Thema 3 organen en cellen klas 1

Biologie klas 1 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Biologie klas 1 

Slide 1 - Tekstslide

Wat kan je je nog herinneren van de les van vorige week?

Slide 2 - Open vraag

timer
1:00
Noem zoveel
onderdelen
van een microscoop.

Slide 3 - Woordweb

wat is een preparaat?
A
objectglaasje onder de microscoop
B
dekglaasje onder de microscoop
C
dekglaasje en objectglaasje onder de microscoop
D
oculair op de microscoop

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Sleep de namen van de onderdelen van de microscoop naar de juiste plek.
Oculair
Grote schroef
Revolver
Objectief

Slide 6 - Sleepvraag

Kirsten krijgt de opdracht een preparaat van een weefsel te bekijken.
Welk van deze preparaten moet Kirsten dan bekijken?
A
preparaat 1
B
preparaat 2
C
preparaat 3
D
preparaat 4

Slide 7 - Quizvraag

Welke onderdelen van een plantencel ken je nog?

Slide 8 - Open vraag

plantencel vs. dierencel

Slide 9 - Tekstslide

- Dieren hebben veel verschillende ________
- Cellen van mensen hebben                                                 ____________ kenmerken als cellen van dieren.
-De __________  regelt alles wat er in de cel gebeurt.
-Een dierlijke cel bestaat voor een groot deel 
uit _____
-Om de cellen van dieren ligt een _________
Dezelfde 
Celmembraan 
Celplasma
Celkern 
Cellen 

Slide 10 - Sleepvraag

In welke cellen komen bladgroenkorrels voor?
In de cellen van:
A
dieren
B
mensen
C
planten

Slide 11 - Quizvraag

Zijn cellen van mensen dierlijke cellen?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

Dierlijke cellen
Plantaardige cellen
Bladgroenkorrel
Celkern
Celwand
Celmembraan
Celplasma
Vacuole

Slide 13 - Sleepvraag

Wat hebben plantaardige cellen dat dierlijke cellen niet hebben?
A
celkern
B
celwand
C
bladgroenkorrels
D
celplasma

Slide 14 - Quizvraag

Celdeling - wat is dat?
  • Je lichaam heeft 30 000 000 000 000 (dertig biljoen) cellen
  • Celdeling: één cel maakt een kopie van zichzelf en deelt in tweeën.
  • WaaromGroei (cellen zijn niet mega als je volwassen bent) en vervanging (cellen gaan stuk)

Slide 15 - Tekstslide

Celdeling

Slide 16 - Tekstslide

Bij celdeling is de juiste volgorde:
A
celdeling - plasmagroei - kerndeling
B
plasmagroei - kerndeling - celdeling
C
kerndeling - celdeling - plasmagroei

Slide 17 - Quizvraag


Stelling:
Planten doen niet aan celdeling
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een orgaanstelsel?
A
organisme
B
allemaal cellen bij elkaar die een functie hebben
C
organen die samen een functie hebben.
D
weefsel

Slide 19 - Quizvraag

Welke orgaanstelsels ken je al?

Slide 20 - Open vraag

Hiernaast zie je een orgaanstelsel. Welk orgaanstelsel is dit?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Beenderstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 21 - Quizvraag

Wat staat op volgorde van groot naar klein?
A
weefsels, organen, organisme, cellen
B
organisme, organen, weefsels, cellen
C
organisme, cellen, weefsels, organen
D
organisme, weefsels, cellen, organen

Slide 22 - Quizvraag