GRAMMATICA

Grammatica A2/B1
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2BasisschoolGroep 8

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Grammatica A2/B1

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je doen?
We gaan verschillende onderdelen oefenen van grammatica:

- De persoonsvorm uit een zin halen;
- Het onderwerp uit een zin halen;
- Een samengestelde zin maken (en, maar, want, omdat, terwijl, ...);
- Een zin met "die" of "dat" maken;
- Een voltooid deelwoord in een zin kunnen schrijven;

Slide 2 - Tekstslide

Waarom ga je dit oefenen?
Zodat je goede zinnen kunt maken én je weet wat de woorden betekenen bij het vak Nederlands op niveau 2.

Slide 3 - Tekstslide

Persoonsvorm
Kijk eerst naar het filmpje. Maak daarna de opdracht.
Lees de zinnen en schrijf de persoonsvorm op.
LET OP! Bij een samengestelde zin staan altijd twee persoonsvormen in de zin!
Bijvoorbeeld: Ik blijf vandaag thuis, want ik voel me niet lekker.
Wat weet jij over de persoonsvorm?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat is de persoonsvorm in de zin?
inin


Is in dit beroep een goed contact belangrijk?


Slide 6 - Tekstslide

Een aantal mannen heeft mijn huis gebouwd.

Slide 7 - Open vraag

Mijn hond was een heel lieve hond.

Slide 8 - Open vraag

Pieter is nooit een fijne leerling geweest, omdat hij slecht luisterde.

Slide 9 - Open vraag

Tijdens Corona moesten we goed afstand houden van elkaar.

Slide 10 - Open vraag

Onderwerp
Kijk eerst het filmpje. Maak daarna de opdracht.
Lees de zinnen en schrijf het onderwerp op.
LET OP! Bij een samengestelde zin staan altijd twee onderwerpen in de zin!
Bijvoorbeeld: Ik blijf vandaag thuis, want ik voel me niet lekker.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Rosa is altijd behulpzaam.

Slide 13 - Open vraag

Theo is docent in Amsterdam en hij vindt dat ontzettend leuk.

Slide 14 - Open vraag

Vindt Fadi mijn idee weer niet goed?

Slide 15 - Open vraag

Een aantal klanten ging in die lange rij staan.

Slide 16 - Open vraag

oefenblad
Onderstreep de persoonsvorm en zet het onderwerp tussen haakjes.

(Ik) koop een taart.
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Voegwoorden
Kijk naar het filmpje. Maak daarna de opdrachten.
Je krijgt elke keer twee zinnen.
Maak daar 1 zin van door een voegwoord te gebruiken. 
Schrijf de hele zin!!! correct op, met hoofdletters en leestekens.
Er zijn meerdere antwoorden goed, er wordt wel 1 antwoord gegeven waar op gecontroleerd wordt.

Slide 18 - Tekstslide

0

Slide 19 - Video

Het regent. De zon schijnt ook.

Slide 20 - Open vraag

Ik moet rennen. Mijn bus vertrekt bijna.

Slide 21 - Open vraag

Zullen we gaan wandelen? Heb je geen tijd?

Slide 22 - Open vraag

Wat is het beste voegwoord?
Hij zingt. Hij staat onder de douche.
A
Hij zingt, terwijl hij onder de douche staat.
B
Hij zingt of hij staat onder de douche.

Slide 23 - Quizvraag

Welk antwoord is goed?
Lees goed alle antwoorden!
A
Ik heb geen geld bij me, dus ik kan niks kopen.
B
Ik heb geen geld bij me, of ik kan niks kopen.
C
Ik heb geen geld bij me, maar ik kan niks kopen.

Slide 24 - Quizvraag

oefenblad
Maak opdracht 2
Laat je buurman/ buurvrouw de zinnen lezen. Zijn de zinnen goed?
timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Die of dat
De student die altijd op tijd is.
Het boek dat nog niet uit is. 

Slide 26 - Tekstslide

Zelf oefenen
1. Daar rijdt de auto ........ vroeger van mij was.
2. Ik ken een meisje ....... in de buurt van Utrecht woont.
3. Ken jij een jongen ...... in Turkije is geboren?
4. De klok ........ in de kantine hangt, staat een beetje voor.
5. Kijk, daar zie je het raam ......... kapot is.

Slide 27 - Tekstslide

Schrijf hier de antwoorden op
(alleen die of dat)

Slide 28 - Open vraag

Voltooid deelwoord

Je krijgt nu alleen zwakke werkwoorden, kies uit een T of een D op het eind.

Denk aan SoFTKeTCHuP

Slide 29 - Tekstslide

Ik heb vandaag een heel stuk .... (fietsen)

Slide 30 - Open vraag

Hij heeft naar de koning.... (zwaaien)

Slide 31 - Open vraag

Wij hebben het ..... (vertellen)

Slide 32 - Open vraag

Zij heeft de hele dag .... (mopperen)

Slide 33 - Open vraag

Einde
Goed gewerkt!

Slide 34 - Tekstslide