Par. 6.4 Strijd om de macht

De Middeleeuwen
Strijd om de macht
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Middeleeuwen
Strijd om de macht

Slide 1 - Tekstslide

Lesopzet
1. Huiswerk bespreken
2. Uitleg par. 6.4
3. Opdrachten maken 
4. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
1. Welke wereldlijke macht had de bisschop?
2. Waardoor verzwakte de macht van de bisschop?

Slide 3 - Tekstslide

De Nederlanden

  • Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen. 

  • Er waren veel kleine gebieden (zeventien gewesten), die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.

  • In die gebieden was een heer, edelman, (bijv. graaf of hertog) de baas. Hij maakte de wetten.
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.

Slide 4 - Tekstslide

De bisschop wordt leenman
Geestelijken mogen niet trouwen en/of kinderen krijgen = celibaat
Dat kwam goed uit voor keizer Otto I, want de bisschoppen waren ook leenmannen. De keizer leende liever zijn gebied aan kinderlozen bisschoppen. Als de bisschop stierf, keerde het gebied terug naar de leenheer en hij koos zelf een opvolger.

Slide 5 - Tekstslide

Bisschop van Utrecht
Een van de zeven katholieke bisdommen van de Nederlandse rooms-katholieke kerkprovincie.
 
 De aartsbisschop van Utrecht staat als aan het hoofd van de Nederlandse kerkprovincie.

De bisschop van Utrecht kreeg wereldijke macht: bestuursmacht over een gebied.
Dit gebied wordt ook wel het Sticht genoemd.

Slide 6 - Tekstslide

Wereldijke macht
In 1024 werd de bisschop graaf van Drenthe. De graven en hertogen in het Sticht waren voortaan leenmannen van de bisschop.

Slide 7 - Tekstslide

Sticht Utrecht wordt opgesplitst:
  • Niet alle edelmannen waren blij met de macht van de bisschop, ze kwamen in opstand
  • Holland, Gelre, Friesland en Groningen scheiden zich af
  • Sticht = Utrecht
  • Oversticht = Drenthe en Overijssel

Slide 8 - Tekstslide

Investituur
  • Investituur: een plechtige benoeming
  • Om de macht te vergroten, benoemden Duitse keizers vanaf de 10e eeuw bisschoppen als vazal.
  • Meer trouwer aan de keizer en geen gevaar van erfzonen (vanwege het celibaat)

Slide 9 - Tekstslide

Investituurstrijd

Slide 10 - Tekstslide

Keizer / koning
Benoemt bisschoppen obv. vriendjespolitiek
Paus
Wil de bisschoppen kunnen benoemen als leider van de kerk.


botst
Hendrik IV (van DU) stuurt brief naar de Paus, roept op om Paus af te zetten en benoemd een tegenpaus. Paus is woedend en doet Hendrik in de ban

Slide 11 - Tekstslide

Investituurstrijd
De keizer had niet langer de macht om bisschoppen te benoemen. 


Slide 12 - Tekstslide

Stadsrechten
  • Utrecht kreeg zijn stadsrecht in 1122 van keizer Hendrik V. Dit verzwakte de macht van de bisschop.
  • Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen
  • De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer
  • De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer)
  • In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen. 

Slide 13 - Tekstslide


Wie is de baas?
  • De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak
  • Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.
  • Ze kregen advies van een raad.
  • De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.
  • Schout, schepenen en burgemeester(s) heten ook wel: magistraten

Slide 14 - Tekstslide

Schout, schepenen en burgermeester
- Eigen bestuur 
- Schout = Baas van de "politie"
- Schepenen = Rechtbank die advies kreeg van een raad
- Burgermeester = voorzitter van de raad
- Bestuurden samen de stad
- Werden gekozen uit rijke burgers

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Gilden
Een organisatie voor ieder beroep

Bakkers, smeden, spinners, schoenmakers etc.

Slide 17 - Tekstslide

Stedelingen krijgen meer invloed
  • De hertogen en graven probeerden de benoeming van een bisschop met geld of geweld te beïnvloeden. 
  • In 1274 hadden de gilden daar genoeg van. Ze grepen de macht in de stad en benoemden hun gildeleiders tot bestuurders!
  • Helaas werd de opstand neergeslagen...
  • In 1375 gingen de geestelijkheid, de adel en de belangrijkste steden mee gingen beslissen in het Sticht.

Slide 18 - Tekstslide

Opdrachten maken en inleveren
Maak de opdrachten van par. 6.4 in teams.

Slide 19 - Tekstslide

Edelen willen niet meet steunen

Slide 20 - Tekstslide

  • Aangezien het volk altijd de godsdienst van de vorst had.... raakte veel mensen in paniek. 
  • De edelen wilden Hendrik niet meer steunen. 
  • Hendrik voelde zich genoodzaakt om vergiffenis aan de Paus te gaan vragen in een poging de ban ongedaan te maken. 

Slide 21 - Tekstslide

Gang naar Canossa (1075)

Slide 22 - Tekstslide

Deze strijd was gewonnen door de Paus. Maar het was niet het laatste gevecht...


Slide 23 - Tekstslide

Concordaat van Worms (1122)

Slide 24 - Tekstslide