Week 21 - les 2 - B1D

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Le programme:

* SO / au travail

* Corriger bloc F 

* Expliquer bloc H

* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het SO gemaakt / heb je ex. 23d, 24 en 25 afgemaakt.

* heb je de opdrachten van bloc F nagekeken.

* heb je het werkwoord aller bekeken en er een paar opdrachten van gemaakt.

Le programme:

* SO / au travail

* Corriger bloc F 

* Expliquer bloc H

* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het SO gemaakt / heb je ex. 23d, 24 en 25 afgemaakt.

* heb je de opdrachten van bloc F nagekeken.

* heb je het werkwoord aller bekeken en er een paar opdrachten van gemaakt.

SO:

- faites le contrôle.

- notes ton nom + ta classe.

- temps: 25 minutes.

- questions? Posez-les!

- prêt? Lisez p. 74/75. 

Au travail:

- faites ex. 23d, 24 et 25. Zorg ervoor dat die opdrachten zo af zijn!

- temps: 25 minutes.

- questions? Posez-les dans le 'chat'. 

- prêt? Lisez p. 74/75.

Le programme:

* SO / au travail

* Corriger bloc F 

* Expliquer bloc H

* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het SO gemaakt / heb je ex. 23d, 24 en 25 afgemaakt.

* heb je de opdrachten van bloc F nagekeken.

* heb je het werkwoord aller bekeken en er een paar opdrachten van gemaakt.

Corriger bloc F

Ex. 23d (p. 70)

1. Ja, zie de woorden 'adore, profite, aime, parfait'.
2. Er is rust op het platteland.

Ex. 24a

1. calme
2. village
3. ville
4. seul
5. trop
6. chien
7. colonne grise = maison, c'est 'huis' 

Ex. 24b

Welke woorden heb je daar opgeschreven?

Ex. 24b

Welke woorden heb je daar opgeschreven?

terrasse, vélo, café, arbre, magasin, métro, à pied, boulangerie, rue, chien, chat (etc.)

Ex. 25

1. J'habite à Paris.
2. Il y a beaucoup de choses à faire.
3. Oui, il y a un café.
4. Je peux aller au café en métro. 

Le programme:

* SO / au travail

* Corriger bloc F 

* Expliquer bloc H

* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het SO gemaakt / heb je ex. 23d, 24 en 25 afgemaakt.

* heb je de opdrachten van bloc F nagekeken.

* heb je het werkwoord aller bekeken en er een paar opdrachten van gemaakt.

Bloc H (p. 74)

- Ex. 29a: wat betekent de titel en waar gaan de mensen naartoe?

- Aantekening maken van het werkwoord 'aller'

Het werkwoord aller

• aller = gaan. Het werkwoord is onregelmatig (ook al eindigt het op ER).

je vais = ik ga

tu vas = jij gaat

il/elle/on va = hij/zij/wij gaat/gaan

nous allons = wij gaan

vous allez = jullie gaan/u gaat

ils/elles vont = zij gaan 

Bloc H (p. 74)

- Ex. 29a: wat betekent de titel en waar gaan de mensen naartoe? 

- Aantekening maken van het werkwoord 'aller'

- Ex. 29c: liedje beluisteren, onderstreep de vormen van aller (of markeer ze).

- Faites: ex. 29d (welke vorm hoort er te staan?) et ex. 29e (welk onderwerp en werkwoord hoort er te staan?).

Le programme:

* SO / au travail

* Corriger bloc F 

* Expliquer bloc H

* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het SO gemaakt / heb je ex. 23d, 24 en 25 afgemaakt.

* heb je de opdrachten van bloc F nagekeken.

* heb je het werkwoord aller bekeken en er een paar opdrachten van gemaakt.

La fin

- Qu'est-ce qu'on a appris cette semaine?

- SO: cijfers deze week op Magister

Les devoirs

Faire: ex. 29de.

Apprendre: bloc E et F.