Les 11 18-10: schrijven

Schrijven: zakelijke mail
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Schrijven: zakelijke mail

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Lezen
  • Uitleg zakelijke brief/mail
  • Oefenen
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
10 minuten in stilte lezen.

Slide 3 - Tekstslide

Zakelijke mail
Aan het einde van deze les:

Weet ik hoe ik een zakelijke e-mail moet schrijven

Kan ik de regels voor het schrijven van een zakelijke e-mail toepassen.

Slide 4 - Tekstslide

Filmpje NN

Slide 5 - Tekstslide

Een zakelijke e-mail is vooral
A
formeel
B
informeel

Slide 6 - Quizvraag

Een zakelijke mail stuur je
A
naar je (beste) vrienden
B
naar bedrijven of instellingen

Slide 7 - Quizvraag

De opmaak
  • Vul de onderwerpsregel in  (kort en bondig)

  • Aanhef
  • Inleidende zin
  • Alinea 1 (!)
  • Alinea 2 (!)
  • Afsluitende zin
  • Slotformule
  • Naam

Slide 8 - Tekstslide

Wat zet je in de onderwerpregel van je e-mail?

Slide 9 - Open vraag

Kies de juiste aanhef...
A
Hallo heer, mevrouw,
B
Geachte heer, mevrouw,
C
Geachte heer en mevrouw,

Slide 10 - Quizvraag

De inleidende zin
  • Stel jezelf voor. 'Mijn naam is Lara Lopez. Ik ben 14 jaar  en ik zit op het Zuiderzee College'. 
  • Vertel waarom je de e-mail schrijft: 'Ik schrijf deze mail, omdat...'

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de eerste zin van je inleiding bij het schrijven van een zakelijke e-mail?

Slide 12 - Open vraag

Welk woord gebruik je NOOIT aan het begin van de eerste zin?
A
Ik
B
Gisteren
C
Mijn
D
Zoals

Slide 13 - Quizvraag

Het middenstuk
  • Het middenstuk bestaat altijd uit minstens twee alinea's
  • In deze alinea's beschrijf je punten uit de opdracht.
  • Beschrijf de punten kort en bondig.
  • Bedenk er alleen dingen bij als dat in de opdracht gevraagd wordt.
  • Maak alleen gebruik van woorden die je goed kent, dit voorkomt spelfouten! 
  • Maak de zinnen niet te lang.

Slide 14 - Tekstslide

Uit hoeveel alinea's bestaat het middenstuk in ieder geval?

Slide 15 - Open vraag

In een zakelijke email spreek je de geadresseerde aan met 'u'
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Afsluiting
- In de afsluiting rond je de e-mail netjes af. 

- Benoem wat je verwacht van de geadresseerde.

- Bij een klacht of verzoek bedank je de geadresseerde alvast voor de moeite.

Slide 17 - Tekstslide

Bedenk een goede slotzin voor de afsluiting van een zakelijk e-mail.

Slide 18 - Open vraag

Slotformule en je naam
Gebruik de slotformule:
  • Met vriendelijke groet,

Onder 'Met vriendelijke groet' sluit je af met je voor- en achternaam.

Slide 19 - Tekstslide

Welke slotformule gebruik je voor het afsluiten van een zakelijk e-mail?

Slide 20 - Open vraag

Onderaan de e-mail schrijf je
A
je voornaam
B
je achternaam
C
je voor- en achternaam

Slide 21 - Quizvraag

Even oefenen...

Slide 22 - Tekstslide


Hey hallo,

Ik ben Maarten. Ik zou graag gratis info over het Achterhuis willen hebben. Ken jij mij die sturen? Ik wil natuurlijk een goed cijfer halen voor geschiedenis.
Het dagboek van Anne Frank heb ik al voor het vak Nederlands gelezen. Dat is wel ff een indrukwekkend boek zeg! Volgende week houdt ik mijn spreekbeurt dus of je een beetje op wil schieten met de info. Bye.


Emilio

A
Zakelijke e-mail
B
Persoonlijke e-mail

Slide 23 - Quizvraag

Leg uit waarom dit
geen zakelijke e-mail is.
Noteer 3 argumenten
Hey hallo,
Ik ben Maarten. Ik zou graag gratis info over het Achterhuis willen hebben. Ken jij mij die sturen? Ik wil natuurlijk een goed cijfer halen voor geschiedenis.
Het dagboek van Anne Frank heb ik al voor het vak Nederlands gelezen. Dat is wel ff een indrukwekkend boek zeg! Volgende week houdt ik mijn spreekbeurt dus of je een beetje op wil schieten met de info. Bye.

Slide 24 - Open vraag

Het schrijven van namen
  • Je schrijft een hoofdletter waar de naam begint
  • Dit kan de voornaam zijn, maar ook de achternaam
  • Let goed op bij de tussenvoegsels (de, van, van der, etc.)
  • In de aanhef gebruik je alleen de achternaam 

  • Slot van de mail: eigen voor- + achternaam



Slide 25 - Tekstslide

Het schrijven van namen
Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,

Geachte heer/mevrouw, 

Slide 26 - Tekstslide

Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,

Slide 27 - Quizvraag

Je schrijft een zakelijke e-mail aan ronan de mik. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer De Mik
B
Geachte heer De Mik
C
Geachte Ronan
D
Geachte de Mik

Slide 28 - Quizvraag

Noteer de juiste aanhef voor 'marietje van der veen'

Slide 29 - Open vraag

Conventies zakelijke e-mail
  • Aan:
  • CC:
  • BCC:
  • Onderwerp::        Het onderwerp van de mail
  • Aanhef                  (Geachte heer, mevrouw,)
  • Inleiding               (Mijn naam is.............  + reden van schrijven)
  • Kern                        (Behandel de punten)                                Denk aan de alinea's! 
  • Slot                          (Benoem je verwachtingen en bedank bij een klacht of verzoek) 
  • Slotformule         (Met vriendelijke groet, )
  • Jouw  voor- en achternaam    

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 1 op blz. 77 in via Word. Over 15 minuten gaan we de opdracht bespreken. De opdracht is iets anders dan in het boek staat (mail i.p.v. brief)

Slide 31 - Tekstslide

Plak hier je tekst.

Slide 32 - Open vraag

Aan de slag (huiswerk)
Maak opdracht 2 op blz. 77 op papier. Dit papier krijg je van mij.

Slide 33 - Tekstslide