Infusie





Infusie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les





Infusie

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de indicaties voor een perifeer infuus?

Slide 2 - Open vraag

Indicaties
Toedienen van vocht/infuusvloeistoffen in de bloedbaan met of zonder toegevoegde stoffen/medicatie
Toedienen medicatie
Toedienen bloed/bloedproducten
Toedienen medicatie
Toedienen parenterale voeding



Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de contra indicaties voor een perifeer infuus?

Slide 4 - Open vraag

Contra indicaties
  • Oedeem
  • Littekenweefsel
  • verwijderde lymfeklieren
  • ascites
  • huidmetastasen
  • bestraald lichaamsdeel
  • slechte doorbloeding van het lichaamsdeel
  • paretisch lichaamsdeel
  • shunt

Slide 5 - Tekstslide

Infuusvloeistoffen
  • Vloeistof moet steriel zijn
  • Vloeistof moet helder zijn 
  • Osmotische waarde moet gelijk zijn aan het bloed
  • de zuurgraad moet gelijk zijn aan het bloed
  • de vloeistof mag geen pyrogenen bevatten

Slide 6 - Tekstslide

De meest gebruikte (isotone) vloeistoffen zijn:
Fysiologisch zout 0,9%. De oplossing bevat 9 gram NaCl (natriumchloride) per liter.
Glucose 5%. Deze oplossing bevat 50 gram glucose per liter.
Glucose/zoutoplossing met 0,45% NaCl en 2,5% glucose.
Ringer-lactaat. De oplossing bevat natriumchloride, natriumlactaatoplossing, kaliumchloride en calciumchloride-dihydraat.  

Slide 7 - Tekstslide

Benoem 2 complicaties die kunnen optreden bij infusie

Slide 8 - Open vraag

Complicaties
  • Flebitis
  • Sepsis 
  • Subcutaan lopen van het infuus
  • Infectie bij de insteekopening
  • Overvulling
  • Allergische reacties
  • Luchtembolie

Slide 9 - Tekstslide

Zorg voor het infuus
  • Verzorgen insteekopening
  •  Controleer dagelijks de insteekopening op infectietekenen
  • In bad gaan wordt afgeraden. Verweking van de huid.
  • Let op de fixatie van het infuus.
  • Voorlichting naar de patiënt.

Slide 10 - Tekstslide

Plaatsen voor een venapunctie
  • Elleboog
  • Onderarm
  • Handrug
  • Voet
  • Enkels 

Slide 11 - Tekstslide

Noem 1 indicatie voor een venapunctie

Slide 12 - Open vraag

Indicaties voor een venapunctie

  • Voor het stellen van een diagnose
  • Voor het volgen van het verloop van een aandoening
  • Voor het instellen, evalueren en bijstellen van een behandeling
  • Bij klinische verschijnselen van een bacteriemie of endocarditis
  • Bij koorts

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het doel van een infuus?
A
Vloeistoffen toedienen
B
Medicijnen toedienen
C
Bloed toedienen
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de voorkeurslocatie van een infuus
A
de hand
B
de elleboog
C
de onderarm
D
de voet

Slide 15 - Quizvraag

Bij het klaarmaken van een infuus met antibiotica trek je handschoenen aan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Bij het inbrengen van een infuus beschermen niet-steriele handschoenen de vpk:
A
Tegen een prikaccident
B
Tegen bloedcontact
C
Tegen een kruisinfectie
D
Tegen allergieën

Slide 17 - Quizvraag


Een perifeer infuus breng je NIET in in de arm ...
A
waar de zorgvragen een shunt heeft
B
waar de lymfeklieren zijn weggehaald
C
die verlamd is
D
A, B en C zijn correct

Slide 18 - Quizvraag

Een perifeer infuus is geschikt voor het toedienen van medicatie die irriterend is voor de vaatwand.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Een perifeer infuus is geschikt om gedurende drie weken intraveneus toedienen van antibiotica.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Cliënt krijgt een allergische reactie op het medicijn wat jij IV aan het toedienen bent.

Wat is je eerste actie?
A
Arts bellen
B
Infuus eruit halen
C
Infuus stopzetten
D
Al het bovenstaande

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een absolute contra indicatie voor een infuus?
A
geen van deze
B
sepsis
C
delier
D
hartfalen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is geen contra- indicatie voor het plaatsen van een infuus?
A
Shunt
B
Lokale infecties
C
Toediening van TPV
D
Parese (verlamming)

Slide 23 - Quizvraag

Wat zijn mogelijke complicaties bij het zetten van een perifeer infuus?
A
Hematoom, subcutaan lopen, embolie en flebitis
B
Smetten, hematoom en flebitis
C
Gangreen, flebitis, embolie en subcutaan lopen
D
Embolie, flebitis en een delier

Slide 24 - Quizvraag

Het toedienen van medicatie via een infuus valt onder:
A
Enterale toediening
B
Parenterale toediening
C
Spinale toediening
D
Intramusculaire toediening

Slide 25 - Quizvraag