H3 woordenschat les 1

Welkom!

Leg je leesboek vast klaar op je tafel. 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Leg je leesboek vast klaar op je tafel. 

Slide 1 - Tekstslide

1. Opening
2. 10 minuten lezen
3. Start H3 woordenschat
4. Zelfstandig werken
5. Afsluiting
Deze les

Slide 2 - Tekstslide

Tien minuten lezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide


Je kunt uitleggen wat de begrippen metafoor, vergelijking, personificatie en metonymia betekenen. 

Je kan uitleggen wat een asyndetische vergelijking is. 

Je kan uitleggen wat een homerische vergelijking is. 
Leerdoelen deze les:

Slide 4 - Tekstslide

Beeldspraak
Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik. Je bedoelt niet letterlijk wat je zegt, maar gebruikt beelden om iets sterker uit te drukken. 

Korte herhaling*: 
de vergelijking, de metafoor en de personificatie.

Slide 5 - Tekstslide

De vergelijking
Bij een vergelijking gebruik je een beeld om 
eigenschappen van iets of iemand (het object) 
te benadrukken. 
Hoe groot een hond (object) is, bijvoorbeeld, 
kun je aangeven door hem te vergelijken 
met een kalf (beeld).

Slide 6 - Tekstslide

"De jongen die een tien had gehaald was zo trots als een pauw."
Wat is hier het object?
A
De jongen
B
een pauw

Slide 7 - Quizvraag

"Het 'neuzen' van eskimo's is al zo oud als de weg naar Rome."
Wat is hier het beeld?
A
Het 'neuzen' van eskimo's
B
de weg naar Rome

Slide 8 - Quizvraag

De metafoor
De metafoor is uiteraard ook een vorm van beeldspraak. 
Hij lijkt ook een beetje op de vergelijking, maar het object ontbreekt hierbij: alleen het beeld wordt genoemd. Spreekwoorden en veel vaste uitdrukkingen
zijn metaforen. Denk bijvoorbeeld aan: 
'De appel valt nooit ver van de boom.' 

Slide 9 - Tekstslide

Welke zin bevat een metafoor?
A
Jouw ogen zijn als sterren.
B
Wat een boom van een kerel.
C
Als het kalf verdronken is, dempt men de put.
D
Dat meisje lijkt wel een prinses, zo elegant!

Slide 10 - Quizvraag

"Wie de schoen past, trekke hem aan."
Is dit een metafoor of een vergelijking?
A
metafoor
B
vergelijking

Slide 11 - Quizvraag

"Dat oude dametje is zo mager als een lat." Is dit een metafoor of een vergelijking?
A
metafoor
B
vergelijking

Slide 12 - Quizvraag

Personificatie
De personificatie is een bijzondere vorm van beeldspraak. Hierbij doen we net alsof levenloze dingen iets kunnen wat mensen kunnen. Denk bijvoorbeeld aan tijd die voorbij kruipt,
of aan wind die huilt. Kruipen
en huilen zijn dingen die mensen
wél kunnen, maar dingen niet.

Slide 13 - Tekstslide

"Wolken en zon spelen haasje over."
Is dit een personificatie?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

"Het papier is geduldig."
Is dit een personificatie?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Je zegt niet rechtstreeks wat je bedoelt, maar je gebruikt een woord of een kenmerk dat daar mee te maken heeft. 

Oranje heeft weer goud gewonnen. 
-->
 2 metonymia 
Oranje = Nederlands elftal, ze spelen met een oranje tenue 
goud = gouden medaille 
3. Metonymie 

Slide 16 - Tekstslide

Synesthesie
Synesthesie is een stijlfiguur waarbij een combinatie van de indrukken van verschillende zintuigen in uitdrukkingen wordt gebruikt. Synesthesie kan worden gezien als een bijzondere vorm van de metafoor.
vb: 
schreeuwende kleuren, bittere woorden, warme stem

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Asyndetische vergelijking
Bij een asyndetische vergelijking wordt er tussen het te vergelijken object en het beeld geen verbindingswoord gebruikt.
vb: 
Karel, een echte angsthaas, was snel weg.
Zijn hoofd, een biet, sprak boekdelen.

Slide 19 - Tekstslide

vergelijk...
Voorbeeld gewone vergelijking: Hij is zo rood als een kreeft.

Voorbeeld asyndetische vergelijking: 
Ik keek naar jouw hoofd, een tomaat.

Slide 20 - Tekstslide

asyndetische vergelijking
De zon, een vrolijke ballon, stond de hele dag hoog aan de hemel.
object = zon
beeld = een vrolijke ballon

Slide 21 - Tekstslide

Homerische vergelijking
  • Vergelijking met allerlei bijzonderheden --> Homerus, de dichter van de Ilias en de Odyssee

  • Een breedsprakige vergelijking, waarbij de schrijver zo opgaat in het vergelijken, dat hij dingen noemt die geen verwantschap meer hebben met het beeld.

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeelden van een homerische vergelijking
Zoals in het begin van de lente Apollo voortgaat over de bergruggen bij het eiland Delos en de reidansen opnieuw instudeert, zo ging Aenas zelf.

zoals de zon in mei,
de warme zomerdag in juni,
en de stranddag in juli,
zo heb ik graag een vrije dag.

Slide 23 - Tekstslide

Christines heldere ogen, fijn kristal, schitterden in de lage avondzon.
A
asyndetische vergelijking
B
homerische vergelijking
C
synesthesie

Slide 24 - Quizvraag

Uit zijn mond vloeien zoete woorden, zodra hij Agnes ziet.
A
asyndetische vergelijking
B
homerische vergelijking
C
synesthesie

Slide 25 - Quizvraag

Leg eens uit....asyndetische vergelijking

Slide 26 - Open vraag

Zelfstandig werken
H3 woordenschat - opdracht 1 maken

Slide 27 - Tekstslide

Synesthesie
Synesthesie is een stijlfiguur waarbij een combinatie van de indrukken van verschillende zintuigen in uitdrukkingen wordt gebruikt. Synesthesie kan worden gezien als een bijzondere vorm van de metafoor.
vb: 
schreeuwende kleuren, bittere woorden, warme stem

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Christines heldere ogen, fijn kristal, schitterden in de lage avondzon.
A
asyndetische vergelijking
B
homerische vergelijking
C
synesthesie

Slide 30 - Quizvraag

Uit zijn mond vloeien zoete woorden, zodra hij Agnes ziet.
A
asyndetische vergelijking
B
homerische vergelijking
C
synesthesie

Slide 31 - Quizvraag

Leg eens uit....asyndetische vergelijking

Slide 32 - Open vraag

Leg eens uit... homerische vergelijking

Slide 33 - Open vraag