Week 5, H6.4

Burgerschap week 5
H6.4 Welke straf is rechtvaardig?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap week 5
H6.4 Welke straf is rechtvaardig?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Doelen
Test
Uitleg H6.4
Stellingen
Doelen controleren
Huiswerk / afsluiten


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
  • Je kent het verschil tussen een overtreding en een misdrijf.
  • Je kunt uitleggen waarom een straf volgens jou wel of niet rechtvaardig is.
  • Je bent je bewust van feiten die de uitspraak van een rechter beïnvloeden. 


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je veroorzaakt een zwaar ongeval omdat je geen voorrang gaf.
A
Een overtreding
B
Een misdrijf

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dronken op je scooter rijden
A
Een overtreding
B
Een misdrijf

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

120 KM/H rijden waar je maar 100 KM/H mag is een...
A
Een overtreding
B
Een misdrijf

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iemand met opzet verwonden is een...
A
Een overtreding
B
Een misdrijf

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

H6.4 Welke straf is rechtvaardig?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Straf
Wet overtreden?

Strafbaar feit

Wetboek van Strafrecht

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 soorten strafbare feiten

Slide 10 - Tekstslide

Vraag aan de klas: Welk 2 soorten strafbare feiten hebben we in Nederland?

2 soorten strafbare feiten
Overtreding 
Misdaad
Lichte strafbare feiten:
Overtreden van een regel
Zwaardere strafbare feiten:
Schade aan personen en/of goederen

Slide 11 - Tekstslide

Vragen aan de klas: Noem eens voorbeelden van een overtreding en van een misdaad
2 soorten strafbare feiten
Overtreding 
Misdaad
Lichte strafbare feiten:
Overtreden van een regel
Zwaardere strafbare feiten:
Schade aan personen en/of goederen
Voorbeelden:
- Straatvervuiling
- Openbare dronkenschap
- Verkeerd parkeren
Voorbeelden:
- Rijden onder invloed
- Moord
- Diefstal 
Straf: 
Straf:

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 soorten strafbare feiten
Overtreding 
Misdaad
Lichte strafbare feiten:
Overtreden van een regel
Zwaardere strafbare feiten:
Schade aan personen en/of goederen
Voorbeelden:
- Straatvervuiling
- Openbare dronkenschap
- Verkeerd parkeren
Voorbeelden:
- Rijden onder invloed
- Moord
- Diefstal 
Straf: Geldboete / taakstraf
Straf: Strafblad + boete / taakstraf / gevangenisstraf 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik overtreed de wet, wat dan?
Bij een strafbaar feit heeft het Openbaar Ministerie (OM) de leiding over het strafrechtelijk onderzoek.


Een officier van justitie leidt namens het OM het onderzoek van de politie.

Als er een verdachte in beeld is, dan wordt deze opgepakt door de politie.
- verhoor - officier van justitie - vervolging en welke straf.
- dagvaarding - vonnis van rechter.

Als de verdachte is veroordeeld, is hij geen verdachte meer maar dader.


Slide 14 - Tekstslide

Extra: Vertellen wat voor soort feiten de uitspraak van de rechter beïnvloeden, denk hierbij aan een stoornis waardoor de verdachte deels ontoerekeningsvatbaar is. Of als de dader bijvoorbeeld zijn excuses aanbied en oprecht schuldbewustzijn toont. 
Iets om over na te denken
Hoe hoger iemands inkomen, hoe hoger de boete.

Een crimineel moet strafvermindering krijgen als hij besluit te getuigen tegen andere criminelen. 

Om te zorgen dat mensen minder overtredingen en misdrijven begaan, moet er zwaarder gestraft worden. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stellingen
Beschrijf hoe je je ontwikkeld hebt ten aanzien van de volgende stellingen. Doe dit in vier tot zeven zinnen. Voeg eventueel een bewijs toe. 

1.2 Ik (h)erken de normen en waarden van onze samenleving en handel hiernaar.
1.6 Ik kan een afweging maken tussen individuele belangen en collectieve belangen
3.7 Ik houd mij aan de regels en wetten die in Nederland gelden.
3.10 Ik zet mij in voor een betere wereld. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Doelen controleren
Je kent het verschil tussen een overtreding en een misdrijf.
Je kunt uitleggen waarom een straf volgens jou wel of niet rechtvaardig is.
Je bent je bewust van feiten die de uitspraak van een rechter beïnvloeden. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overtreding 
Misdrijf
Zware strafbare feiten
Geldboete of taakstraf
Lichte overtreding
Personen in gevaar brengen
Wildplassen
Rijden onder invloed

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
Volgende week: 
Hoofdstuk 4: Waar geef ik mijn geld aan uit?

Huiswerk:
H6.4 opdracht 5
Denk ook aan opdracht 5 van H6.1 t/m H6.3!
Maak een Word-document aan. Schrijf hierin de vragen en antwoorden. Lever dit in op Cumlaude. 



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies