H5 toetsbespreking

Toetsbespreking T1
In deze presentatie staan voorbeelden van (mogelijke) goede antwoorden gegeven door klasgenoten.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Toetsbespreking T1
In deze presentatie staan voorbeelden van (mogelijke) goede antwoorden gegeven door klasgenoten.

Slide 1 - Tekstslide

vraag 1
1. ontdekkingsreizen TV 5
2. Republiek peperkorrelsTV 6
3. Tweede IR TV 8/9
4. beleg tijdens Opstand TV 5 later
5. 100 jaar voor Karel V TV 4
6.Sovjet Unie TV 9/10
5,1,4,2,3,6

Slide 2 - Tekstslide

vraag 2
Let op: KA 16e eeuw!= TV 5

Dit past bij het KA het begin van overzeese expansie omdat Columbus uit naam van het koningspaar op zoek gaat naar nieuwe gebieden om toe te eigenen.

Slide 3 - Tekstslide

vraag 2 deel 2
Dit past bij het kenmerkend aspect veranderen mens- en wereldbeeld omdat ze de gewoontes van andere volkeren gaan bestuderen/
omdat ze letterlijk meer gebied ontdekten waardoor er meer kennis over de wereld ontstond.

Slide 4 - Tekstslide

vraag 3
Deze opvatting past goed bij de Renaissance omdat in deze uitspraak wordt gezegd: " talenten van de kunstenaar herkennen" Dit houdt in dat bekend was wie de kunstenaar was en dat past goed bij het nieuwe mensbeeld in de Renaissance dat mensen zichzelf meer gingen waarderen.

Slide 5 - Tekstslide

vraag 4
In de bron wordt gezegd: "Zo krijgen we ongeloof en afgoderij" Na de reformatie was verering van heiligen verboden, bij het calvinisme en het lutheranisme. Dat betekent dat de autoriteiten van Delft afgoderij wilden voorkomen. Dus zijn zij aanhangers van de reformatie.

Slide 6 - Tekstslide

vraag 5
1. een protestant want in deze uitspraak toont hij sympathie voor calvinisten.
2. een socialist want in deze uitspraak wordt er sympathie getoont voor het volk en de sociale verhoudingen
3. katholiek want de geloven konden best in vrede met elkaar leven maar door de komst van Alva kwamen er oorlog

Slide 7 - Tekstslide

vraag 6
Een motief om Antwerpen te verlaten was zoals in de bron gezegd wordt: De vrije uitoefening van religie die de Brabanders hadden in Amsterdam waardoor ze liever daar gevestigd waren.

Slide 8 - Tekstslide

vraag 6 deel 2
De herovering van Antwerpen was geen hoofddoel van de Republiek, want zoals in de bron genoems zou een slag geweest zijn voor de Amsterdamse handel. Wat inhoudt dat Amsterdam dan verlies zou draaien qua handel door de betere ligging die Antwerpen had.

Slide 9 - Tekstslide

vraag 7
Tijdnes het plakkaat van Verlatinghe hadden de Nederlanden hun vorst aan de kant gezet en ze waren nu op zoek naar een nieuwe vorst. Tijdens deze missies gingen ze kijken of Elizabeth de nieuwe vorst wilde zijn.

Slide 10 - Tekstslide

vraag 7 deel 2
De visie van Aysma op het besturen van een land werd later niet uitgevoer in de Republiek omdat de Republiek geen dictator heeft, de Republiek heeft de gewestelijke staten, dat betekent dat in vergaderingen van elk gewest beslissingen samen worden gemaakt. Dit is dus niet zoals in de bron gezegd wordt "macht aan een dictator"

Slide 11 - Tekstslide

vraag 8
Het motief van Elisabeth was dat wanneer ze ja zou zeggen en er een oorlog uitbreekt zij die moet gaan voeren dat dan het grootste deel van de lasten voor rekening zou komen van haar Engelse onderdanen.

Slide 12 - Tekstslide

vraag 8 deel 2
Moryson vond het een verstandige keuze van de koningin want in de bron noemt hij haar een "wijze koningin"

Slide 13 - Tekstslide

vraag 8 deel 3
De visie van Moryson op de Opstand was beperkt omdat Moryson in de bron zegt dat alleen de vervolging van religie en nieuwe belastingheffingen de oorzaken van de Opstand waren. Maar de 3 echte oorzaken waren de macht van de edelen terug (...) Hij weet ze dus niet allemaal.

