gedrag

Gedrag
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Gedrag

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
weten wat gedrag is
weten hoe gedrag wordt veroorzaakt
weten hoe je gedrag kunt beïnvloeden

Slide 2 - Tekstslide

Wat is gedrag?
A
Alles wat een mens of een dier doet
B
Alles wat je voelt en daarop doet
C
De prikkels waarop je reageert

Slide 3 - Quizvraag


Wat is gedrag?

- Gedrag is alle waarneembare handelingen van een mens of dier.

- Inwendige prikkels (honger!)
- uiwendige prikkels (eten zien)

Slide 4 - Tekstslide

gedragsketen
Mensen en dieren hebben altijd een stappenplan voor hun gedrag. Zo'n stappenplan noem je een gedragsketen. 

Slide 5 - Tekstslide

Waar komt gedrag vandaan?
Met zintuigen krijg je constant prikkels binnen. Deze prikkels worden een impuls die bij je hersenen komt. Als de prikkel sterk genoeg is, ga je reageren. Dit heet een "respons"
Deze respons is gedrag, want je doet iets.

Slide 6 - Tekstslide

Welke betekenis past het beste bij de definitie van gedrag?
A
De buurman uitschelden, omdat hij lawaai maakt.
B
Je ziet een blikje drinken. Je maakt het blikje open.
C
alle waarneembare handelingen van een mens of dier.
D
alle dingen die bewegen en leven.

Slide 7 - Quizvraag

wat is een respons?
A
reageren op prikkels
B
prikkels waarnemen
C
een signaal naar de hersenen
D
een signaal vanaf de hersenen naar spieren

Slide 8 - Quizvraag

Welk gedrag kiezen dieren?
gedrag dat ........
A
Voor hun het beste uitkomt
B
Voor hun het leukst is
C
De kans op overleven het grootst maakt
D
Zomaar, ze denken er niet over na

Slide 9 - Quizvraag

Inwendig/uitwendig
Net zoals bij je skelet, kunnen prikkels inwendig en uitwendig zijn. Uitwendig betekent van buiten het lichaam, dus een geur, of een klap die je krijgt.

Een inwendige prikkel komt vanuit het lichaam, zoals honger.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat was de motivatie van de dolfijnen?

Slide 12 - Open vraag

Nieuw gedrag
Alles en iedereen leert, altijd. Gedrag kun je dus ook leren. Denk aan een hond die je traint. Denk aan leren eten met mes en vork of stokjes.
Soms is bepaald gedrag er al vanaf de geboorte. Dit komt door erfelijke factoren, want niemand heeft het ze aangeleerd. Eten als je honger hebt bijvoorbeeld heeft niemand je geleerd, dat kon je al.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Gedrag
Gedrag bestaat uit handelingen die met elkaar samenhangen en een doel hebben. 
Bepaalde handelingen volgen elkaar op in een vaste volgorde en het effect van de ene handeling leidt tot een volgende.
Dit noem je een gedragsketen

Slide 15 - Tekstslide

Vormen van leren
  • Imitatie
  • oefenen
  • inprenting
  • gewenning 
  • proefondervindelijk leren
  • Inzicht
  • conditioneren (leren door belonen en straffen)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Welke vorm van leren laat de kraai zien?
A
inprenting
B
oefenen
C
gewenning
D
inzicht

Slide 18 - Quizvraag

Sociaal gedrag
Gedrag wordt bij veel dieren beïnvloed door soortgenoten. 

Gedrag van soortgenoten naar elkaar noem je sociaal gedrag.
Een prikkel of handeling bij sociaal gedrag noem je een signaal.

Slide 19 - Tekstslide

Observatie en interpretatie
Een bepaald signaal kan een verschillende betekenis hebben. 

Wat je observeert (wat je waarneemt) kan je op verschillende manieren interpreteren (kan je een betekenis aan koppelen)

Slide 20 - Tekstslide

Welke emotie toont deze chimpansee?

Slide 21 - Open vraag

Ethogram
Benoemen van handelingen van een dier. 
Objectief, dus zonder interpretatie. 

Slide 22 - Tekstslide

Protocol

Slide 23 - Tekstslide

Maak de opdrachten 
van 5.5

Slide 24 - Tekstslide