9. Welke vormen van beeldspraak herken je?
a. Geef twee voorbeelden!
b. Benoem telkens om welk type beeldspraak het gaat.
c. Leg één van deze twee beelden uit!
10. Welke stijlfiguren gebruikt Bab Gons in dit gedicht?
a. Geef drie voorbeelden!
b. Benoem telkens om welk type stijlfiguur het gaat.
11. Leg de titel uit!