Slide 14 - Tekstslide

vraag 9
Op de bron zie je dat de Nederlandse leeuw de Spaanse tirannie aan wil vallen. Dat is voor 1588 dus de linkerkant aan de bron zie je ook dat de Tirannie dus Spanje zich vasthoudt aan de Nederlanden en wil geen vrede sluiten, de Nederlandse leeuw dus de opstandelingen.

Slide 15 - Tekstslide

vraag 9 deel 2
Aan de rechterkant is te zien dat de tirannie (Spanje) al verkleed is zodat de leeuw niet ziet dat het de tirannie is. Zo laat de maker weten dat hij Spanje sluw en slecht  vindt.

Slide 16 - Tekstslide

vraag 9 deel 3
De maker van de prent laat zo zien dat hij tegen het vredesvoorstel is want hij gelooft dat Spanje alleen vrede wil om zo weer controle over de Republiek te krijgen.

Slide 17 - Tekstslide

vraag 10
Le maire  was een protestant en ging nadat  Antwerpen in de handen van de Spanjaaren was naar (de Republiek) omdat hij daar lekker protestants kon zijn vanwege  de reformatie. (dit past bij het KA) de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa die resulteerde in de reformatie.

Slide 18 - Tekstslide

vraag 10
Hij was een bestuurder van de VOC dus hij was getuige en verantwoordelijk voor wereldwijde handelskapitalisme.
(Dit past bij het KA) wereldwijde handelscontacten, hadelskapitalisme en begin van een wereleconomie, die Nederland creeërde.

Slide 19 - Tekstslide

vraag 11
Maurits vond de vrede ongunstig omdat hij legeraanvoerder is en als het vrede is kan hij zijn leger niet laten zien, dus kan hij ook zijn macht niet tonen.

Slide 20 - Tekstslide

vraag 11 deel 2
Voor  van Oldenbarneveldt was de vrede  een noodzaak omdat ze dan geen geld meer uit hoefden te geven aan oorlog en zich volledig konden richten op de handel

Slide 21 - Tekstslide

vraag 12
Deze draait om de verplichte jaartallen
A. 1566
B. 1581
C. 1576
D. 1566 later
E.1588
F. 1568
A, D, F, C, B, E

Slide 22 - Tekstslide

vraag 13
Tijdens de tweede IR draaide het erom dat er veel nieuwe uitvindingen waren op gebied van ijzer, staal en motoren op diesel en benzine. Het verband met het nationalisme was dan ook dat iedereen zijn eigen land het beste vond in wat er gemaakt werd en de uitvindingen werden gebruikt om elkaar af te troeven.

Slide 23 - Tekstslide

vraag 14
Het verband hier ( de vijfjarenplannen en de titel van de bron) tussen is dat in het vijfjarenplan stond geschreven hoeveel er geproduceerd moest worden. Boeren moesten dan ook zoveel produceren maar helaas ook afstaan aan de Staat waardoor Stalin inderdaad genoeg te eten had. Dit past dan ook zeker bij de bron tekst" Voor mij is er geen honger in de Sovjet Unie' Helaas hongerde Stalin zijn bevolking wel uit.

Slide 24 - Tekstslide

vraag 15
Het optimisme heeft wel degelijk bijgedragen aan het ontstaan van de economische crisis. Omdat Amerika een consumptie maatschappij was geworden en iedereen kon luxeproducten kopen. Mensen gingen zelfs aandelen kopen met geleend geld. (...) Zo heeft het optimisme dus bijgedragen aan een economische crisis.

Slide 25 - Tekstslide

vraag 15 deel 2
Roosevelt voer in 1933 de New Deal in de bron is te zien dat het aantal werklozen flink daalde.
Dat had 2 oorzaken:

Slide 26 - Tekstslide

vraag 15 deel 3
1. Roosevelt gebruikte overheidsgeld om mensen aan het werk te zetten bijv. voor de bouw van stuwdammen
2. Hij devalueerde de dollar waardoor producten uit het buitenland duurder werden, daardoor bleven mensen spullen uit amerika kopen

Slide 27 - Tekstslide