H8.1 Waarom de grens over? pincode

Welkom!
Inloggen LessonUp en boek op tafel. 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Inloggen LessonUp en boek op tafel. 

Slide 1 - Tekstslide

Planning deel 1:
  • Uitleg theorie
  • oefenvragen
  • Uitleg theorie
  • Zelfstandig werken
Planning deel 2:
  • Uitleg rekenopdrachten 1
  • oefening 1
  • Uitleg 2
  • Oefening 2
  • Zelfstandig werken 

Slide 2 - Tekstslide

lesdoelen H8.1
Je leert:
  • Wat importeren en exporteren is.
  • Wat een betalingsbalans is.
  • Wat een gesloten en open economie is.

Slide 3 - Tekstslide

import en export
Nederland koopt goederen en diensten uit het buitenland = importeren. 
Nederland verkoopt ook goederen en diensten naar het buitenland = exporteren. 

Slide 4 - Tekstslide

Waarom denk je dat Nederland producten importeert en exporteert?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

betalingsbalans

De betalingsbalans geeft een overzicht van betalingen van / uit het buitenland voor goederen en diensten. Het verschil tussen betalingen aan en ontvangsten uit het buitenlandnoem je het saldo van de betalingsbalans.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is geen vorm van internationale handel?
timer
1:00
A
Nederland verkoopt aan China.
B
Duitsland koopt van Nederland.
C
Brussel koopt van Londen.
D
Amsterdam verkoopt aan Eindhoven.

Slide 8 - Quizvraag

Als jij een smartphone in China koopt, staat dat ..
timer
1:00
A
Als import op de handelsbalans
B
Als export op de handelsbalans
C
Als import op de dienstenbalans
D
Als export op de dienstenbalans

Slide 9 - Quizvraag

Als een Nederlander transport regelt voor een Duits bedrijf, staat dat ..
timer
1:00
A
Als import op de handelsbalans
B
Als export op de handelsbalans
C
Als import op de dienstenbalans
D
Als export op de dienstenbalans

Slide 10 - Quizvraag

Als een Engelse supermarkt Nederlandse kaas verkoopt, staat dat ..
timer
1:00
A
Als import op de handelsbalans
B
Als export op de handelsbalans
C
Als import op de dienstenbalans
D
Als export op de dienstenbalans

Slide 11 - Quizvraag

Open- en gesloten economie
Open economie: wanneer je veel import en export hebt als land
Voorbeeld: Nederland

Gesloten economie: wanneer je weinig handelt als land
Voorbeeld: Noord-Korea

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

Zelfstandig werken
Maak opdracht 1 t/m 6 op blz. 220 en 221. Tijd tot het einde van het lesuur. 

  • Je mag met elkaar fluisterend overleggen.  
  • Als je vragen hebt probeer eerst met je buur(man/vrouw) te overleggen. Kom je er samen niet uit, steek dan je hand op dan kom ik helpen.

Slide 14 - Tekstslide

Deel 2: rekenopdrachten

Slide 15 - Tekstslide

Berekening 1:
  • Import kost geld. Wat wij daaraan betalen heet invoerwaarde. Invoerwaarde = ingevoerde hoeveelheid x prijs per eenheid.

  • Export levert geld op. Wat wij verdienen noem je uitvoerwaarde. Uitvoerwaarde = uitgevoerde hoeveelheid x prijs per eenheid.



Slide 16 - Tekstslide

In 2021 exporteerde Nederland 944 miljoen kilo rundvlees voor gemiddeld € 1,45 per kilo. Bereken de uitvoerwaarde van rundvlees.
A
€ 1.368.800.000
B
€ 1.468.800.000
C
€ 1.568.800.000
D
€ 1.668.800.000

Slide 17 - Quizvraag

Berkening 2:
Nationaal inkomen = alle inkomens in Nederland samen.
Om het belang van van import en export voor een land te berekenen zijn er twee berekeningen:
  1. Importpercentage = totale inkoopwaarde : nationaal inkomen x 100%
  2. Exportpercentage = totale uitvoerwaarde : nationaal inkomen x 100%

Slide 18 - Tekstslide

Het nationaal inkomen van Nederland is 818 miljard. De invoerwaarde is € 312 miljard en de uitvoerwaarde is € 543 miljard. Bereken het importpercentage.
A
38,14%
B
39,14%
C
20,14%
D
21,14%

Slide 19 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Maak opdracht 1 t/m 11 op blz. 220 t/m 223. Tijd tot het einde van het lesuur.

  • Je mag met elkaar fluisterend overleggen.
  • Als je vragen hebt probeer eerst met je buur(man/vrouw) te overleggen. Kom je er samen niet uit, steek dan je hand op dan kom ik helpen.

Slide 20 - Tekstslide