Theorie Architectuur 3 mavo

Architectuur
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandvaardigheidMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Architectuur

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van deze les weet je:
  1. Wat Architectuur is
  2. Wat klassieke Architectuur is
  3. Wat architraafbouw is
  4. Wat de kenmerken zijn van de klassieke architectuur
  5. Wat de klassiek elementen zijn

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij architectuur?

Slide 3 - Woordweb

 Architectuur of bouwkunst is een vorm van kunst. Bij architectuur kijk je hoe gebouwen eruit zien. Dit kan van buiten (exterieur), maar ook van binnen (interieur). Bij architectuur worden gebouwen dus zo mooi als mogelijk gemaakt. 

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

Iemand die deze gebouwen ontwerpt voor zijn werk wordt een architect genoemd. Mensen die alleen het interieur doen, heten binnenhuisarchitecten. 

Slide 6 - Tekstslide

Je kunt gebouwen indelen naar soorten bouwkunst, maar ook naar functie. Bijv.: 

bidden en ontmoeten
wonen
leren
werken
Ontspannen
Verkeer en vervoer

Slide 7 - Tekstslide

KLASSIEKE ARCHITECTUUR

Slide 8 - Tekstslide

Klassieke architectuur
de bouwkunst van de oude Grieken en Romeien.
De Grieken bouwden vooral tempels om hun goden en godinnen te vereren.
De Romeinen namen veel van de Griekse architectuur over, maar ontdekten ook nieuwe dingen, zoals het aquaduct (soort waterleiding)

Slide 9 - Tekstslide

Architraafbouw
Een Griekse tempel is een rechthoekige zaal op een verhoging van drie treden.
Hierop staan zuilen.
Bovenaan een zuil bevindt zich het kapiteel. Hierop rust een soort dwarsbalk van steen: de architraaf.
Hierboven zien we een driehoekig dak, het timpaan. In het timpaan worden beelden geplaatst.

Slide 10 - Tekstslide

ZUILEN

Slide 11 - Tekstslide

Architraafbouw

Slide 12 - Tekstslide

Kapitelen

Slide 13 - Tekstslide

Romeinen
De Romeinen namen veel van de Griekse architectuur over, maar ontdekten ook nieuwe dingen, zoals het aquaduct (soort waterleiding)
Romeinen vonden de rondbogen uit. Hierdoor konden de dragende delen verder uit elkaar staan.

Slide 14 - Tekstslide

KOEPEL
Een koepel is een halfronde bol, meestal op het dak van een gebouw.
Koepels kom je sinds de Romeinen overal ter wereld tegen. 
Een grote koepel is moeilijk te bouwen en geeft daarom veel aanzien.

Slide 15 - Tekstslide

Koepel van het Pantheon in Rome
Het interieur (binnenkant) van de koepel van het Pantheon

Slide 16 - Tekstslide

De Sint Pieter in Rome,
geheel in de klassieke stijl gebouwd
Het interieur van de koepel van de Sint Pieter

Slide 17 - Tekstslide

De moskee van Süleyman in Turkije heeft veel grote koepels. De 4 torens noem je bij een moskee minaretten

Slide 18 - Tekstslide

Kenmerken van de klassiek architectuur:
  1. Gebruik van: zuilen, kapitelen, timpanen, rondbogen en koepels.
  2. Architraafbouw
  3. Symmetrie 
  4. Belangrijke ingang 
  5. Gebruikt voor belangrijke gebouwen (kerken, musea, universiteiten, enz.) 

1. 

Slide 19 - Tekstslide

Klassieke elementen
Later hebben architecten veel gebruik gemaakt van klassieke elementen. Denk b.v. aan het paleis op de Dam en het Mauritshuis.

Slide 20 - Tekstslide

Herhaling
Neem je mobiel erbij doe mee met de volgende vragen

Slide 21 - Tekstslide

Dorisch
Korintisch
Ionisch

Slide 22 - Sleepvraag

Timpaan
Architraafbalk
Zuil

Slide 23 - Sleepvraag

Noem 4 kenmerken van de klassieke architectuur

Slide 24 - Open vraag

Welke zuil is dit?
A
Dorische zuil
B
Ionische zuil
C
Korinthische zuil

Slide 25 - Quizvraag

Dit is het Maurits huis. Welke klassieke elementen zijn hiet gebruikt?

Slide 26 - Tekstslide

Welke klassieke elementen zijn bij het Mauritshuis gebruikt?

Slide 27 - Open vraag

Welke zuil is dit?
A
Dorische zuil
B
Ionische zuil
C
Korinthische zuil

Slide 28 - Quizvraag

Welke zuil is dit?
A
Dorische zuil
B
Ionische zuil
C
Korinthische zuil

Slide 29 - Quizvraag

Einde van de theorie
We gaan nu iets doen met wat we geleerd hebben:
de Praktijkopdracht Architectuur,
Een Folly maken
Hiervoor gaan we naar een nieuwe LessonUp

Slide 30 - Tekstslide