In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 35 min
Onderdelen in deze les
Handel en nijverheid in de republiek
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
economische groei
Vooral in Holland en Zeeland
Slide 4 - Tekstslide
economische groei
Oorzaak 1: Handel met het Oostzeegebied
Graan en hout voor haring.
Scheepsbouw en houtzagerij.
Slide 5 - Tekstslide
economische groei
Oorzaak 2: Verovering van Antwerpen door de Spanjaarden in 1585.
Protestantse kooplieden en ambachtslieden vluchten toen naar Amsterdam. >
Ze namen geld, kennis en handelscontacten mee. >
Amsterdam werd zo de belangrijkste handelsstad.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Gevolg
Holland kreeg veel kennis, geld en arbeidskracht erbij.
Slide 8 - Tekstslide
Val van Antwerpen.
Blokkade van de Schelde
Slide 9 - Tekstslide
Stapelmarkt
= Een plaats waar ingekochte handelswaar wordt opgeslagen om van daar uit weer verder te worden verhandeld. --> opslag: grachtenpanden
A'dam belangrijkste stapelmarkt van Europa
Slide 10 - Tekstslide
Wat is de Amsterdamse stapelmarkt?
A
Een kunstmarkt in Amsterdam.
B
Een voedselmarkt in Amsterdam.
C
Een historische markt voor goederenhandel in Amsterdam.
D
Een moderne winkelstraat in Amsterdam.
Slide 11 - Quizvraag
Noem twee oorzaken van de groeide handel en nijverheid in de Republiek.
Slide 12 - Open vraag
Wat was het doel van de Amsterdamse stapelmarkt?
A
Het bieden van sociale ontmoetingsplekken.
B
Het verbeteren van de handel en economie van Amsterdam.
C
Het promoten van culturele diversiteit.
D
Het organiseren van religieuze evenementen.
Slide 13 - Quizvraag
Welke goederen werden verhandeld op de Amsterdamse stapelmarkt?
A
Alleen voedingsmiddelen.
B
Alleen bouwmaterialen.
C
Alleen luxegoederen.
D
Specerijen, textiel, en andere handelswaren.
Slide 14 - Quizvraag
Handelskapitalisme
= Een manier van geld verdienen waarbij kooplieden proberen met handel zoveel mogelijk winst te maken.
Slide 15 - Tekstslide
Bloeiende handel
Nieuwe manieren van geld verdienen
droogleggen van meren (de Beemster)
Verpachten van de nieuwe landbouwgrond
Nijverheid (grondstof -> product)
Houtindustrie: meubels + schepen.
Textielindustrie: lakens en kleren.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Nieuwkomers in de 17e eeuw.
Grote groei bevolking vanwege veel werk met hoge lonen (schepen, havens & werkplaatsen)
Verdraagzaamheid: Accepteren dat niet iedereen hetzelfde geloofde als jij. Vluchtelingen: Mensen die vervolgd werden om hun geloof trokken naar de Republiek; migratie
Spanje & Portugal: joden
Frankrijk & Antwerpen: protestanten
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Noem twee oorzaken van de grote bevolkingsgroei in de Republiek.
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Video
Huiswerk les 1:
Maak de vragen 2, 3, 4, en 5
Huiswerk les 2:
Maak de vragen 6, 7, 8,10, 11 en 12
Slide 24 - Tekstslide
Filmpje
De VOC in 'Indië' (Indonesië)
En de WIC
Slide 25 - Tekstslide
Oprichting VOC - > 1602
In 1602 worden alle losse compagnieën samengevoegd
Zij zijn samen de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)
De VOC krijgt een handelsmonopolie
Om dit af te dwingen mag de VOC ook oorlog voeren
Monopolie betekent dat je de enige bent die in iets handelt