2.Stunde 3HV 25/26

  Herzlich Willkommen
1. Setz dich auf deinen Platz                                        

2. Pak dein Arbeitsbuch
                                                                      
3. Nicht reden
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

  Herzlich Willkommen
1. Setz dich auf deinen Platz                                        

2. Pak dein Arbeitsbuch
                                                                      
3. Nicht reden

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?

Slide 2 - Tekstslide

Eine Ansichtskarte 
Du musst eine schöne Ansichtskarte machen und über deine Sommerferien schreiben

  • Welche Information brauchst du hierfür? Denk an Wortschatz und Grammatik? 
  • Arbeitet zu zweit: schreibt alle Informationen auf 
  • Zeit: 2 MIn.
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Lernziel

  • Du hast die Basis- Grammatik wiederholt 
  • Du weißt, welche Grammatik du nochmal lernen musst.

Slide 4 - Tekstslide

Programm
  • Quiz: Was weiß ich über Deutschland/ Wie gut kann ich die Grammatik noch?
  • Startschritte: S 15 wiederholen/ machen
  • Grammatik : Perfekt erklären

Slide 5 - Tekstslide

QUIZ

Wie gut bist du in Deutsch?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de hoofdstad
van Duitsland?

timer
0:20
A
Köln
B
Hamburg
C
Berlin
D
München

Slide 7 - Quizvraag

Van boven naar beneden is
de Duitse vlag:

timer
0:20
A
Zwart – goud - rood
B
Zwart – rood - goud
C
Goud – rood - zwart
D
Rood – zwart - goud

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel inwoners heeft
Duitsland?

timer
0:20
A
Ongeveer 10 miljoen
B
Ongeveer 40 miljoen
C
Ongeveer 80 miljoen
D
Ongeveer 150 miljoen

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel mensen in Europa hebben
de Duitse taal als hun moedertaal?
timer
0:20
A
ongeveer 80 miljoen
B
ongeveer 100 miljoen
C
ongeveer 95 miljoen
D
ongeveer 120 miljoen

Slide 10 - Quizvraag

Duits is de meest gesproken moedertaal in de Europese Unie.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

.................. is bij uitstek de populairste sport in Duitsland.
A
Voetbal
B
Zwemmen
C
Golf
D
Autorace

Slide 12 - Quizvraag

Wat is NIET typisch Duits?
A
poffertjes
B
bier
C
braadworst
D
bretzel

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet de snelweg in het Duits?
A
Autobahn
B
Schnellweg
C
Fahrbahn
D
Autoweg

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het hoogste cijfer dat je in Duitsland op school kunt halen?
A
6
B
1
C
10
D
5

Slide 15 - Quizvraag

Welk woord ontbreekt in de zin:
Die Schule ............... wieder angefangen.
A
seit
B
hat
C
habt
D
ist

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord ontbreekt in de zin:
Willie ............... jeden Samstag bei Lidl.
A
arbeit
B
werkt
C
arbeitet
D
schlaft

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de goede vertaling:
Hij heeft een zus een een broer.
A
Er hat ein Schwester un ein Bruder
B
Er habt eine Schwester und eine Bruder
C
Er hat eine Schwester und einen Bruder
D
Er hat einen Schwester und eine Bruder

Slide 18 - Quizvraag

Wat is meewerkend vw van het woord een broer in het Duits

Slide 19 - Open vraag

Wat is de vierde nv van : das Buch

Slide 20 - Open vraag

Wat is de derde nv van : meine Mutter

Slide 21 - Open vraag

Startschritte
Macht jetzt die Aufgaben von S15: Alle Aufgaben / Selbstständig

Zeit: 

timer
1:00

Slide 22 - Tekstslide

Wie war der Unterricht heute?
  • Schreibe auf:
  • Was musst du selbst noch an Grammatik wiederholen?
  • Welche Info brauchst du noch um eine Ansichtskarte zu schreiben
  • Antwort bitte in die Box.

Slide 23 - Tekstslide

Hausaufgabe
Lernen:
  • Startschritte : S 16 ( erste Hälfte)

Machen:
  • S15 fertig

Slide 24 - Tekstslide

Bonusaufgabe
Ergänze: hebben - zijn - werken-  heten -  spelen

1. Wo ................du in den Ferien gewesen?
2. Er..................... jeden Samstag Fußball.
3.Mein Vater............................. für eine deutsche Firma.
4.  Ihr......................... 3 mal in der Woche Deutsch.
5. Wie ........................deine Schwestern? 

Slide 25 - Tekstslide

Sommerferien
Wie waren deine Sommerferien?

Slide 26 - Tekstslide

Ferien
Wir lesen erst einen Text über dei Sommerferien?
Unterstreiche alle Wörter die du nicht kennst?
Probiere in der Gruppe die Übersetzung zu finden und beantwortet die Fragen

timer
1:00

Slide 27 - Tekstslide

Ferien

 Schreibt eine Ansichtskarte an eure Lehrerin und erzählt über eure Ferien.
Minimum 12 Sätze. Achtet auf die Grammatik.
Zeichne eine schöne Ansichtskarte ( entweder von deinem Urlaub oder etwas was mit Deutsch zu tun hat)

Slide 28 - Tekstslide

Tips..
Diese Sätze können dir helfen:
Ich war/ bin in.......gewesen.
Ich habe.....gegessen, geschlafen, besucht,.....
Das Wetter war heiß, warm, nicht so gut, regnerisch,.......
Ich bin mit dem Auto/ Zug gefahren..... ich bin geflogen
Das Essen war lecker/ schmeckte mir gar nicht, weil......
Ich war mit meiner Familie/ meinen Freunden/........


Slide 29 - Tekstslide