Examentraining: examentermen 4.2 t/m 4.2.2

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je beschrijft en benoemt de eigenschappen van een product.
  • Je benoemt de onderdelen van de productmix. 
  • Je legt uit wat een assortimentsdimensie is en benoemt de verschillende assortimentsdimensies. 
  • Je benoemt op welke manieren een product verwantschap met elkaar heeft. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Het fysieke product
Dit is een product wat je vast kan houden en deze heeft dus fysieke/tastbare eigenschappen (gewicht, smaak, geur en afmeting).

Slide 4 - Tekstslide

Uitgebreide product:
Dit is een product met niet-tastbare psychologische voordelen. Een service van de producent die het product aantrekkelijker kan maken. Bijv.: alle soorten service, levering, garantie etc.

Slide 5 - Tekstslide

Het totale product
Deze bestaat uit het uitgebreide product + de eigenschappen + de door de consument daar aan toegekende (emotionele) en afgeleide eigenschappen. Vaak ook symbolische & gevoel Bijv: telefoon maar dan met whatsapp erbij (gebruiksnut, merkimago, status, zelfexpressie).

Slide 6 - Tekstslide

Als je een product uitbreidt met andere dingen die aantrekkelijk zijn,
wat zou dat kunnen zijn?

Slide 7 - Open vraag

Het totale product
Hoort er niet
service
Smaak
Installatie
Betaalopties
Imago
Status
Distibutie
Thuis bezorging
Gevoel
Emotie
Promotie
Prijs
Plaats

Slide 8 - Sleepvraag

Productmix

Slide 9 - Tekstslide

Service en garantie
  • Garantie houdt in dat de producent/verkoper ervoor instaat dat het product aan de beloofde eisen. Bijv.: Als je garantie hebt op een product en het gaat kapot binnen de garantie, dan word het verzekerd door het bedrijf.
  • Service is een andere benaming voor dienstverlening. Naast het leveren van het product kunnen ook problemen opgelost worden en klachten behandeld worden. 

Slide 10 - Tekstslide

Welk element behoort tot de productmix?
A
Distributie
B
Reclame
C
Service

Slide 11 - Quizvraag

Een autodealer vermeldt in een advertentie het gewicht, de laadruimte en het motorvermogen van een bestelauto.

Van welk soort product is sprake in de advertentie?
A
Een fysiek product
B
Een totaalproduct
C
Een uitgebreid product

Slide 12 - Quizvraag

Als een product binnen een vooraf afgesproken termijn kapot gaat, zorgt de fabrikant ervoor dat het kosteloos wordt gerepareerd.

Van welk element van de productmix is dit een beschrijving?
A
Garantie
B
Kwaliteit
C
Service

Slide 13 - Quizvraag

Assortiment
  • Breedte: hoeveelheid productgroepen/producten/merken
  • Diepte: aantal verschillende varianten artikelen binnen artikelgroep
  • Hoogte: gemiddelde prijsniveau producten
  • Lengte: hoe groter de voorraad, hoe langer het assortiment
  • Consistentie (artikelen horen bij elkaar): productie-, koop-, consumptieverwantschap


Slide 14 - Tekstslide

Assortimentdimensies
Breedte - breed of smal
Diepte - diep of ondiep
Lengte - lang of kort
Hoogte - laag of hoog
Consistentie - consistent of inconsistentie 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Waardoor wordt een ondiep assortiment gekenmerkt
A
Artikelen met een lage omzetsnelheid.
B
Artikelen met een lage gemiddelde voorraad
C
Artikelen met weinig productvarianten

Slide 17 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met het begrip breedte van het assortiment?
A
Het aantal eenheden dat per variatie per artikel in voorraad wordt gehouden
B
Het aantal verschillende artikelgroepen dat wordt gevoerd
C
Het aantal verschillende artikelen dat per groep wordt gevoerd

Slide 18 - Quizvraag

Bij welk voorbeeld is er sprake van productieverwantschap?
A
Een groothandel in tuinmeubels levert tuinstoelen met zitkussens
B
Een melkfabriek verkoopt melk en karnemelk
C
Een groothandel in koffie levert ook koeken voor bij de koffie

Slide 19 - Quizvraag

Productieverwantschap
Consumptieverwantschap
Koopverwantschap
brood en koffie
brood en gebak
brood en beleg

Slide 20 - Sleepvraag

De aard en mate samenhang van het assortiment noem je ook wel..
A
artikelvariëteit
B
consistentie
C
assortimentsbeleid
D
kernassortiment

Slide 21 - Quizvraag


Het aantal varianten binnen een groep noem je de [...] van het assortiment.
A
hoogte
B
diepte
C
breedte
D
lengte

Slide 22 - Quizvraag

Als je het aantal artikelen dat een winkel in voorraad heeft aanpast, dan verander je de [...] van het assortiment.
A
diepte
B
hoogte
C
breedte
D
lengte

Slide 23 - Quizvraag