2.2 - Plaatranden (2/2) Aardbevingen - G2A

                          
                            Aardrijkskunde
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

                          
                            Aardrijkskunde

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Herhalen plaatgrenzen
  • Ontstaan en verdwijnen van continenten
  • Aardbevingen

Slide 2 - Tekstslide

Welk plaat heeft de hoogste dichtheid?

Slide 3 - Tekstslide

Welke plaat heeft de hoogste dichtheid?
A
Oceanisch
B
Continentaal

Slide 4 - Quizvraag

Divergent
Convergent
Transform

Slide 5 - Sleepvraag

Aan het einde..
  • Begrijp je hoe aardbevingen ontstaan
  • Begrijp je hoe aardkorst ontstaat en verdwijnt
Actieve Aarde

Slide 6 - Tekstslide

Maar wat gebeurt er op die plaatgrenzen?

Slide 7 - Tekstslide

Divergente breuken
  • Convectiecellen trekken platen uit elkaar

  • De platen drijven beide een andere kant uit

  • Magma komt omhoog tussen de platen door en stolt

  • Nieuwe plaat wordt gevormd

Slide 8 - Tekstslide

Onder water: Mid-Oceanische rug
(Magma stolt meteen door het koude water)
Op het land: Spreidingszone
(bijv: IJsland)

Slide 9 - Tekstslide

Convergente breuken
  • Platen bewegen tegen elkaar aan

  • Twee dingen kunnen gebeuren: plooiing of subductie

  • Hierbij ontstaan ook aardbevingen!

Slide 10 - Tekstslide

De twee platen zijn even zwaar: plooiing
Één plaat is zwaarder dan de ander: subductie

Slide 11 - Tekstslide

Transforme breuken
  • Platen schuren langs elkaar

  • Krachtige aardbevingen

Slide 12 - Tekstslide

Die grote aardbeving in San Francisco...
(The Big One)
...komt ook van een transforme breuk
(San Andreas Faultline)

Slide 13 - Tekstslide

De randen van de platen zijn nooit mooi recht. Ze bestaan uit rotsen en stenen.

Slide 14 - Tekstslide

Aardbevingen
  1. Platen worden door convectie over de aarde bewogen

  2. Platen zijn een beetje elastisch. Het midden begint al te bewegen, de randen blijven nog steken.

  3. Als de kracht te groot wordt, schiet de plaat in één keer los: een aardbeving


  4. Hypocenter:       De plek waar de trilling begint in de grond
    Epicenter:            De plek aan het aardoppervlak recht bóven
                                      het hypocenter

Slide 15 - Tekstslide

Bij twee van de drie soorten breuken kunnen grote aardbevingen voorkomen. Welke zijn dat, en waarom bij die twee wel en bij de andere niet?

Slide 16 - Open vraag

Hier klopt iets niet
Wat voor breuk veroorzaakte deze aardbeving?

Slide 17 - Tekstslide

Schaal van Richter
  • Schaal van 1 tot (waarschijnlijk) 12

  • Meet hoeveel energie er vrij komt

  • Meet de kracht in het hypocenter

  • Logaritmisch: dus 6 is tien keer zo zwaar als 5

Slide 18 - Tekstslide

Leg uit waarom een aardbeving van 3.2 in bijvoorbeeld Groningen
heel heftig kan zijn, terwijl een aardbeving van 5.6 in de Himalaya
nauwelijks wordt gevoeld.

Slide 19 - Open vraag

Convergente breuk
Divergente breuk
Transforme breuk
Nieuwe aardkorst
Aardbevingen
Korst verdwijnt
Mid-oceanische rug
Gebergtevorming

Slide 20 - Sleepvraag

Als er in een gebied met veel aardbevingen al lang geen aardbeving is geweest, worden mensen zenuwachtig. Waarom?

Slide 21 - Open vraag

Huiswerk                                                          
Paragraaf 2.2
t/m opdracht 9

Werk zelfstandig. Heb je een
vraag? Ga dan even verder met 
de volgende opdracht.
Ik kom bij je langs!

Slide 22 - Tekstslide

Aan het einde..
  • Begrijp je hoe aardbevingen ontstaan
  • Begrijp je hoe aardkorst ontstaat en verdwijnt
Actieve Aarde

Slide 23 - Tekstslide

                          
                            Aardrijkskunde

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link