H13 - TIJD - les 1

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 13
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 13

Slide 1 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 13 - Tijd - les 1
Je weet wat tijd is en kent begrippen die met tijd te maken hebben.

Je kunt op een klok met wijzers tijdstippen tot op de minuut aflezen.

Je kunt op een analoge klok tijdstippen tot op de minuut aflezen.


Doel van de les:

Slide 2 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
13.1 - Wat is tijd?
les 1
Als je wilt zeggen hoe laat het is of hoe lang iets duurt, heb je het over tijd.
Je kunt dan de woorden seconde, minuut, uur, dag, week, maand en jaar gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
13.2 - Klokkijken
les 1
Een klok heeft een kleine en een grote wijzer.
De kleine wijzer geeft de uren aan.
De grote wijzer geeft de minuten aan.

Aan de grote wijzer kun je zien of het een heel uur of een half uur is

Slide 4 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
13.2 - Klokkijken
les 1
De kleine wijzer staat op de 3.
De grote wijzer staat op de 12,
dus het is een heel uur.

Het is 3 uur.



De kleine wijzer staat tussen de 3 en de 4.
De grote wijzer staat op de 6,
dus het is een half uur.
Het is half 4.
 



Slide 5 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
13.2 - Klokkijken
les 1
Je kunt de grote wijzer ook gebruiken om de minuten af te lezen.




Slide 6 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
13.2 - Klokkijken
les 1
Hoe laat is het op de klok?



Stap 1
Kijk hoe laat het ongeveer is.

Het is iets over half 3.

Slide 7 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
13.2 - Klokkijken
les 1
Hoe laat is het op de klok?



Stap 2
Tel de minuten
Het is 4 minuten over half 3.
Je spreekt dit uit als 4 over half 3.

Slide 8 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
13.2 - Klokkijken
les 1
Hoe laat is het op de klok?



Als de grote wijzer op 15 minuten over het hele uur staat,
noem je dat kwart over.

Het is 15 minuten over 2.
Het is kwart over twee.

Slide 9 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
13.2 - Klokkijken
les 1
Hoe laat is het op de klok?



Als de grote wijzer op 15 minuten voor het hele uur staat,
noem je dat kwart voor.

Het is 15 minuten voor 5.
Het is kwart voor vijf.

Slide 10 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
maken
les 1
opdracht 1 blz. 164 tot en met 
opdracht 11 blz. 172


WAT?
KLAAR?

Slide 11 - Tekstslide