Paragraaf 2 - De grote Oost-Japanse ramp

Welkom!
Vandaag
- Herhalen plaatbewegingen die vulkanen en aardbevingen veroorzaken

- Uitleg H.4 paragraaf 2
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Vandaag
- Herhalen plaatbewegingen die vulkanen en aardbevingen veroorzaken

- Uitleg H.4 paragraaf 2

Slide 1 - Tekstslide

Vulkanisme
Ontstaat bij 2 plaatbewegingen
1. convergentie (platen bewegen naar elkaar toe) --> subductie
--> vulkanen
2. divergentie (platen bewegen van elkaar af) 
--> midoceanische rug

Slide 2 - Tekstslide

De aardkorst verandert voortdurend!
Door natuurkrachten van twee kanten:
1. Van buitenaf door exogene krachten --> verwering en erosie

1. Van binnenuit door endogene krachten
aardkern, aardmantel en aardkorst --> hoe dieper, hoe warmer --> door hitte ontstaan convectiestromen die breuken veroorzaken in de aardkorst

Slide 3 - Tekstslide


Wat ontstaat hier?
A
aardbeving
B
tsunami
C
midoceanische rug
D
orkaan

Slide 4 - Quizvraag

Paragraaf 2 - De grote Oost-Japanse ramp
Leerdoelen
Jij weet hoe een tsunami ontstaat;
Jij weet waarom een tsunami pas gevaarlijk is als hij de kust bereikt;
Jij weet wat de gevolgen zijn van een tsunami;
Jij kunt de fasen van het ontstaan van een tsunami beschrijven aan de hand van een tekening (W7).



Slide 5 - Tekstslide

Zeebeving Japan, 2011 
Veroorzaakt door botsende aardplaten

Groen = Euraziatische plaat
Bruin = Noord-Amerikaanse plaat
Rood = Filipijnse plaat
Geel = Pacifische plaat
 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Zeebeving + tsunami
Zeebeving = een aardbeving in de zee
1. Botsende aardplaten zorgen voor een schok
2. Water wordt door de schok omhoog geduwd
3. Golven; op zee nog niet hoog
4. Bij de kust = ondiepe bodem
5. Water wordt afgeremd door bodem --> struikelt --> hoge golf

Slide 8 - Tekstslide

Tsunami

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

ZEEBEVING
TSUNAMI

Slide 11 - Tekstslide

Kernramp Fukushima
Kernreactor uitgeschakeld --> koelen werkte niet meer --> ontploffingen --> veel straling vrij

Slide 12 - Tekstslide

Wat is er nodig voor het ontstaan van een tsunami?
A
Een diepe kustbodem
B
Een ondiepe kustbodem

Slide 13 - Quizvraag

Met welke schaal meten we de kracht van aardbevingen?
A
Schaal van Aardbevingen
B
Schaal van Beaufort
C
Schaal van Richter
D
Schaal van Fujita

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag!
Lezen: H4 paragraaf 2
Maken: H4 paragraaf 2 opgave 2, 3, 4
Leren: 
- H4 paragraaf 1 + B97, B100, B102 (driehoekje)
- H4 paragraaf 2 begrippen

Slide 15 - Tekstslide

H4 paragraaf 2, les 2
Vorige keer;
- herhaling vulkanisme (endogene + exogene krachten)
- ontstaan van een tsunami
- Oost-Japanese ramp (filmpje)
Vandaag;
- Ik weet wat de Schaal van Richter is en hoe deze werkt;
- Ik kan 10 minuten in stilte werken aan een taak;
- Ik weet wat ik moet leren voor de SO;


Slide 16 - Tekstslide

Endogene krachten
Exogene krachten
Neerslag
Aardbeving
Tsunami
Overstroming
Lawine
Vulkaanuitbarsting
Gebergtevorming
Tornado
Orkaan

Slide 17 - Sleepvraag

Een tsunami kan alleen ontstaan bij een langzaam oplopende kustlijn.

In welke van de drie afbeeldingen hiernaast kan een tsunami ontstaan?

Sleep het woord 'tsunami' naar de juiste afbeelding.



TSUNAMI

Slide 18 - Sleepvraag

Aardbeving/zeebeving
Een aardbeving/zeebeving begint diep in de aardkorst --> hypocentrum

De plek daar recht boven aan het aardoppervlak --> epicentrum
Hier voel je de zwaarste schokken. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Hoe meten we een aardbeving?
Trillingen in de aardkorst worden gemeten --> Schaal van Richter

Elk cijfer op de schaal is 10x zo zwaar als het vorige getal op de schaal. 

Zeebeving in Japan 2011 --> 9 op de Schaal van Richter!

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Tekstslide

Waarom is de kans op zo'n grote aardbeving in Nederland heel klein?

Slide 24 - Open vraag

Upload een foto van de ingvulde W7 (werkboek).

Slide 25 - Open vraag

Aan de slag!
Eventueel: hulp bij opgave 5 (rekenen met schaal)

Maken: H4 paragraaf 2 opgave 2 t/m 6
Leren: H4 paragraaf 1 en 2 (begrippen + B-nummers)
- H4 paragraaf 1 + B97, B100, B102 (driehoekje)
- H4 paragraaf 2 + 

Slide 26 - Tekstslide

Ik wil hulp bij opgave 5 - Rekenen met schaal
Ja
Nee

Slide 27 - Poll

Opgave 5
Rekenen met schaal
Het schaalgetal; 1 : 400.000.000
Van cm naar km = 5 stapjes = 5 nullen eraf!

Slide 28 - Tekstslide

1 : 400.000.000
1 cm is in werkelijkheid ... km
A
40
B
400
C
4000
D
40.000

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide