3.4 Decimale getallen

Decimale getallen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Decimale getallen

Slide 1 - Tekstslide

Decimaal getal

Slide 2 - Woordweb

Decimale getallen
Wat gaan we deze les leren:
  • Wat een decimaal getal is
  • Breuken om te zetten in een decimaal getal
  • Waarde van de decimale getallen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

10 je zegt tien
0,1 je zegt 1 tiende
100 je zegt honderd
0,01 je zegt 1 honderdste
1000 je zegt duizend
0,001 je zegt 1 duizendste
je moet zorgen dat de noemer van een breuk daarom altijd  10,  100, 1000 of is.

Slide 6 - Tekstslide

0,8
De 8 is een
A
Tiende
B
Eenheid
C
Tiental
D
Honderdtal

Slide 7 - Quizvraag

2,47
De 7 is een
A
Tiende
B
Honderdtal
C
Honderdste
D
Tiental

Slide 8 - Quizvraag

8,75
De 8 is een
A
Tiental
B
Tiende
C
Eenheid
D
Honderdste

Slide 9 - Quizvraag

8 tiende
A
8
B
0,8
C
80
D
0,08

Slide 10 - Quizvraag

0,27 =
A
27 honderdsten
B
27 tienden
C
27 eenheden
D
27 decimalen

Slide 11 - Quizvraag

2,7 =
A
2 eenheden en 7 tienden
B
27 tienden
C
27 tientallen
D
27 honderdsten

Slide 12 - Quizvraag

5 tiende =
A
0,5
B
0,05
C
5
D
50

Slide 13 - Quizvraag

5 honderdste =
A
0,5
B
0,05
C
5
D
500

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel decimalen heeft
15,603
A
5
B
3
C
603
D
0

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel decimalen heeft
4,49
A
49
B
2
C
4
D
1

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel is de 5 waard in
6,75
A
5
B
0,5
C
50
D
0,05

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel is de 8 waard in
6,89159
A
8
B
0,8
C
80
D
6,8

Slide 18 - Quizvraag

Ik heb goed meegedaan
A
Ja
B
Nee
C
Ik weet het niet
D
Een beetje

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Tienden
schrijf de breuk           als decimaal getal.

Hier is de noemer geen 10 dus moet  je eerst zorgen dat de noemer 10 is.

53
53=106=0,6

Slide 21 - Tekstslide

Honderdsten
schrijf de breuk           als decimaal getal.

Hier de noemer 10 maken is niet handig. 
25 is al  groter dan 10, dus moet  je nu zorgen dat de noemer 100 wordt.

251
251=1004=0,04

Slide 22 - Tekstslide

decimale getallen
schrijf de breuk           als decimaal getal.

Hier is de noemer al 10 dus kan je gelijk het decimale getal opschrijven.

109
109=0,9

Slide 23 - Tekstslide