Les Voorbereiden toets Temperatuur en tijd

Goedemorgen
Wie is er wel/niet?
Wat gaan we vandaag doen?
-Voorbereiden op de toets

Water,fasen,faseovergangen, temperatuur,luchtdruk
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen
Wie is er wel/niet?
Wat gaan we vandaag doen?
-Voorbereiden op de toets

Water,fasen,faseovergangen, temperatuur,luchtdruk

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van de les
Ik ben goed voorbereid op de toets 

-Ik ken de  Fasen en faseovergangen                                                                                                                           
-Ik ken de Functies van water
-Ik ken Waterkringloop
-Ik weet hoe de Temperatuur te meten, soorten thermometers,thermometers aflezen!

-Luchtdruk en het weer

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Functies van water zijn?.................

Slide 4 - Tekstslide

Waterkringloop

Slide 5 - Tekstslide

De temperatuur

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

lichaamstemperatuur
temperatuur binnen of buiten
digitale lichaamstemperatuur

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is de temperatuur
van je eigen lichaam

Slide 9 - Open vraag

Rutger meet hoeveel koorts hij heeft met een thermometer.
Gisteren had hij een temperatuur van 37,9 °C, vandaag is dat 39,8 °C. Hoeveel graden is dit gestegen?
A
1,9 °C
B
2,1 °C
C
2,9 °C
D
2,5 °C

Slide 10 - Quizvraag

Waarom gaan mensen zweten
als ze het warm hebben?

Slide 11 - Open vraag

Wanneer heb je koorts?
A
Lichaamstemperatuur van 38,5 graden of hoger
B
Lichaamstemperatuur tussen de 37,5 en 38,5 graden

Slide 12 - Quizvraag

Bij welke temperatuur
kookt water?

Slide 13 - Open vraag

Temperatuur in een weerbericht
In Nederland wordt altijd de temperatuur weergegeven in graden Celcius.

Slide 14 - Tekstslide

Hoeveel graden
wordt het vandaag bij ons?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video

De temperatuur stijgt van 19 naar 23 graden. Hoeveel graden is de temperatuur gestegen?

Slide 17 - Open vraag

Werken aan rekenen  meten 1
2. Analoge themometer
In een thermometer zit vloeistof.
Aan de hoogte van de vloeistof kan je zien wat de temperatuur is. Het getal of het streepje waar de vloeistof stopt, is de temperatuur.
Bij de analoge thermometer geeft de vloeistof de temperatuur aan. Het streepje of getal waar de vloeistof stop, geeft de temperatuur aan. 
--->

Slide 18 - Tekstslide

Werken aan rekenen - meten 1
3. Digitale thermometer
Bij de digitale thermometer wordt de temperatuur aangegeven in cijfers. De temperatuur lees je af van de thermometer.

4. Koortsthermometer
Ook een mens kan de temperatuur van zijn lichaam meten (lichaamstemperatuur).
Dit doe je met een andere thermometer dan een buitenthermometer. Hier gebruik je een koortsthermometer voor ---->

Slide 19 - Tekstslide

Kun jij twee digitale tijden opnoemen? Zie het voorbeeld hieronder:



01:00 & 13:00






Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Het is 5 uur. Welke twee digitale tijden horen daarbij?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Het is 9 uur. Welke twee digitale tijden horen daarbij?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Het is 11 uur. Welke twee digitale tijden horen daarbij?

Slide 26 - Open vraag

Hoe laat is het?
11:30
A
Half 10
B
Half 11
C
Half 12
D
Half 5

Slide 27 - Quizvraag

Hoe laat is het?
05:20
A
Tien voor half 6
B
Tien over half 5
C
Tien voor half 5
D
Tien over half 6

Slide 28 - Quizvraag

Hoe laat is het?
08:30
A
Half 8
B
Half 9
C
Half 10
D
8 uur

Slide 29 - Quizvraag

Hoe laat is het?
13:10
A
10 minuten voor 1
B
10 minuten over 13
C
10 minuten voor 12
D
10 minuten over 1

Slide 30 - Quizvraag

Hoe laat is het?
20:00
A
6 uur
B
7 uur
C
8 uur
D
9 uur

Slide 31 - Quizvraag

Hoe laat is het?
17:45
A
Kwart over 8
B
Kwart voor 5
C
Kwart voor 7
D
Kwart voor 6

Slide 32 - Quizvraag

Op welk moment van de dag is het?
13:00
A
ochtend
B
middag
C
avond
D
nacht

Slide 33 - Quizvraag

Op welk moment van de dag is het?
05:00
A
ochtend
B
middag
C
avond
D
nacht

Slide 34 - Quizvraag

En nu?
Oefenen voor de toets:
Werken Aan Tijd 2
FF leren rekenen

Slide 35 - Tekstslide