Trede 8 les 5

Trede 8
'De spanning stijgt'
Startdatum: 12 april
Einddatum: 18 mei > later
HOE WAS JULLIE VAKANTIE? 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Trede 8
'De spanning stijgt'
Startdatum: 12 april
Einddatum: 18 mei > later
HOE WAS JULLIE VAKANTIE? 

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben we voor de vakantie allemaal gedaan?

Slide 2 - Woordweb

Planning:
  • Twee weken vakantie gehad :) 
  • Nu schrijven 




Vanaf 24 mei alleen maar voorbereiden op de toets . 
25 mei ben ik er waarschijnlijk niet, jullie zelfstandig boekenopdracht 4. 

Slide 3 - Tekstslide

Heb je al eens een nette e-mail geschreven? Waar denk je dan aan?

Slide 4 - Open vraag

Schrijven: 
een nette e-mail
  • Aan: hier vul je het e-mailadres in.
  • Cc: hier kun je het e-mailadres invullen van degene aan wie je de e-mail ook wilt laten lezen.
  • Onderwerp: hier vul je kort in waar de e-mail over gaat, bijvoorbeeld: afspraak 3 augustus.


Slide 5 - Tekstslide

De e-mail zelf
Zorg voor een duidelijke indeling: inleiding, middenstuk en slot.

1. Inleiding: hier schrijf je waar de e-mail over gaat.
2. Middenstuk: hier schrijf je wat je wilt zeggen of vragen.
3. Slot: hier vraag je of je teruggebeld kunt worden. Vergeet dan niet je nummer te geven. Ook kun je hier laten weten dat je een bijlage meestuurt.

Je sluit de e-mail af met 'Met vriendelijke groet,' of 'Met hartelijke groet,'.
Daaronder zet je je naam.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Informatie vragen

Als je per e-mail informatie vraagt, is je schrijfdoel 'activeren'. Je wilt immers dat degene aan wie je de e-mail stuurt in actie komt en je de gevraagde informatie stuurt. Om dat doel te bereiken moet het voor de lezer duidelijk zijn om welke informatie het jou gaat. Dat betekent dat je precies moet uitleggen wat je wilt weten. Dat doe je door een vraag te stellen. Als je erbij vertelt waarom je iets wilt weten, dan is het voor de lezer makkelijker om met je mee te denken.
Bijvoorbeeld:

Je wilt weten hoe laat de juiste bus naar het ziekenhuis vertrekt, want je wilt bij je vriendin van wie de amandelen zijn geknipt op bezoek tijdens het bezoekuur.

Je kunt dan schrijven:
'Morgen wil ik graag tijdens het bezoekuur tussen 14.00 en 15.00 uur in het ziekenhuis zijn om mijn vriendin te bezoeken. Welke bus kan ik dan het beste nemen vanaf het Grotiuscollege en hoe laat vertrekt die bus?'



Slide 8 - Tekstslide

Taalgebruik

Slide 9 - Tekstslide

Aanhef en afsluiting

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
Ga in de LP aan de slag met de opdrachten die horen bij de tweede week:
  • Opletten geblazen
  • Taalgebruik
  • Even mailen
En schrijf zelf een zakelijke e-mail

Slide 11 - Tekstslide

Tips:
1. Als je geen achternaam weet, schrijf je: geachte heer/mevrouw, 
2. Schrijf altijd in vaste volgorde: aan, cc, bcc, onderwerp, aanhef, inleiding, middenstuk, slot, afsluiting.
3. Vragen?


Slide 12 - Tekstslide

Nu gaan jullie aan de slag!
1. Je krijgt van mij een voorbeeld. Je gaat alles opschrijven wat goed is en wat fout is. 
2. Daarna krijg je van mij een opdracht en ga je zelf aan de slag met het schrijven van een nette e-mail. 
3. Als je nog hulp nodig hebt, kun je stap 2 samen doen met mij. We vormen dan een groepje bij het bureau. 


Slide 13 - Tekstslide