Proefles pruiken en revoluties

Welkom bij GESCHIEDENIS!
Mevrouw Belkadi
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij GESCHIEDENIS!
Mevrouw Belkadi

Slide 1 - Tekstslide

Even voorstellen
  • Nada Belkadi
  • 25 jaar
  • Reizen 
  • Boeken 
  • ...


Slide 2 - Tekstslide

Regels 

  • Mobiel in de telefoontas bij binnenkomst.
  • Wanneer ik of de ander praat, ben je stil. 
  • We maken fouten en leren daarvan.



Slide 3 - Tekstslide

Pruiken en revoluties

1700-1800

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je van het tijdvak pruiken en revoluties?

Slide 5 - Woordweb

Leerdoel
  • Hoe begon de Franse revolutie?
  • Wat is absolutisme en welke kritiek kwam daarop?

Slide 6 - Tekstslide

Standenmaatschappij
  • Sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving verdeeld in 3 standen: 'bidders, strijders en werkers'

  • Over deze verdeling kon niet worden getwijfeld: God had dit zo bepaald.

Slide 7 - Tekstslide

De 1e stand
  • De geestelijkheid: de mensen van de kerk. Zij zorgden dat de mensen in de hemel zouden komen. De hoge geestelijken woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).

  • De geestelijken bezaten veel grond: het waren grootgrondbezitters

Slide 8 - Tekstslide

De 2e stand

  • De edelen: de mensen van adel. Zij zorgen voor het bestuur en de verdediging van het land. Zij woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).

  • De koning vertrouwde hen niet: daarom mochten (moesten!) ze bij hem in de buurt wonen. Zo kon hij ze in de gaten houden.



Slide 9 - Tekstslide

De 3e stand
  • De boeren en de burgers. Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde. Daarom waren er in de 3e stand ook grote verschillen. Zo had je de rijke burgerij. Dit waren mensen met een eigen bedrijf of een diploma.

  • De 3e stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.



Slide 10 - Tekstslide

L'État, c'est Moi = De staat, dat ben ik!

  • De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme. 
  • De koning hoeft aan niemand verantwoording af te leggen. 
  • Deze macht is door god gegeven: (goddelijk recht, Droit Devin)
  • Adel: leefde in paleis Versailles. Koning beloonde hen. Zo hield hij ze in zijn macht.

Slide 11 - Tekstslide

Standensamenleving

Slide 12 - Tekstslide

Onvrede binnen de derde stand!
  • 1e/2e stand hadden veel privileges
       Vrijstelling van belastingen

  • 3e stand had het zwaar: 
- boeren arm, ook werken voor de adel,
oogt kon tegenvallen.
- ambachtslieden verdienen weinig

Oneerlijkheid:  3e stand moest belasting betalen, maar mocht niet meebeslissen!

Slide 13 - Tekstslide

Misoogst
1788

  • Door mislukte oogsten waren de graanprijzen (en dus ook de prijs van brood) enorm gestegen. Er ontstonden zelfs hongersnoden.

  • Ondertussen moest de 3e stand wél veel belasting betalen.

Slide 14 - Tekstslide


Frankrijk gaat failliet
mei 1789


  • Feesten, paleizen, bestuur en oorlogen kosten heel veel geld, maar het geld is op. 
  • Koning Lodewijk XVI wil graag meer geld hebben, en roept daarom (voor het eerst in 175 jaar) de Staten-Generaal bij elkaar. De vergadering van de 3 standen.

Slide 15 - Tekstslide

  • De 3e stand hoopt dat de koning nu eindelijk eens naar hen zou luisteren: verlaging van de belasting en/of afschaffing van de privileges. 
  • Helaas: er gebeurt erg weinig. Dit komt ook omdat er per stand wordt gestemd. En de koning heeft altijd de adel en de geestelijkheid mee.

  • De leiders van de 3e stand zijn boos en teleurgesteld, en lopen weg...

Slide 16 - Tekstslide


Eed op de kaatsbaan
juni 1789



  • De 3e stand begint zijn eigen vergadering: de Nationale Vergadering.
  • Een deel van de 1e en 2e stand sluit zich hierbij aan.
  • Op een kaatsbaan spreken ze af pas uit elkaar te gaan als er een nieuwe grondwet is.

Slide 17 - Tekstslide


Hoe bereik je het volk?




  • Niet iedereen kon lezen, zeker niet in de 3e stand. 
  • Maar spotprenten? Die begreep iedereen!

  • Deze spotprenten werden meestal gemaakt door de bourgeoisie.
Geestelijkheid
De 1e stand
Adel
De 2e stand
De 3e stand
Alle mensen die niet bij de 1e of 2e stand horen.

Slide 18 - Tekstslide

Bestorming van de Bastille
14 juli 1789


  • De koning stuurt het leger naar Parijs om groepen mensen uit elkaar te slaan. 
  • Het Franse volk bestormt Bastille, een gevangenis én buskruit-opslag. 

  • De Franse Revolutie is begonnen...en slaat over op andere delen van het land!

Slide 19 - Tekstslide


'Rien'

'Niets' in het Frans.
Dat was het enige dat Lodewijk XVI 's avonds opschreef in zijn dagboek.

Lodewijk had nog wel aan een adviseur gevraagd of het een 'opstand' was.
Deze gaf aan: "Het is geen opstand, het is een revolutie."
Lodewijk begreep er niets van: "Waarom?"

Slide 20 - Tekstslide

De verlichting
  • Wie heeft het recht te regeren en waarom?
  • Grondrechten
  • Leiders moeten naar hun onderdanen luisteren
  • Verdeling van de macht

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoel
  • Hoe begon de Franse revolutie?
  • Wat is absolutisme en welke kritiek kwam daarop?

Slide 22 - Tekstslide