Vaktheorie thema 7 HS20

Introductie lichaamshygiëne 
Thema 7
Hoofdstuk 20 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
VaktheorieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Introductie lichaamshygiëne 
Thema 7
Hoofdstuk 20 

Slide 1 - Tekstslide

Heeft iedereen alles af van periode 1?

Zo nee, wat moet daar dan nog voor gedaan worden?

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
We gaan het hebben over: 
  • Persoonlijke verzorging 
  • De aandachtspunten bij persoonlijke verzorging 
  • De huid

Slide 3 - Tekstslide

Wat verstaan jullie onder persoonlijke verzorging?

Slide 4 - Woordweb

Persoonlijke verzorging
Persoonlijke verzorging, ook wel hygiënische verzorging genoemd, is de verzorging van huid, slijmvliezen (zoals de binnenkant van de mond of het schaamgedeelte), haren en nagels, de mondhygiëne en uiterlijke verzorging.

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is persoonlijke verzorging zo belangrijk?

Slide 6 - Open vraag

Persoonlijke zorg is belangrijk omdat: 


  • Een goede gezondheid: je kans op infectieziekten is groter als je bijvoorbeeld jezelf verwaarloost, je kunt huidschurft krijgen of tandbederf en ontsteking van het mondslijmvlies.
  • De invloed op andere mensen: als je er vies en onverzorgd uitziet, dan gaan veel mensen liever niet met je om. Ook een baby met een vieze luier en een opgedroogde, groene snotneus, krijgt minder knuffels dan een schone baby.
  • Het gevoel: je voelt je vaak opgeknapt en fris na een wasbeurt.


Slide 7 - Tekstslide

Wat doen jullie dagelijks aan persoonlijke verzorging?

Slide 8 - Woordweb

Aandachtspunten bij persoonlijke verzorging

Kinderen tot ongeveer acht jaar moet je vaak nog helpen bij hun persoonlijke verzorging. Daarna moet je in de gaten houden of ze zichzelf goed verzorgen. Volwassenen met lichamelijke aandoeningen of beperkingen moet je ook vaak helpen bij hun persoonlijke verzorging. Een cliënt met reuma kan zich bijvoorbeeld moeilijk bewegen. Je helpt dan bijvoorbeeld bij het wassen van de rug. Een cliënt met een verstandelijke beperking begrijpt soms niet goed hoe hij een handeling moet uitvoeren. Jij helpt hem dan bij het goed uitvoeren van die handeling.

Slide 9 - Tekstslide

Wie heeft er nog jongere broertjes of zusjes die je moet helpen met de persoonlijke verzorging? En waar let je dan op?

Slide 10 - Tekstslide

Jij als helpende
  • Cliënten zo veel mogelijk zelf laten doen --> bevordert de zelfredzaamheid 
  • Checken van het zorgplan: welke hulp en behoeftes de cliënt nodig heeft
  • Observeren van de cliënt of alles goed verloopt of dat er verdere afspraken gemaakt moeten worden. 

Slide 11 - Tekstslide

Als je straks als helpende aan de slag gaat en je moet iemand helpen met zijn/haar persoonlijke verzorging. Waar let je dan op?

Slide 12 - Woordweb

Als een cliënt persoonlijke verzorging niet zelf kan, is geheel of gedeeltelijk afhankelijk van een ander. Als helpende let je bij de persoonlijke verzorging van de cliënt op de volgende punten:
  1. Houd rekening met de wensen van de cliënt
  2.  Houd rekening met de gewoonten van de cliënt
  3. Ga na welke hulp er nodig is
  4. Houd rekening met de privacy van de cliënt
  5. Werk volgens een plan
  6. Stimuleer datgene wat de cliënt zelf nog kan
  7. Observeer de huid
  8. voorkom dat een cliënt zich bezeert
  9. Was je handen 
  10. Let goed op de veiligheid van de cliënt
  11. Werk milieubewust en kostenbewust

Slide 13 - Tekstslide

De plaats waar je hulp geeft
Er zijn drie plekken waar je de cliënt hulp kan bieden bij zijn/haar persoonlijke verzorging: 
  • De wastafel 
  • Douche/bad
  • Op bed

Slide 14 - Tekstslide

Wastafel
De wastafel is een goede plaats voor de persoonlijke verzorging als de cliënt goed kan zitten en zich voor een deel zelf kan wassen (bijvoorbeeld gezicht, armen, borst en buik). De cliënt kan dan meer zijn eigen gang gaan. Bovendien is het prettiger dan zittend op bed.

