4H H2 Herhaling
Welke auto gaat het snelster
A
blauw
B
groen
C
rood
D
allemaal even snel
1 / 12
Onderdelen in deze les
Welke auto gaat het snelster
A
blauw
B
groen
C
rood
D
allemaal even snel
Slide 1 - Quizvraag
Hoe ziet een plaats-tijd-grafiek (x,t) van een eenparige beweging eruit?
A
Horizontale lijn
B
Parabool
C
Schuine rechte lijn
Slide 2 - Quizvraag
Hoe ziet een snelheid-tijd-grafiek (v,t) van een eenparige beweging eruit?
A
Horizontale lijn
B
Parabool
C
Schuine rechte lijn
Slide 3 - Quizvraag
Een auto legt 20 km af in 20 minuten.
Wat is de snelheid van de auto in km/h
Wat is de snelheid van de auto in km/h
A
60
B
17
C
10
D
1
Slide 4 - Quizvraag
Hoe ziet een (x,t)-diagram van een eenparig versnelde beweging eruit?
A
Horizontale lijn
B
Parabool
C
Schuine rechte lijn
Slide 5 - Quizvraag
Hoe ziet een (v,t)-diagram van een eenparig versnelde beweging eruit?
A
Horizontale lijn
B
Parabool
C
Schuine rechte lijn
Slide 6 - Quizvraag
Een auto versneld vanuit stilstand in 6,0 s naar 100 km/h.
Wat is de versnelling?
Wat is de versnelling?
A
4,6 ms-2
B
17 ms-2
C
28 ms-2
D
60 ms-2
Slide 7 - Quizvraag
Wat voor soort beweging is een valbeweging (zonder wrijving)?
A
eenparig
B
eenparig versneld
C
eenparig vertraagd
D
Geen van allen
Slide 8 - Quizvraag
Twee gelijkvormige voorwerpen
(m1= 1,0 kg en m2 = 2,5 kg)
vallen gelijktijdig vanaf dezelfde hoogte.
Welke massa raakt als eerste de grond?
(m1= 1,0 kg en m2 = 2,5 kg)
vallen gelijktijdig vanaf dezelfde hoogte.
Welke massa raakt als eerste de grond?
A
massa van 1 kg
B
massa van 2,5 kg
C
gelijktijdig
D
Dit kun je niet weten
Slide 9 - Quizvraag
Met de raaklijnmethode kun je de … bepalen uit een (s,t)-grafiek.
A
tijd
B
afstand
C
snelheid
D
versnelling
Slide 10 - Quizvraag
Met de raaklijnmethode kun je de … bepalen uit een (v,t)-grafiek.
A
tijd
B
afstand
C
snelheid
D
versnelling
Slide 11 - Quizvraag
Met de hokjesmethode (of oppervlaktemethode) kun je de … bepalen uit een (v,t)-grafiek.
A
tijd
B
afstand
C
snelheid
D
versnelling
