Uitleg argumenteren 2: argumentatiestructuren

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

We gaan nu 15 minuten lezen
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Argumentatiestructuren

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Lesdoel 1: ik kan onderscheid maken tussen een enkelvoudige en (nevenschikkende of onderschikkende) meervoudige argumentatie. 

Lesdoel 2: ik kan onderscheid maken tussen afhankelijke en onafhankelijke argumenten. 

Lesdoel 3: Ik kan onderscheid maken tussen standpunt en argument. 

Slide 4 - Tekstslide

Kort herhalen lesstof vorige week..

Zijn jullie er klaar voor?

Slide 5 - Tekstslide

Feitelijke argumenten
Waarderende argumenten
Feit
Onderzoek/ Wetenschap
Normen/ Waarden
Vermoedens
Geloof / overtuiging
Gezag / autoriteit
Nut

Slide 6 - Sleepvraag

Ga naar de classroom en maak de toets drogredenen

Je krijgt direct je cijfer.

Slide 7 - Tekstslide

Argumentatiestructuren

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

4 basisstructuren
  1. Enkelvoudige argumentatie
  2. Nevenschikkende argumentatie (onafhankelijk)
  3. Nevenschikkende argumentatie (afhankelijk)
  4. Onderschikkende argumentatie

Slide 10 - Tekstslide

Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument.

 HET WAS EEN LEUKE LES 

DE DOCENT WAS IN EEN GOEDE BUI

Slide 11 - Tekstslide

Bij nevenschikkende argumentatie gebruik je meer dan één argument. Bij onafhankelijke argumenten staat ieder argument los van het andere  Deze vorm van argumentatie is de sterkste argumentatiestructuur.

Slide 12 - Tekstslide

Bij nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumentatie, kan het ene argument niet zonder het andere argument: ze zijn van elkaar afhankelijk
Ik ga niet studeren in Leiden.
Mijn broer woont daar en ik wil niet in dezelfde stad wonen als mijn broer.

Slide 13 - Tekstslide

Bij onderschikkende argumentatie ondersteunt een argument een ander argument.

Slide 14 - Tekstslide

Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Het Ichthus Lyceum is een goede school. De leerlingen kunnen zich goed ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 16 - Quizvraag

Het rooster is veel te lang. Ik heb geen tijd meer om te sporten. Sporten helpt mij om me beter te concentreren.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 17 - Quizvraag

Het Ichthus Lyceum is een goede school. Het zit in een mooi gebouw en de leerlingen kunnen zich ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 18 - Quizvraag

Het Ichthus Lyceum is voor leerlingen van alle leeftijden een goede school. In de bovenbouw hangt een goede sfeer en in de onderbouw voelt iedereen zich veilig.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag...
Je krijgt van de docent stencils 'Basiscursus argumenteren h3'.
In de classroom staat een overzicht met signaalwoorden en de bijbehorende tekstverbanden. Dit overzicht kun je gebruiken  bij het beantwoorden van vragen 1, 2 en 3.
Klaar met 1, 2 en 3 ga dan verder met de opdrachten 4, 5, 6 en 7.

timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Vragen 1, 2 en 3 antwoorden

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Even checken.....
Een kahoot om af te sluiten

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Slide 26 - Tekstslide