1B Engels week 16 Niek/Ben

• Engels
• Voortgezet speciaal onderwijs

To write a card to Wietske

Ik ken het verschil tussen de present simple en present continuous

Verder werken aan Lesson 4

Wat is ook alweer de present simple en wanneer gebruik ik die?

Wat is ook alweer de present continuous en wanneer gebruik ik die?

Engels

week 16

Afmaken Lesson 4

Hebben we alle doelen behaald?

Leren woordjes lesson 3 en 4

Dus:

Present simple vs.	Present continuous
Wanneer: Als iets altijd, vaak of nooit gebeurt	Wanneer: Als het nu aan de gang is
Vorm: ww + s bij she/he/it: 'shit rule'	Vorm: vorm van to be + ww + ing
Voorbeelden: She eats an apple	Voorbeelden: She is eating an apple
We eat muesli every day	We are eating muesli now

Kies welke vorm is gebruikt in de zin:
Rebecca is watching Netflix.

1. Present simple
2. Present continuous

Lucy lives in London.

1. Present simple
2. Present continuous

She is playing the piano.

1. Present simple
2. Present continuous

I am playing football.

1. Present simple
2. Present continuous

Does it rain a lot in spring?

1. Present simple
2. Present continuous

Vul de goede vorm in.
I ....... at the moment.

1. work
2. am working

He ..... to work every day.

1. is driving
2. drives

Gebruik de present simple:
She .... the piano.

1. plays
2. is playing

Gebruik de present continuous:
She .... the piano.

1. plays
2. is playing

De shit-rule hoort bij?

1. Present simple
2. Present continuous

Aan de slag!

KGT: blz. 181-184 opdr. 6 t/m 10, 13

Klaar? Woordjes leren lesson 3 en 4 in de study box!

Je kunt eventueel online oefenen met woordjes leren.