Chapter 5 grammar

Today's Lesson
  • Discuss exercise 34, 35, 36
  • Repeat grammar chapter 5
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Today's Lesson
  • Discuss exercise 34, 35, 36
  • Repeat grammar chapter 5

Slide 1 - Tekstslide

Discuss exercise 34,35,36

Slide 2 - Tekstslide



Past Simple


Present Perfect

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

I ___ (finish) my homework an hour ago.

Slide 5 - Open vraag

My parents ___ (not visit) the museum yet.
uitschrijven!!!

Slide 6 - Open vraag

She ___ (be) a doctor at this clinic since 2012.

Slide 7 - Open vraag

Marvin and Gaby ___ (leave) early this morning.

Slide 8 - Open vraag


Present Simple

Past Simple



Present Perfect

Slide 9 - Tekstslide

Vertaal (vergeet de punt niet!):
Mandy woont al zeven jaar in Amsterdam.

Slide 10 - Open vraag

Vertaal (vergeet de punt niet & uitschrijven!):
Peter spreekt geen Frans.

Slide 11 - Open vraag

Vertaal (vergeet de punt niet!)
Kennen jullie elkaar al lange tijd?

Slide 12 - Open vraag

Vertaal (vergeet de punt niet!)
Mijn moeder klaagt nooit over dingen.

Slide 13 - Open vraag

Vertaal (vergeet de punt niet!)
Ik leerde gisteren voor de toets.

Slide 14 - Open vraag

Past Perfect Continuous

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer te gebruiken

  • Vaak samen met de Past Simple.
  • Nadruk op dat het een tijdje aan de hand was. 
  • Resultaat in het verleden. 

Slide 17 - Tekstslide

They ___ (talk) for over an hour when Samantha arrived.

Slide 18 - Open vraag

Her neighbour had a party last night so she ___ (not sleep).
[uitschrijven!]

Slide 19 - Open vraag

We ___ (try) to open the door for the ages when Jane finally found her key.

Slide 20 - Open vraag

I                      for the bus when it finally                       . 
waited
had been waiting
arrived
had been arriving

Slide 21 - Sleepvraag

Things                       easier for her before she                     ill.
got
had been getting
fell
had been falling

Slide 22 - Sleepvraag

Passive

Slide 23 - Tekstslide

Passive
Active - focus op wat het onderwerp van de zin doet. 

Passive - focus op wat het onderwerp van de zin ondergaat. 

Passive structure: to be (tegenwoordige of verleden tijd) + Voltooid deelwoord (+ ed / 3e rijtje)

Slide 24 - Tekstslide

Active - Passive
A thief stole my bike.

My bike was stolen (by a thief).

Slide 25 - Tekstslide

Change the next sentences.
From Passive to Active
or 
From Active to Passive

Slide 26 - Tekstslide

Charles Dickens wrote Oliver Twist.
Vergeet de punt niet!

Slide 27 - Open vraag

The shop was not closed by the boy.
Vergeet de punt niet!

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Kate has eaten my sandwich.
Vergeet de punt niet!

Slide 30 - Open vraag

Mary is bying a new computer.
Vergeet de punt niet!

Slide 31 - Open vraag

If sentences

Slide 32 - Tekstslide

If sentences
Hoofdzin: will + hele werkwoord
Bijzin: Present Simple

  1. Hoofdzin en bijzin kunnen beide vooraan staan.
  2. Bijzin begint altijd met if!

I'll help you later, if you help me now.
If you study hard, you'll pass the test.

Slide 33 - Tekstslide

I'm sure Henk               if you              him to.
invite
will invite
ask
will ask

Slide 34 - Sleepvraag

If the teacher                  us, we                   in trouble.
sees
will see
are
will be

Slide 35 - Sleepvraag

If you / come here, / I / help you with your homework.
Komma & punt gebruiken!!

Slide 36 - Open vraag

You / be tired tomorrow / if you / not go to bed now.
Punt & uitschrijven!!

Slide 37 - Open vraag

Conjunctions

Slide 38 - Tekstslide

Conjunctions  

  • Komen terug met tekstverklaring!
  • Gebruikt om zinnen aan elkaar te koppelen.
Stappenplan

  1. Zoek naar het verband tussen de zinnen.
  2. Welke categorie moet je hebben? 
  3. Kies het best passende woord.

Slide 39 - Tekstslide

  1. The old hospital was very small                          the new hospital is very            large.
  2. He won't recover                           he gets immediate medical treatment.
  3.  I cannot tell whether she is friendly                                                   or not,  I have never met her.
  4. Sheila read the book,                          she was on the plane to Barcelona.
  5. I was feeling hungry,                            I asked for an extra big helping of chips. 
  6. This is a very straightforward technique.                                          , there are risks.
as soon as
for
however
so
unless
Whereas
while

Slide 40 - Sleepvraag

Any questions?

Slide 41 - Tekstslide

Homework:
Finish before tomorrow



Exercises: Self-test C-G

Slide 42 - Tekstslide