V5B les 2 over 16e - 19e eeuw

WELKOM
bij de instructieles Nederlands van 7 oktober over de literatuur van de 16e-19e eeuw
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM
bij de instructieles Nederlands van 7 oktober over de literatuur van de 16e-19e eeuw

Slide 1 - Tekstslide

onderwerpen
- bespreken literaire genres 16e/17e eeuw;

- bespreken opdracht toneelstuk.

Slide 2 - Tekstslide

literaire genres 16e/17e eeuw
kunststroming: renaissance = wedergeboorte (baseren op 
                                                oude Griekse en Romeinse kunst)
- toneel: tragedie, komedie, klucht;
- emblematiek;
- sonnet (geïnspireerd door Petrarca);
- liedboeken (vooral voor de jeugd);
- reisverhalen (het enige gewaardeerde proza).

Slide 3 - Tekstslide

TONEEL
- 3 toneelgenres;
- translatio, imitatio, aemulatio;
- op de volgende slide vind je de belangrijkste kenmerken van 
                                                                           de 3 genres.

Slide 4 - Tekstslide

                    tragedie

- hooggeplaatste personages;
- hoogdravend/verzorgd taalgebruik;
- held gaat ten onder;
- 5 bedrijven gescheiden door 
   4 reien;
- eventueel 3 eenheden: tijd, plaats, 
    handeling
komedie en klucht
komedie:
- gewone burgers;
- dagelijks taalgebruik;
- dagelijks leven/komische situaties/spotten 
   met burgerlijke moraal;
- goede afloop.

klucht:
- personages laag op maatschappelijke ladder: 
  dieven, hoeren, boeren;
- boers taalgebruik + schelden, vloeken etc;
- primaire driften: vreten, zuipen, vrijen ;
- goede afloop.

Slide 5 - Tekstslide

emblematiek
emblema = "plaatje met een praatje" (mv emblemata)

utile dulci = lering en vermaak
3 delen:     motto = opschrift
                  pictura = plaatje
                  subscriptio = onderschrift

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

sonnet
dichtvorm:
- 14 regels: oktaaf = 2 kwatrijnen + sextet = 2 terzinen;
- rijmschema abba abba cde dec;
- wending/volta/chute (inhoudelijk) meestal na octaaf;
- utile dulci;
- inspiratie van Italiaanse dichter Petrarca: hemellichamen als 
       beeld, onbereikbare geliefde, liefdesklacht van de minnaar.
.

Slide 10 - Tekstslide

Mijn lief, mijn lief, mijn lief

 

Mijn lief, mijn lief, mijn lief; soo sprack mijn lief mij toe,
Dewijl mijn lippen op haer lieve lipjes weiden.
De woordtjes alle drie wel claer en wel bescheiden
Vloeiden mijn ooren in, en roerden (‘ck weet niet hoe)

Al mijn gedachten om staech maelend nemmer moe;
Die ‘t oor mistrouwden en de woordtjes wederleiden.
Dies ick mijn vrouwe bad mij claerder te verbreiden
Haer onverwachte reên; en sij verhaelde’ het doe.




O rijckdoom van mijn hart dat over liep van vreuchden!
Bedoven viel mijn Siel in haer vol hart van deuchden;
Maer doe de Morgenstar nam voor den dach haer wijck,

Js, met de claere Son, de waerheit droef verresen.
Hemelsche Goôn, hoe comt de Schijn soo naer aen ‘t Wesen,
Het leven droom, en droom het leven soo gelijck?



Pieter Corneliszoon Hooft (1581-1647)

 
 

Slide 11 - Tekstslide

Sonnet met toverspiegel

 
En Trump stond in zijn witte ochtendjas
En vroeg de toverspiegel aan de wand:
‘Wie is de allermooiste in het land?’
De toverspiegel sprak. Het antwoord was:


‘Obama.’ Trump was razend. ‘Ik, niet hij,
ben een stabiel genie. Ik maak de natie
zo groot als ik. Bij wiens inauguratie
was méér volk op de been?’ De spiegel zei:




‘Dat was bij de inauguratie van
Obama.’ Trump ontplofte. Uit frustratie
smeet hij de toverspiegel toen aan scherven


en startte hij een oorlog met Iran,
omdat Obama deals sloot met die natie
en om Obama’s vrede te bederven.

                                      Ilja Leonard Pfeijffer

Slide 12 - Tekstslide

overige genres
- liedboeken: liefdesliederen die de jeugd met elkaar zong;
    - dienden om erotische gevoelens te kanaliseren

- reisverhalen: een soort logboeken van reizen; naast het 
               ambtelijke proza was er alleen voor deze verhalen 
               waardering, niet voor verzonnen verhalen.

Slide 13 - Tekstslide

opdracht toneelstuk
- gekozen toneelstuk lezen;
- beantwoord hierbij de leesvragen (zie elo-map toneelstukken);
- in tweede week na toetsweek presenteren aan de klas (10 min);
   - Blok 4: ultrakorte samenvatting, toneelgenre met      
      kenmerken, kenmerken 17e-eeuwse literatuur, probleem 
      hoofdpersonage en het verloop ervan, andere personages, 
      vergelijking met 21e-eeuwse problematiek, beeldmateriaal;
   - klasgenoten moeten belangrijkste kenmerken kunnen onthouden.

Slide 14 - Tekstslide

tot slot
- maak afspraken over de opdracht toneelstuk;
- 3 exemplaren te leen in mediatheek, dus wisselen;
- 1 exemplaar te lezen op het lesplein tijdens werkles;
- Gijsbrecht van Amstel volledig op elo;
- zelfstandig onderzoek doen naar het stuk;
- verder werken aan de module (16e/17e eeuw afmaken).

Slide 15 - Tekstslide