Les 8: Geschiedenis van computers (tmwl)

De geschiedenis van computers


1830 tot nu

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De geschiedenis van computers


1830 tot nu

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je weet wat een computer in de basis doet
  • Je kan per computergeneratie een uniek kenmerk benoemen
  • Je kent de periode die hoort bij een computergeneratie
  • Je kan in je eigen woorden uitleggen wat er gebeurde na de invoering van de microprocessorchip

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Computers werken eigenlijk allemaal hetzelfde



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je stopt er iets in, dan gebeurt er wat en dan komt er iets uit



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Invoer

2. Bewerking

3. Uitvoer



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewijs dat het apparaat in het volgende filmpje ook een computer is



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bewijs dat de speeldoos eigenlijk een computer is

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

de 'nulde generatie' computers
In 1833 ontwierp Charles Babbage een machine die wordt gezien als de grondlegger van de computer, de Difference Engine. Het was een mechanische rekenmachine die kon optellen.
Rond 1880 vond Herman Hollerith de ponskaart uit. Dit was een kaart met gaatjes die door een machine uitgelezen kon worden. Een draaiorgel werkt bijvoorbeeld op deze manier.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de 'nulde generatie' computers
De nulde generatie wordt gezien als voorganger van de 'echte' en wordt daarom de 'nulde generatie' genoemd. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eerste generatie computers
De eerste generatie computers is de periode van 1940 tot 1955.

De computers uit deze generatie bestonden uit elektronenbuizen. De elektronenbuizen dienden als schakeleenheden. De elektronenbuizen zagen er ook wel uit als 'lampen'.

De elektronenbuizen werkten als het geheugen van een computer. Deze kon aan of uit staan (binaire stelsel, tellen met 0 en 1).

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eerste generatie computers
De eerste generatie computers waren zo groot als een klaslokaal. Dit kwam doordat één computer tot wel 18.000 elektrodenbuizen kon bevatten.

Een groot probleem van deze generatie computers is dat de elektrodenbuizen regelmatig kapot gingen. Als er een elektrodenbuis stuk was moest de hele computer worden uitgezet om deze te vervangen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eerste generatie computers valt in de periode van de Tweede Wereldoorlog. Waarom vond men juist in deze periode een 'echte' computer uit?
timer
1:00

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De tweede generatie computers
De tweede generatie computers is de periode van 1955-1965.

De elektrobuizen uit de eerste generatie computers werden vervangen door transistoren.

Transistoren hebben verder dezelfde werking als elektrobuizen. Ze kennen alleen een 'aan' en 'uit' stand.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De tweede generatie computers
Transistoren hadden voordelen boven elektrobuizen:

1. Een transistor is veel kleiner
2. Een transistor gebruikt veel minder stroom
3. Een transistor wordt minder warm
4. Een transistor is veel berouwbaarder

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met de komst van transistoren ontstonden de eerste draagbare radio's. Waarom ontstonden deze pas met de komst van transistoren?
timer
1:00

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De derde generatie computers
De derde generatie computers is de periode van 1965-1975.

Integrated circuit (IC's) werden ontwikkeld. IC's zijn beter bekend onder de naam chip. Het is een dun schijfje van een paar vierkante milimeter met daarop zeer kleine schakelingen van transistoren.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vierde generatie computers
De vierde generatie computers is de periode vanaf 1975.

De onderdelen van een chip worden nog kleiner. De microprocessorchip is geboren. Naast dat de transistoren op de chip erg klein zijn geworden bevast een microprocessorchip een complete processor (aansturing). De chip zelf kan gezien worden als een computer.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vierde generatie computers
Gordon Moore, een van de oprichters van chipfabrikant Intel, stelde in 1965 dat het aantal transistors in een geïntegreerde schakeling door de technologische vooruitgang elke twee jaar verdubbelt.

Zijn stelling wordt ook wel de Wet van Moore genoemd.

Moore heeft inmiddels aangegeven dat zijn stelling niet lang houdbaar meer is. We lopen momenteel tegen technologische en fysieke grenzen aan.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vierde generatie computers
Een van de eerste computers uit 1943 telde tot wel 18.000 elektrobuizen en was zo groot als een klaslokaal.

Een van de eerste microprocessorchips, de Intel 8080 uit 1971, telde 4.500 transistoren en was ongeveer 20mm2 


Vraag:
Hoeveel transistoren telde de microprocessorchip Intel Xeon 5160 uit 2006 met een afmeting van 143mm2?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel transistoren telde de microprocessorchip Intel Xeon 5160 uit 2006 met een afmeting van 143mm2?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De vierde generatie computers
Een vergelijking in het aantal het aantal transistoren in een microprocessorchip door de jaren heen:

1974 Intel 8080: 4.500
1989 Intel 80486: 1.000.000
1993 Intel Pentium: 3.100.000
1997 Intel Pentium II: 7.500.000 
1999 Intel Pentium III: 9.500.000
2006 Intel Xeon 5160: 291.000.000
2008 Intel Core i7: 731.000.000
2016 Intel 10-Core i7: 3.200.000.000

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een reden waarom computers van de vierde generatie pas interessant werden voor persoonlijk gebruik.
timer
1:00

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerk per generatie
  • Kenmerk 1e generatie:
  • --> Elektronenbuizen

  • Kenmerk 2e generatie:
  • --> Invoering transistoren

  • Kenmerk 3e generatie:
  • --> Integrated circuit (IC's) / chips

  • Kenmerk 4e generatie
  • --> Microprocessorchip

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf de jaren ´90 grote ontwikkelingen



  • Computers worden Personal Computers
  • Op het werk krijgt iedereen er mee te maken
  • Maar ook thuis
  • Het internet verbindt computers en mensen over de hele wereld
  • Smartphone is eigenlijk de computer in je broekzak
  • Sociale media zijn niet meer weg te denken

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van wanneer tot wanneer liep de derde generatie computers?
A
1940-1955
B
1955-1965
C
1965-1975
D
1975-1985

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerkend voor een computer van de vierde generatie is
A
IC's
B
Radiobuizen
C
Transistors
D
Microprocessorchips

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Twee beweringen:
1: De afkorting IC staat voor integrated circuit en hiermee bedoelen we een chip.
2: De allereerste computers waren veel groter, omdat de chips destijds veen groter waren.
A
1 en 2 zijn juist
B
1 is juist, 2 is onjuist
C
1 is onjuist, 2 is juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Vind de computer opnieuw uit
Stel je voor: We zitten met de hele klas op een schip. Het schip komt in een zware storm en zinkt. Gelukkig kon iedereen het schip veilig verlaten. We spoelen aan op een eiland, we hebben helemaal niets meer. Al onze telefoons, tablets en laptops zijn achtergebleven.

Het eiland is voor iedereen onvindbaar. Om contact met de buitenwereld te maken moeten we de computer opnieuw uitvinden. Alle grondstoffen zijn op het eiland aanwezig. 

Bedenk in groepjes hoe je in 5 stappen een werkende computer kunt maken. Nummer de stappen en zet die in de volgende vraag.

Slide 29 - Tekstslide

De bedoeling van deze vraag is dat leerlingen min of meer abstract een stappenplan maken. 
Dus niet zozeer  hoe het moet gebeuren maar wat
Vind in 5 stappen de computer opnieuw uit. Nummer de stappen en gebruik telkens een nieuw antwoord

Slide 30 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van deze les?
Te moeilijk
Moeilijk
Makkelijk
Te makkelijk

Slide 31 - Poll

Het idee achter deze vraag is dat leerlingen op een min of meer abstracte manier leren hoe de ontwikkelingen van de computer verloopt.
Je kunt het zien als een stappenplan. In de uitleg kun je een analogie maken met de stappen die je neemt om je vakantiebestemming te bepalen.

Wat vond je van deze les?
Heel interessant
Interessant
Een beetje saai
Heel saai

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies