Masterclass sprookjes

 sprookjes
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
LezenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

 sprookjes

Slide 1 - Tekstslide

Wat onderzoeken we vandaag?



- Welke kenmerken hebben sprookjes?
- Wat is de oorsprong van sprookjes?
- Hoe hebben sprookjes zich door de eeuwen heen ontwikkeld?

Slide 2 - Tekstslide

Kun jij de titel van minstens 1 sprookje noemen?
ja
nee

Slide 3 - Poll

Stelling:
Sprookjes zijn alleen voor kleine kinderen.
ja
nee

Slide 4 - Poll

Wat is volgens jou een typisch kenmerk van een sprookje?

Slide 5 - Woordweb

Hoeveel sprookjes denk jij te herkennen aan tekst, beeld of geluid? Vul een getal in tussen 0 en 5.

Slide 6 - Open vraag

combineren
De volgende 5 slides bevatten een tekstregel of beeld.
Het gaat iedere keer om een verwijzing naar een sprookje.
Open het boekje met werkbladen. het eerste werkblad heet combineren.
Kies tijdens het kijken en zet de juiste nummers voor de juiste naam op je werkblad..
Er blijven dus namen van sprookjes over!

Slide 7 - Tekstslide

1.

Slide 8 - Tekstslide

2.
Aan de rand van een groot bos woonde eens een arme houthakker met zijn vrouw en twee kinderen. Het jongetje heette _____ en het meisje _______. 

Slide 9 - Tekstslide

3.

Slide 10 - Tekstslide

           4.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Kenmerken van sprookjes

vaste formuleringen begin/einde
onbepaalde tijd
onbepaalde ruimte
gruwelijke elementen
magie en/of fantasie
kenmerken van sprookjes

vlakke personages
protagonist en antagonist
vaak een happy end
getallensymboliek
moraal

Slide 13 - Tekstslide

Protagonist
De protagonist is het personage of datgene waar het verhaal om draait. 

In een goed verhaal wil de protagonist iets bereiken. 
Dat wat diegene wil bereiken heet het streven (doel).
In een sprookje staat de protagonist voor het goede.

Slide 14 - Tekstslide

Antagonist
De antagonist is de weerstand van de protagonist.

De antagonist werkt de protagonist (bewust of onbewust) tegen in wat deze wil bereiken.
Een antagonist hoeft niet altijd een mens te zijn. Het kan ook een dier zijn, een object of een situatie.
In een sprookje vertegenwoordigt de antagonist het kwade.

Slide 15 - Tekstslide

Welk sprookjeskenmerk ?
Ze moest in de roodgloeiende kolen gaan staan en dansen tot ze dood neerviel.
A
onbepaalde tijd
B
onbepaalde ruimte
C
gruwelijk element
D
magie en fantasie

Slide 16 - Quizvraag

Welk sprookjeskenmerk ?
In een land hier ver vandaan..
A
onbepaalde tijd
B
onbepaalde ruimte
C
gruwelijk element
D
magie en fantasie

Slide 17 - Quizvraag

Welk sprookjeskenmerk ?
In oeroude tijden leefden er eens een koning en koningin.
A
onbepaalde tijd
B
onbepaalde ruimte
C
gruwelijk element
D
magie en fantasie

Slide 18 - Quizvraag

Welk sprookjeskenmerk ?
Dan antwoordde de spiegel: "De koningin is de mooiste van het land."
A
onbepaalde tijd
B
onbepaalde ruimte
C
gruwelijk element
D
magie en fantasie

Slide 19 - Quizvraag

Welk sprookjeskenmerk ?
Vertrouw geen vreemde mensen.
A
vlakke personages
B
vaak een happy end
C
getallensymboliek
D
moraal

Slide 20 - Quizvraag

Welk sprookjeskenmerk ?
Roodkapje ging vrolijk naar huis en bleef ongedeerd.
A
vlakke personages
B
vaak een happy end
C
getallensymboliek
D
moraal

Slide 21 - Quizvraag

Welk sprookjeskenmerk ?
Er was eens een rijk man.
A
vlakke personages
B
vaak een happy end
C
getallensymboliek
D
moraal

Slide 22 - Quizvraag

Welk sprookjeskenmerk ?
Er was eens een oude geit die zeven jonge geitjes had.
A
vlakke personages
B
vaak een happy end
C
getallensymboliek
D
moraal

Slide 23 - Quizvraag

Welke kenmerken ontdek jij?
We zien zo het sprookje Ali Baba en de 40 rovers.
Het is een oud sprookje uit Iran.
Tijdens en na het kijken kun je de kenmerken noteren die jij ontdekt in het sprookje.
Dit doe je op het werkblad "Ali Baba en de 40 rovers"

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

kortste sprookje
Er was eens een jongen.
Die vroeg aan zijn vriendin: "Wil je met me trouwen?"
Zij antwoordde: "NEE!"
En ze leefden nog lang en gelukkig.

Slide 26 - Tekstslide

de ontwikkeling van sprookjes
Door de tijd heen, zijn sprookjes veranderd.
Ze worden aangepast aan de tijd.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

volkssprookje
  • schrijver onbekend
  • verschillende versies
  • gelijke elementen in verschillende sprookjes 
  • volksverhaal
cultuursprookje
  • schrijver bekend
  • 1 versie
  • geen volksverhaal

Slide 29 - Tekstslide

We onderscheiden 2 soorten ...?
Cultuur- en kunstsprookjes
Volkssprookjes
Auteur onbekend
De Kikkerkoning door de Gebroeders Grimm.
Dit zijn sprookjes die door één auteur verzonnen en  opgeschreven zijn
Ouder
Het lelijke eendje door Hans Christian Andersen.
Ze zijn eerst vooral mondeling overgeleverd en meestal pas daarna op schrift gesteld.
Nieuwer
Auteur bekend

Slide 30 - Sleepvraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

oorspronkelijk:
  • doelgroep: volwassenen
  • veel wreedheid en geweld

veranderingen 19de eeuw:
  • doelgroep kinderen+ouders
  • meer nadruk op goede afloop





20ste en 21ste eeuw:

  • sprookjesfilms wijken af van oorspronkelijke verhaallijn
  • meisjes/vrouwen zijn actiever (emancipatie)
  • Er verschijnen weer sprookjes(films)  voor volwassenen

Slide 33 - Tekstslide

Eindopdracht: sprookje 2022
Als eindopdracht maak je de volgende  opdrachten.

1. Welke moderne woorden heb je gehoord in de rap? 
2. Schrijf net als 'Roodkapje is een toffe meid' een deel van een sprookje in spreektaal.


Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Roodkapje 2023

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide