H6 - laatste les voor vakantie

Taalverzorging VT sterke ww

Werkwoordspelling
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Taalverzorging VT sterke ww

Werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les:
- Theorie herhalen
- Verhaal+vragen niet ontvangen van
- Opdracht deze week

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biologie
Combinatiecijfer biologie en nederlands

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhaal Hangmat vol beloften bespreken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhaal niet ontvangen  van:
Elin, Michelle, Maimouna, Myrthe, Imke, Jochum, Wout en Marcel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VOORZETSEL

Vaak staan er nog één of meer woorden tussen het voorzetsel en het woord waar het bij hoort


op de tafel - in de kast - achter het behang


op de houten tafel - na een halve minuut - in de grote groene tent

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VAST VOORZETSEL

Bij sommige werkwoorden hoort een voorzetsel dat je niet kunt vervangen: een vast voorzetsel


Het boek bestaat uit zes hoofdstukken


Ik houd van kip met frietjes en appelmoes

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterke

werkwoorden


hebben de

KRACHT

om in de verleden tijd

van klank te veranderen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verleden tijd

sterke werkwoorden





In het enkelvoud: schrijf op zoals het klinkt
In het meervoud:
schrijf op zoals het klinkt
Regel
Leer de regels uit je hoofd.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden:
kopen : ik koop - ik kocht
lopen : ik loop - ik liep
geven : wij geven - wij gaven
kruipen : zij kruipen - zij kropen
de(n) of te(n)?

Om te weten of je bij een zwak werkwoord in de verleden tijd nu de(n) of te(n) moet schrijven, gebruik je 't ex-kofschip.


  1. hele werkwoord -en  = stam surfen
  2. laatste letter van de stam in 't ex-kofschip?: surf
  3. nee: de(n): de(n)
  4. ja: te(n): te(n)
  5. ik-vorm van werkwoord + uitgang : surfte(n)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze week
Aan de slag met: H6 taalverzorging - Trainen - alle opdrachten

Scores zijn belangrijk voor na de vakantie 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies