Congruentie - gelijkheid in getal

Wat gaan we deze les doen?
  • Uitleg congruentie 
  • Oefenen
  • Werken vanuit je werkboek. Mag online deze keer. Maar ... iets anders doen op je laptop? Is werken uit je boek!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?
  • Uitleg congruentie 
  • Oefenen
  • Werken vanuit je werkboek. Mag online deze keer. Maar ... iets anders doen op je laptop? Is werken uit je boek!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

CONGRUENTIE

Onderwerp en persoonsvorm moeten gelijk zijn in getal.

Dus als het onderwerp enkelvoudig is, moet de persoonsvorm ook enkelvoudig zijn. En als het onderwerp meervoudig is, moet de persoonsvorm ook meervoudig zijn. 

Gelijkheid in getal noemen we congruentie.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CONGRUENTIEFOUTEN

We noemen dit ook wel INCONGRUENTIE.


Incongruentie betekent niet gelijk of niet passend.

Dat wil zeggen dat het getal (ev/mv) van het onderwerp en de persoonsvorm niet gelijk zijn.

Dit komt vaak voor bij onderwerpen die voor ons gevoel meervoud zijn, maar taalkundig enkelvoud.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed / congruent?
A
De kudde koeien staan in de wei
B
De kudde koeien staat in de wei

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed / congruent?
A
Een groep wielrenners viel vlak voor de finish
B
Een groep wielrenners vielen vlak voor de finish

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp in:

Men zien/ziet door de bomen het bos niet meer
A
Men
B
zien/ziet
C
door de bomen
D
het bos

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed / congruent?
A
Men zien door de bomen het bos niet meer
B
Men ziet door de bomen het bos niet meer

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed / congruent?
A
Er stonden nog drie pakken rijst in de voorraadkamer
B
Er stond nog drie pakken rijst in de voorraadkamer

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed / congruent?
A
Twintigduizend mensen bezocht het festival
B
Twintigduizend mensen bezochten het festival

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed / congruent?
A
Een partij sportschoenen spoelde aan op het strand
B
Een partij sportschoenen spoelden aan op het strand

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belangrijkste woord in het onderwerp:

de meeste musea
A
de
B
meeste
C
musea

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed / congruent?
A
Op Museumdag is de meeste musea gratis toegankelijk.
B
Op Museumdag zijn de meeste musea gratis toegankelijk.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van congruentie of incongruentie:

Bijna tachtig procent van de Nederlanders noemt zich gelukkig.
A
Congruentie
B
Incongruentie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van congruentie of incongruentie:

Een aantal mensen komt altijd te laat.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van congruentie of incongruentie?

Het merendeel van de leerlingen maakten het huiswerk gelukkig goed.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 16 - Quizvraag

Incongruentie, want het merendeel maakt; enkelvoudige kern. 
Is hier sprake van congruentie of incongruentie?

30 procent van de mensen zijn vaker ziek dan twee keer per jaar.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van congruentie of incongruentie:

Volgens Van Gaal geeft de media een verkeerde weergave van de gebeurtenissen.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van congruentie of incongruentie:

Een groot aantal mensen zijn naar de bijeenkomst gekomen.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is congruentie?
A
De pv en het ow mogen afwijken van elkaar
B
ow en pv mogen niet afwijken van elkaar

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van congruentie of incongruentie: Het blijkt dat de jeugd in ons land tamelijk veel alcohol drinken.
A
Congruentie
B
Incongruentie

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van congruentie of incongruentie? Wist jij dat deze groep rebellen in Congo voor vele misdaden tegen de menselijkheid verantwoordelijk zijn?
A
Congruentie
B
Incongruentie

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke spelfouten zie je?
Het eten is ook verschrikkelijk lekker. En het is ook veel, Je krijgt waarvoor je betaald.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar ontbreekt de komma?
Punt twee waar ik niet zo blij mee ben is het feit dat ik geen doggybag heb gekregen.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet een komma?
Omdat jullie veel eten geven kan het soms te veel eten zijn voor sommigen.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet de komma?
Nu het een paar dagen later is besloot ik dit toch even te melden omdat ik vaker terug wil komen met mijn familie.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je nu doen?
H3 smaak Taalverzorging opdracht 4-5

Had je je huiswerk nog niet af? Dan ga je dit eerst doen!
H3 smaak Taalverzorging opdracht 1,2,3

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies