Thema 10 Oorlog en Vrede Blok 1

Thema 10 
Oorlog en Vrede
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en MaatschappijMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 10 
Oorlog en Vrede

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaat Thema 10 over? 
In Blok 1 Discriminatie gaan we kijken naar nationalisme en racisme. En waar dit zijn oorsprong heeft.  En hoe we nu dit nu nog zien...

In Blok 2  De Sovjet-Unie leer je over de geschiedenis, het klimaat het het landschap van Rusland.

In Blok 3 Strijd om macht leer je over De Eerste Wereldoorlog. We kijken naar de geschiedenis van Duitsland, vluchtelingen, de aanleiding, het verloop en de gevolgen van deze oorlog. 

In Blok 4 Tweede Wereldoorlog. Oorzaken, Hitler, gevolgen etc...

Slide 2 - Tekstslide

Bouwstenen Blok 1
Je kan…..
  • uitleggen hoe nationalisme in de negentiende eeuw is ontstaan  
  • een voorbeeld noemen van nationalisme in de 21ste eeuw.
  • het verschil benoemen tussen nationalisme en extreem-nationalisme.
  • drie redenen noemen waarom Europese landen rond 1900 koloniën hadden.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is ook alweer
nationalisme?

Slide 4 - Woordweb

Trots op je land

In de 19e eeuw leefde iedereen nog vooral in zijn eigen dorp of stad. 
Nadat er steeds meer nieuwe vervoermiddelen kwamen en reizen sneller ging, leerden mensen elkaar steeds beter kennen. Mensen voelden zich steeds meer met elkaar en met hun land verbonden. Industrialisatie zorgden voor steeds meer trotse gevoelens...

Als mensen hun eigen land veel beter vinden dan een ander land noemen we dit nationalisme.  In de twintigste eeuw neemt het nationalisme steeds extremere vormen aan. Mensen vinden hun land en hun volk veel beter dan andere... Ze willen er soms zelfs hun leven voor geven...
Hoe is nationalisme in de 19e eeuw ontstaan? 

Slide 5 - Tekstslide

Koloniën
Nederland, Engeland en Spanje waren rond de 17e eeuw de baas is en de gebieden in Noord- en Zuid-Amerika. Na 1900 werden veel gebieden onafhankelijk. Na 1900 werden veel gebieden in Azië veroverd

Vier redenen waarom landen koloniën hadden: 
  1. Landen hadden grondstoffen nodig voor de industrie > olie, katoen etc
  2. Industrie had afzetgebieden nodig om meer producten te verkopen.
  3. Landen wilden zo aanzien en status krijgen > Machtige landen hadden veel gebieden
  4. Europese landen wilden hun 'superieure' beschaving doorgeven > zij legden hun manier van leven aan anderen op. 
Je kan minimaal drie redenen noemen waarom Europese landen koloniën hadden.

Slide 6 - Tekstslide

Koloniën rond 1900
Bekijk deze kaart goed, we kijken een filmpje en dan volgen enkele vragen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Hoe heet de periode tussen 1870 - 1900 waarin Europese landen veel koloniën wilden hebben?
A
Modern Nationalisme
B
Modern Imperialisme
C
Modern Absolutisme
D
Moderne Superioritijd

Slide 9 - Quizvraag

Waarom vonden Europese landen koloniën vroeger zo belangrijk?
A
Vanaf de 19e eeuw was er behoefte aan grondstoffen.
B
Vanaf de 19e eeuw was er behoefte aan buitenlandse arbeiders.
C
Europeanen wilden hun macht overzee uitbreiden.
D
Europeanen wilden afzetgebied voor hun producten.

Slide 10 - Quizvraag

Waarom wordt er in Suriname ook Nederlands gesproken?
A
Suriname was vroeger een kolonie van Nederland.
B
Er woonden vroeger veel mensen uit Suriname in Nederland
C
Veel mensen uit Zuid-Afrika zijn naar Suriname verhuisd.

Slide 11 - Quizvraag

Welke Nederlandse
kolonie wordt hier links
weergegeven?
A
Suriname
B
Curaçao
C
Indonesië
D
Zuid Afrika

Slide 12 - Quizvraag

Welke oorzaak voor modern imperialisme zie je hier?
A
Grondstoffen
B
Afzetmarkt
C
Bemoeien met lokaal bestuur
D
Nationalisme

Slide 13 - Quizvraag

Noteer nu minimaal drie redenen waarom Europese landen koloniën hadden.

Slide 14 - Open vraag

Aan de slag
Les 1 Oorlog en Vrede
Lezen LWB: Blok 1 blz. 10 t/m 16
Maken: 1 t/m 9

timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

3. Oorlog en Vrede
Lezen LWB: Blok 1 blz. 18 t/m 23.
Maken: 10 t/m 16

Slide 16 - Tekstslide

Wat leer je in deze les? 
Je kan na deze les: 
  • uitleggen wat natuurlijke selectie is en hier een voorbeeld bij bedenken.
  • vertellen hoe wetenschappers natuurlijke selectie op mensen toepassen.
  • voorbeelden van rascisme in het verleden en nu noemen.
  • uitleggen dat rassen niet bestaan, maar etnische groepen wel.
 

Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video

Rassen en etnische groepen

Wetenschappers pasten Darwins idee van natuurlijke selectie op mensen toe. Ze deelden mensen in op grond van uiterlijke kenmerken en noemden dat rassen. Er was een geloof dat het ene ras beter was dan het andere. 

Witte mensen dachten dat zij het beste waren. In de VS waren de rassen verplicht gescheiden. Witten mensen gingen niet naar dezelfde wc, school of restaurants als bijvoorbeeld donkere mensen of Joodse mensen. 
We lezen Rassen en Etnische groepen op blz 19 en 20

Slide 19 - Tekstslide

Racisme
De extreemste vorm van racisme was de leer van de nazi's. Zij geloofden dat het Arische ras het beste van de hele wereld was. 

Dit Arische ras moest oorlog voeren en over de wereld heersen. Joden, Slavische volken en donkere mensen zagen zij als minderwaardig. 

Rassen bestaan niet. Er blijken weinig biologische verschillen tussen mensen te zijn. Er bestaan wel etnische groepen. 

Slide 20 - Tekstslide

Haat tegen Joden of anti-semitisme
Hoewel het, officieel, haat richting alle Semitisch sprekende volken betekent, wordt het eigenlijk alleen gebruikt als ander woord voor Jodenhaat

Antisemitisme bestaat al duizenden jaren...
Jodenhaat is gebaseerd op vooroordelen, en niet op basis van feiten:

  • "Joden zien zichzelf als het door God uitverkoren volk"
  • "Joden zijn de moordenaars van Jezus"
  • "Joden beheersen de banken"
  • "Joden zijn uit op wereldmacht"

Slide 21 - Tekstslide

Jodenhaat
Antisemitisme bestond al voor de 20ste eeuw. Voorbeelden van antisemitisme naar Joden. 

  1. De kerk zag hun als de moordenaars van Christus. 
  2. In de middeleeuwen moesten zij in getto's leven. 
  3. Zij mochten geen ambacht beoefenen. Daardoor werden veel joden handelaar of geldwisselaar. Waardoor het beeld ontstond dat zij geldwolven waren. 
  4. Zij werden beschuldigd van het opeten van christelijke kinderen. 
  5. 14de eeuw werden er, tijdens de pestepidemie, pogroms uitgevoerd. 
  6. In veel steden werden joden vermoord omdat zij het drinkwater vergiftigd zouden hebben. 

Slide 22 - Tekstslide

Antisemitisme in de 19e eeuw

Vanaf de 19de eeuw kregen joden in veel landen gelijke burgerrechten. 

 In de middeleeuwen mochten Joden geen ambacht uitoefenen. Gevolg: Veel joden werkten nog steeds in de 19de eeuw kunst, wetenschap en zakenleven. 

Antisemitisme: Tegen de nakomeling van Sem: Dat zijn joden, Arabieren en andere semitische volkeren.

Slide 23 - Tekstslide

Antisemitisme in de 19e eeuw
  • Sommige 'wetenschappen' versterkte het antisemitisme door de Rassenleer. Sociaal Darwinisme
  • Hierin werden de joden niet meer als godsdienst gezien, maar als ras
  • Die  een bedreiging zou vormen voor hun 'eigen' ras. 

Slide 24 - Tekstslide

Antisemitisme in de 19e eeuw 
  • Nationalisme komt in de 19e eeuw sterk op: veel landen/volken willen laten zien dat zij het beste zijn.

  • Hierdoor worden andere  volkeren/culturen als minderwaardig gezien. Gevolg: discriminatie, onderdrukking en geweld

  • Zeer veel geweld (pogroms) tegen joden in Rusland

Slide 25 - Tekstslide



  • Feit is wel dat joden bijna altijd een minderheid zijn geweest, en dat ze, meestal ter bescherming van hun eigen identiteit, sterk vasthielden aan eigen godsdienst, cultuur en tradities.
  • Dat maakte ze 'vreemd' en 'eng' voor de meerderheid 






Slide 26 - Tekstslide

Joden in Nederland
  • Na de Middeleeuwen konden joden in de  Republiek redelijk in vrijheid leven en mochten ze hun eigen geloof beoefenen

  • Amsterdam had de grootste Joodse gemeenschap van Europa: 20.000 Joden (rond 1795)

  • Joden werden soms welvarend als juwelier, handelaar en bankier

Slide 27 - Tekstslide

Jiddische woorden in de Nederlandse taal
Jiddisch is een Hebreeuws-Duitse mengtaal van de Joden die zich in de 19e eeuw uit Oost-Europa in de Nederlanden vestigden

bolleboos, gabber, gein, jatten, kapsones, bajes, gozer, pleite, mazzel, tof, jatten, stiekem, lef, smeris, smoes, snaaien, lawaai, heibel, enz. 

Slide 28 - Tekstslide

Denken jullie dat antisemitisme nog voorkomt? Licht je antwoord toe.

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Video

Aan de slag! 
Lezen LWB: Blok 1 blz. 18 t/m 23.
Maken: 10 t/m 16

timer
15:00

Slide 31 - Tekstslide