volgen.

Slide 6 - Tekstslide

6. Welk enjambement creëert meerwaarde?
a. Citeer en verwijs naar de regelnummer!
b. Wat is het effect van dat enjambement?

7. Hoe gaat Bab Gons om met eindrijm? Volgt zij een vast rijmschema?

8. Geef telkens twee voorbeelden van
a. een alliteratie
b. een assonantie

Slide 7 - Tekstslide

Is "zichtbaar - onzichtbaar" een assonantie?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

9. Welke vormen van beeldspraak herken je?
a. Geef twee voorbeelden!
b. Benoem telkens om welk type beeldspraak het gaat.
c. Leg één van deze twee beelden uit!

10. Welke stijlfiguren gebruikt Bab Gons in dit gedicht?
a. Geef drie voorbeelden!
b. Benoem telkens om welk type stijlfiguur het gaat.


11. Leg de titel uit!

Precies goed is een krachtige tegenstem tegen het gevoel van tekortschieten of “te veel” zijn. Het wijst op zelfaanvaarding: wie je bent is goed genoeg – menselijk, waardevol, volwaardig.

Slide 9 - Tekstslide

12. Herken je in dit gedicht ook thema´s die centraal staan in Confontaties (Simone Atangana Bekono) en Het moois dat we delen (Ish Ait Hamou)?

13. Wat vind jij van dit gedicht? Kan het jou bekoren? Schrijf een literaire appreciatie van max. 200 woorden waarin jij (met literaire argumenten) uitlegt waarom dit gedicht jou inhoudelijk, vormelijk en qua taalgebruik (niet) bevalt!
Ja, in Confrontaties worstelt Salomé ook met hoe anderen haar zien – als “te zwart”, “te boos”, “te confronterend”. In Het moois dat we delen speelt de ervaring van anders-zijn, en toch willen verbinden, ook een centrale rol. Thema’s als identiteit, oordeel, menselijkheid en kwetsbaarheid overlappen sterk met dit gedicht.

Slide 10 - Tekstslide

Wat vond je van de schrijfopdracht?
💡 Heel inspirerend – ik wist meteen wat ik wilde schrijven
🧠 Interessant, maar ik moest er even inkomen
😓 Lastig – ik vond het moeilijk om iets goeds te bedenken
😤 Frustrerend – ik wist niet goed wat er van mij verwacht werd
✍️ Geen mening – ik heb het gewoon gedaan zonder veel gevoel erbij

Slide 11 - Poll

Hoe denk je dat je gescoord hebt op het examen?
10
9-10
8-9
7-8
6-7
5-6
minder dan 5

Slide 12 - Poll