Thema 5 Blok 3 De stad verandert 1920

Thema 5 De Stad 
Blok 3  
Hoe is de stad na 1870 veranderd?  
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 5 De Stad 
Blok 3  
Hoe is de stad na 1870 veranderd?  

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
  • Herhalen Blok 1 en 2
  • Uitleg Blok 3
  • Vragen stellen
  • Wat ga je komende week doen? 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de naam van dit type wijk?

Slide 3 - Open vraag

Doetinchem en Arnhem vallen binnen de reikwijdte van een bakker uit Didam
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quizvraag

Het gebied waaruit mensen regelmatig voor voorzieningen naar Arnhem komen, is het … van Arnhem

Slide 5 - Open vraag

Het minimum aantal mogelijke klanten die een voorziening nodig heeft om te kunnen bestaan, heet de ...

Slide 6 - Open vraag

Een aantal steden en dorpen die tegen elkaar zijn gegroeid, heet samen een ...

Slide 7 - Open vraag

Noem 3 dingen waar een middeleeuwse stad zich goed mee kon beschermen

Slide 8 - Open vraag

Hoe kwam een stad aan stadsrechten?

Slide 9 - Open vraag

In Duitsland (maar ook in Zwolle, Zutphen, Deventer) gingen handelaren uit verschillende steden met elkaar samenwerken in de ...

Slide 10 - Open vraag

Met een wissel kon iemand...

Slide 11 - Open vraag

Wat leer je deze week? 
  • Je kan uitleggen waarom na 1870 veel Nederlandse steden snel groeiden en waarom daar veel goedkope woonwijken gebouwd werden. 
  • Je kan uitleggen hoe  fabrieksarbeiders leefden en woonden in de 19e eeuw
  •  Je uitleggen wat de Woningwet van 1901 inhield 
  • Je kan verklaren waarom er na WOII veel vraag was naar woningen.
  • Je kan uitleggen wat suburbanisatie en re-urbanisatie is en deze twee verschijnselen verklaren. 
  • Je kan uitleggen waarom de overheid groeikernen aanwees en twee voorbeelden van een groeikern noemen.
  • Je kan uitleggen wat verpaupering, renoveren en saneren is.
  • Je kent alle begrippen van Blok 3

Slide 12 - Tekstslide

Fabrieken in de stad
De steden groeien na 1870 snel. Dit komt door: 
  •  de bevolkingsgroei
  •  er was minder werk op het platteland (machines)
  •  In de steden waren fabrieken en daar was wel werk.


Mensen trokken naar de stad: urbanisatie. De woon- en leefomstandighede van deze arbeiders was  erg slecht. 

Mussenstraat Arnhem
Arbeiderswoningen in Arnhem

Slide 13 - Tekstslide

Een krotwoning uit de 19e eeuw

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Nieuwe arbeiderswoningen
De woningen voor de arbeiders in de steden: 
  • Slechte kwaliteit huizen. Geen frisse lucht, amper ramen,  slechte ventilatie, te klein. 
  • Grote families leefden in één ruimte.
  • Geen riolering, elektriciteit en waterleiding.

In 1901 kwam er de Woningwet: 
de overheid stelt eisen aan de kwaliteit van huizen en straten.

Krotwoningen
In het Openlucht Museum kan je een krotwoning uit de Jordaan bekijken. Je kan hier goed zien hoe de armste mensen woonden in de 19e eeuw. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Na de Tweede Wereldoorlog nam de vraag naar woningen verder toe: 
  1.  In de oorlog hadden veel mensen trouwen en kinderen krijgen uitgesteld. 
  2. Na 1949 kwamen veel mensen naar Nederland vanuit de voormalige kolonie Indonesië. 
  3. De urbanisatie ging verder.  

Nieuwbouwwijk Malburgen
De steden groeien verder

Slide 18 - Tekstslide

Weg uit de stad
Na 1960 gingen veel mensen meer geld verdienen. 

Ze wilden een groter huis met een tuin. Ze kochten een auto en gingen buiten de stad wonen. 
Dit heet suburbanisatie.


Wonen in Elst in een 'doorzonwoning' en ,werken in Arnhem

Slide 19 - Tekstslide

Weg uit de stad
  • Om aan deze woonwensen te voldoen worden groeikernen aangewezen: plaatsen om nieuwe wijken te bouwen.
  • Suburbanisatie zorgde ervoor dat mensen dagelijks van hun woonplaats naar hun werk gingen reizen. 
  • Iemand die dagelijks naar zijn werk in de stad reist is een forens
Kun je de link leggen tussen forensen en files?

Slide 20 - Tekstslide

Suburbanisatie
Weer terug verhuizen naar het platteland
In onze regio vertrokken mensen naar bijvoorbeeld Elst, Duiven of Westervoort. 

Slide 21 - Tekstslide



Vanaf 1970 verpauperden steden steeds verder:
  • Jonge en rijke mensen vertrokken.  Arme en  oude mensen bleven achter.
  • Huizen en voorzieningen werd niet meer goed onderhouden: verpaupering.
  • De leefbaarheid van steden ging verder achteruit
Verpaupering van wijken

Slide 22 - Tekstslide

Slopen en bouwen
Gemeenten wilden graag weer jonge en rijke mensen trekken. Hoe gingen ze dat doen? 

Stadsvernieuwing:
  • Restauratie: het repareren van oude gebouwen. 
  • Renovatie: het verbeteren en aanpassen van woningen en gebouwen. 
  • Saneren: het afbreken van slechte gebouwen en het opnieuw opbouwen van een buurt. 

Slide 23 - Tekstslide

Slopen en bouwen
  • De compacte stad:  Delen van de stad waarin de verwaarloosde gebouwen zijn opgeknapt en volgebouwd.


  •  Om de stad heen kwamen veel nieuwe Vinex-wijken voor mensen die graag in ruime huizen dicht bij de stad wilden wonen. Een Vinex-wijk in Arnhem is de Schuytgraaf. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Re-urbanisatie
Het weer terug verhuizen naar de stad vanuit groeikernen en gebieden buiten de stad. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Een veilige stad
Het verbeteren en vervangen van gebouwen is niet genoeg voor een veilige en gezellige buurt.

Wat kunnen de gemeente en bewoners volgens jou doen voor een veilige en gezellige buurt?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Wat moet je nu doen?
Inleveren PO: De Brief voor de Koning 
Waar? Its Learning inlevertool Wanneer? uiterlijk 20 april 12:30u

Inleveren huiswerk blok 1, 2 en 3 + bekijken/maken Lesson Up
Waar? MS Teams inlevertool Wanneer? uiterlijk 20 april 12:30u
(linkje van MS Teams stuur ik zo ook in deze groepschat) 

Digitale thuistoets (50% cijfer) verzet naar week van 11 mei.  

Slide 31 - Tekstslide

De weektaak
Blok 3 De stad verandert
Lezen: blz. 108 t/m 111  
Maken: 2, 3, 4 , 6ab, 8, 10, 11, 12, 13ab, 16, 17a, 18, 19ab, 21, 22 en 24
Havo/Vwo: 14 
Leren: Begrippen blok 1 t/m 3 + leerdoelen blok 1 t/m 3
Stuur je werk in via Teams. 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link