Startrekenen 1F H2 Optellen 2.4

H2 Optellen
2.4

optellen tot 100
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

H2 Optellen
2.4

optellen tot 100

Slide 1 - Tekstslide

Doelen


Ik reken een optelsom uit 
tot 1.000 (duizend).



Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Open vraag

lesinhoud:
1. Optellen
2. Splitsen
3. Cijferend optellen

Slide 4 - Tekstslide

1. optellen

= getallen bij elkaar tellen




Dit kan met een getallenlijn.










Slide 5 - Tekstslide


Als je tientallen
bij elkaar optelt, 
kun je stappen van 10 zetten.


50
20
50

Slide 6 - Tekstslide

20 + 10 =

Slide 7 - Open vraag

40 + 60 =

Slide 8 - Open vraag

10 + 40 =

Slide 9 - Open vraag


Als je honderdtallen
bij elkaar optelt, 
kun je stappen van 100 zetten.


500
200
500

Slide 10 - Tekstslide

200 + 100 =

Slide 11 - Open vraag

400 + 600 =

Slide 12 - Open vraag

100 + 400 =

Slide 13 - Open vraag


Maar wat nou als je
over het tiental heen gaat?
of over het honderdtal? 




Slide 14 - Tekstslide



Dan ga je 
het getal dat erbij komt splitsen.











Slide 15 - Tekstslide

Je noemt dit ook wel :

aanvullen
tot het volgende tiental of
                                         honderdtal.

Slide 16 - Tekstslide

Je noemt dit ook wel :


aanvullen
tot het volgende tiental of
                                     honderdtal.
0
20
30
0
0
0
0
0
0

Slide 17 - Tekstslide

2. Splitsen


We gaan het oefenen 
met honderdtallen en duizendtallen.










Slide 18 - Tekstslide

Splits het volgende getal.
100
50 . . . . . . . . . . . . ?

Slide 19 - Open vraag

Splits het volgende getal.
100
30 . . . . . . . . . . . . ?

Slide 20 - Open vraag

Splits het volgende getal.
100
80 . . . . . . . . . . . . ?

Slide 21 - Open vraag

Splits het volgende getal.
100
10 . . . . . . . . . . . . ?

Slide 22 - Open vraag

Splits het volgende getal.
1.000
100 . . . . . . . . . . . . ?

Slide 23 - Open vraag

Splits het volgende getal.
1.000
500 . . . . . . . . . . . . ?

Slide 24 - Open vraag

Splits het volgende getal.
1.000
900 . . . . . . . . . . . . ?

Slide 25 - Open vraag

Splits het volgende getal.
1.000
700 . . . . . . . . . . . . ?

Slide 26 - Open vraag

Door getallen in waarde
onder elkaar te zetten,
kun je handig optellen.

Dit noem je: 
cijferend rekenen

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Hoe groot of klein de getallen ook zijn, dat maakt niet uit,

als je maar de juiste waarde onder elkaar zet!

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

ook grotere getallen met een nul
op het einde...
TIP: Gebruik het rekenmachine!

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

aan de slag!
Gr 1: Maak opdr. 38 , 40 , 45
Gr 2: Maak opdr. 39 , 41 , 42 , 45

Klaar? 
1.Maak de opdrachten via JE.
2.Maak test jezelf (blz. 78-79)
3.Werk in zelfstandige map
volgende week: toets H2

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

als je getallen splitst,
splits je ze in waarden.


3 honderdtallen = 300
1 tiental =   10
7 eenheden =     7

Slide 36 - Tekstslide

Splits het volgende getal.

514

Slide 37 - Open vraag

Splitst het volgende getal.

688

Slide 38 - Open vraag