Winkel, les 1 en 2: Soorten winkels en De supermarkt

Winkel 

Hoofdstuk 2a - Ompakken
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomiePraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Winkel 

Hoofdstuk 2a - Ompakken

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaat de les over?
- Soorten winkels (winkelvormen)
- Werkzaamheden in een winkel


Slide 2 - Tekstslide

Weet je wat voor een soort winkels er zijn?
- Supermarkt
- Bouwmarkt
- Speciaalzaak
- Warenhuis 
- Drogist 

Slide 3 - Tekstslide

Supermarkt 
Drogist
Bouwmarkt
Speciaalzaak
Warenhuis

Slide 4 - Sleepvraag

Soorten winkels (winkelvormen)?

Slide 5 - Woordweb

Werkzaamheden in een winkel?

Slide 6 - Woordweb

Schappenplan
Vakkenvullen
Prijzen
Kassa 
Spiegelen

Slide 7 - Sleepvraag

De supermarkt
- De supermarkt
- Artikelen in een supermarkt 
- Afdelingen in een supermarkt 

Slide 8 - Tekstslide

Na deze les weet jij:
- Wat een supermarkt is
- Welke artikelen er in een supermarkt verkocht worden
- Wat artikelgroepen zijn
- Welke afdelingen er in een supermarkt zijn

Slide 9 - Tekstslide

De supermarkt
De vorige les hebben we soorten winkelvormen besproken. De bekendste daarvan is de SUPERMARKT. Jullie gaan oefenen met Werken in een winkel in een supermarkt. 

Slide 10 - Tekstslide

Belangrijke woorden
Als je later in een supermarkt gaat werken, zijn er een paar woorden (begrippen) die je moet kennen.

Slide 11 - Tekstslide

Belangrijke woorden
- Artikelen
- Artikelgroep
- Afdeling
- Assortiment


Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn artikelen?

Slide 13 - Woordweb

Foodartikelen
Artikelen die je kunt eten of drinken.

Non-foodartikelen zijn dus artikelen die je niet kunt eten of drinken. vb. tijdschriften, wasmiddelen, etc.

Slide 14 - Tekstslide

Non-foodartikelen zijn de producten die je kunt eten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Een voorbeeld van Non-food artikel is:
A
Bamisoep
B
Ijsjes
C
Wasmiddel
D
Kauwgom

Slide 16 - Quizvraag

Artikelgroep
Een groep artikelen die bij elkaar horen. 

Bijvoorbeeld: Frisdrank ; brood ; groente. 

Slide 17 - Tekstslide

Afdeling
Een artikelgroep ligt in een winkel op een afdeling. 

Bijvoorbeeld: De groente-afdeling & de broodafdeling 

Slide 18 - Tekstslide

Afdelingen in een winkel?

Slide 19 - Woordweb

Kruidenafdeling
Diepvriesafdeling
Vleesafdeling
kant- en klaarafdeling

Slide 20 - Sleepvraag

Uitleg
producten die van melk zijn gemaakt. Deze staan in de supermarkt bij elkaar. 
zuivelafdeling

Slide 21 - Woordweb

Uitleg
Producten die je gebruikt voor persoonlijke verzorging, zoals shampoo, make-up, tandpasta, deo enz. 
Cosmetica

Slide 22 - Woordweb

Assortiment
Het hele aanbod aan artikelen dat een winkel verkoopt.

Bijvoorbeeld: Kleding hoort niet in het assortiment van een supermarkt, want dat verkopen ze niet. 

Slide 23 - Tekstslide

Melk hoort tot het assortiment van een supermarkt?
Uitleg
Dit is waar, want melk wordt verkocht in de supermarkt. Alles wat een winkel verkoopt noemen we het assortiment 
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Appels en peren horen bij dezelfde artikelgroep?
Uitleg
Dit is waar. Ze horen allebij tot de artikelgroep Fruit. Ze liggen ook op dezelfde afdeling. 
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Sleep het juiste woord naar de puntjes
Alle artikelen die in een winkel te koop zijn vormen samen het .....
Artikelen die bij elkaar horen zoals aarbeien, appels, bananen... Noemen we.... 
Een supermarkt, speciaalzaak en warenhuis zijn voorbeelden van ....
Assortiment
Artikelgroep
Winkelvormen

Slide 26 - Sleepvraag

Slide 27 - Tekstslide

Welke kleur heeft de vlees afdeling op
de plattegrond?
A
wit
B
blauw
C
groen
D
roze

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Route in de winkel
Als je in de Jumbo aan het werk bent, kunnen klanten aan jou de weg vragen. 

Het is dan belangrijk dat je met de klant meeloopt en de goede route loopt.


Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag 
Je gaat aan de slag met artikelgroepen en looproutes in een winkel. 

Hiervoor heb je het werkboekje nodig. 

Slide 32 - Tekstslide