Slide 15 - Tekstslide

Douche/bad
Als een cliënt afhankelijk is en graag in bad of onder de douche gaat, moet je extra aandacht besteden aan de veiligheid. Zorg ervoor dat je altijd de juiste hulpmiddelen gebruikt. Voorkom valpartijen door een gladde vloer, douchebak of bad. Let vooral goed op de temperatuur van het water. Zelfs bij thermostaatkranen lopen cliënten regelmatig brandwonden op, omdat het water te heet is. Controleer altijd de temperatuur van het water met je hand.

Slide 16 - Tekstslide

Op bed
Let ook op zelfredzaamheid als je een cliënt op bed verzorgt. De cliënt kan misschien niet uit bed, maar hij kan vaak wel een deel van zijn verzorging zelf doen. Als helpende gebruik je twee waskommen, washandjes en handdoeken. Je kunt ook kant-en-klare washandjes gebruiken. Als je een cliënt met water en zeep wast, let dan extra op de hoeveelheid zeep. De cliënt kan een droge huid krijgen van te veel zeep. Bovendien heb je met een waskom te weinig water om veel zeep te verwijderen.

Slide 17 - Tekstslide

Waarom hebben jullie als helpende kennis nodig over de huid?

Slide 18 - Open vraag

De huid
  • Door kennis te hebben over de huid kan je de cliënt beter verzorgen. 
  • De huid beschermt je tegen bijvoorbeeld ziektes, beschadiging van bloedvaten of organen. 
  • De huid is erg soepel en elastisch (denk maar aan zwangere vrouwen).  

Slide 19 - Tekstslide

De huid
  • Veel mensen vinden het belangrijk hoe hun huid eruit ziet. 
  • Het uiterlijk van de huid kan invloed hebben op je geestelijk en sociaal functioneren. 
  • Iemand voelt zich prettig met een zongebruinde huid (geestelijk) 
  • Eczeem kan iemand belemmeren om contact te leggen met anderen (sociaal)
  • Denk ook aan mensen die gediscrimineerd worden vanwege hun huidskleur. 

Slide 20 - Tekstslide

Huidlagen 
De huid bestaat uit drie lagen: 
  1. Opperhuid: de buitenkant van de huid 
  2. Lederhuid: ligt onder de opperhuid. Hierin liggen de bloedvaten, zenuwen, zweetklieren. Als je een schaafwond hebt dan zie je lederhuid omdat de opperhuid kapot is. 
  3. onderhuids bindweefsel: ligt tussen de lederhuis en de spieren en botten. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Functies van de huid
  • Bescherming 
  • Opslagplaats voor vet
  • Vitaminevorming van vitamine D (zon) 
  • Gevoelsorgaan, door de huid voelen wij heel erg veel 

Slide 23 - Tekstslide

Opdrachten
Maak nu van hoofdstuk 20 opdrachten 1 tot en met 5!

Succes!!

Slide 24 - Tekstslide

Hulp bieden bij het wassen
  • Werk volgens een plan 
  • Houd rekening met persoonlijke wensen 
  • Houd rekening met de huid
  • Ouderen 
  • Aandacht hebben voor je eigen bescherming 

Slide 25 - Tekstslide

Aandachtsgebieden bij de wasbeurt

  • Afdrogen 
  • Ogen 
  • Oren  

Slide 26 - Tekstslide

Afdrogen 
Smetten 

Hoe kan dit ontstaan?
Hoe kun je dit voorkomen?

Slide 27 - Tekstslide

Ogen 
Hoe was je de ogen?
Gebruik je zeep?

Oren 
Hoe was je deze?

Slide 28 - Tekstslide

Verzorging van de geslachtsorganen 
Waarom is dit belangrijk?

Slide 29 - Tekstslide

VROUW
Hoe was je de vagina?
Wat is een vulva 

Slide 30 - Tekstslide