Polderlandschap

 Planning
11:30-11:35 binnenkomst
11:35-11:38 planning
11:38-11:48  lezing waterwerken
11:48-12:20 aan de slag met de opdracht
12:20-12:40 workshop tijd
12:40-12:50 afronden/quiz LessonUp

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

 Planning
11:30-11:35 binnenkomst
11:35-11:38 planning
11:38-11:48  lezing waterwerken
11:48-12:20 aan de slag met de opdracht
12:20-12:40 workshop tijd
12:40-12:50 afronden/quiz LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Planning
13:15-13:20 binnenkomst
13:20-13:23 planning
13:23-13:33 Lezing waterwerken
 13:33-14:05 Aan de slag met de opdracht
14:05-14:25: Workshoptijd
14:25-14:35 afronden/quiz LessonUp

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
• Je beschrijft en verklaart de waterwerken die Nederland beschermen tegen de zee.
• Je beschrijft en waardeert de waterwerken die Nederland beschermen tegen de zee.
• Je beschrijft kenmerken van het Nederlandse polderlandschap.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Droogte
Betekenis: een lange periode waarin geen neerslag valt. 
Er zijn drie criteria nodig om te spreken van droogte:
* Lange tijd geen neerslag
* minder water in rivieren en meren
* Onvoldoende vocht in de bodem voor planten om te groeien.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 soorten
Fysiek watertekort: Als er te weinig water is in een gebied om aan de behoefte van mensen te voldoen. Denk aan een woestijngebied.
Economische watertekort: Als de overheid er te weinig aan doet om water naar de mensen te brengen. Geen waterleidingen etc.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overstroming
= wanneer een stuk land dat normaal droog is, onder water staat.

piekafvoer- verhoogde hoeveelheid water  die riveren moeten afvoeren. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zeespiegel in Nederland
  • De zeespiegel zegt iets over 
de hoogte van de zee. 
  • Een groot deel van Nederland 
ligt lager dan de zeespiegel. 

Slide 7 - Tekstslide

Geef uitleg over de zeespiegel en benoem en leg het plaatje uit
Duinen
  • De wind blaast zand op 1 grote heuvel, de duin. 
  • Planten en helmgras 
zorgen ervoor dat de duin 
heel stevig blijft staan.
  • Natuurlijke "dijk"

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dijken
  • zeewaterkerende dijken
  • rivierwaterkerende dijken
  • binnenwaterkerende dijken

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duinen
Dijken

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland zonder dijken

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waterkering
Een waterkering houdt het zee water tegen bij een storm. Deze zijn gebouwd na de grote watersnoodramp in 1953. Bij een storm gaat de waterkering dicht. Als er geen storm is kan het water in en uit stromen zoals bij eb en vloed bijvoorbeeld.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waterkeringen 
  • Waar? -> bij riviermonding
  • Wat? -> houdt zeewater tegen

Slide 14 - Tekstslide

Op sommige plaatsen kunnen geen dijken worden gebouwd, dit zijn de riviermondingen. 
Waterkeringen 
Gaat dicht wanneer zeespiegel hoger is dan het water van de rivier
Gaat open wanneer zeespiegel lager is dan het water van de rivier

Slide 15 - Tekstslide

Geef uitleg over dat als er geen waterkeringen waren, het land eromheen zou overstromen.
Dam
Een dam is een verhoogd stuk land dat twee waterwegen van elkaar scheid. Een dam kan niet open maar je kunt er met je scheepje wel doorheen met bijvoorbeeld een sluis. Een dam zorgt ervoor dat het water wordt tegengehouden bij goed en slecht weer. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Expert opdracht: kustverdediging
In groepjes van 3 of 4 gaan jullie een PowerPoint maken.  
Elke lid krijgt een onderwerp:
(1) Duinen - (2)Stormvloedkeringen- (3)(zee)dijken - (4)dammen/sluizen
Je wordt expert in dit onderwerp.
Je maakt een Powerpoint van jouw onderwerp
Aan het eind (na +-20 min) presenteer je jouw Powerpoint aan je groepsgenoten 
Powerpoint inleveren in Classroom

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
Stamgroep

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar haal je info?
  • Learning Portal
  • https://www.waterschappen.nl/educatie/
  • Medegroepsgenoot
  • Internet
  • In Classroom staan meer suggesties

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De polder
Een polder is een gebied dat lager ligt dan de zeespiegel. Daarom moet het waterpeil in een polder geregeld worden. Vroeger werd het waterpeil geregeld met molens. Later werden hiervoor stoomgemalen gebruikt. Tegenwoordig gebruikt men overal elektrische of dieselgemalen.

De gemalen pompen het overtollige water in een rivier of kanaal. In een droge zomer wordt soms water in een polder gepompt. Dat doen ze om te zorgen dat de grond in de polder niet te droog wordt.

Om een polder liggen dijken. Deze houden het water uit de rivier tegen. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent afkorting NAP
A
Nederlands Algemeen Peil
B
Nederlands Amsterdams Peil
C
Nationaal Algemeen Peil
D
Normaal Amsterdams Peil

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de grassoort die we veel in de duinen tegenkomen?
A
Hemelgras
B
Helmgras
C
Halalgras
D
Hummelgras

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De natuurlijke bescherming tegen de Noordzee zijn...
A
Dijken
B
Dammen
C
Duinen
D
Stranden

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang is de strook duinen langs de Nederlandse kust?
A
2500 km
B
150 km
C
250 km
D
500 km

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De duinen werden gemaakt door...
A
mensen
B
wind, zee en beplanting
C
grote zandgraafmachines
D
zee end bewegende aardkorstplaten

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het lichtblauwe deel van Nederland?
A
Hoog Nederland
B
De randstad
C
West Nederland
D
Laag Nederland

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als er te weinig water is in een gebied om aan de behoefte van mensen te voldoen
A
Economische water tekort
B
Fysiek watertekort

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een polder?
A
Een stuk veen
B
Een overgelopen sloot
C
Een gebied zonder dijken
D
Een gebied met een kunstmatige waterstand, met dijken

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de lange dijk tussen Friesland en Noord Holland?
A
Noorddijk
B
Lelydijk
C
Afsluitdijk
D
Ijsselmeerdijk

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was er vroeger op de plaats van Flevoland?
A
boerenland
B
bos
C
water
D
18 eilanden

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat betekent:
de waterspiegel
A
je spiegelbeeld in het water zien
B
de grens tussen water en land
C
de hoogte van het zeewater
D
ijs dat smelt

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies