Talent hoofdstuk 4: lezen

• Nederlands
• ISK

Talent hoofdstuk 4: lezen

Hoe gaat het met jullie vandaag?

😀 😐 😡

Nederlands!

Lesplanning:

1. Opstart (5 minuten)

2. Uitleg verkennend lezen (5 minuten)

4.  Toets inplannen (5 minuten)

5. oefenen lezen (15 minuten)

6. Afsluiting en huiswerk opgeven (5 minuten)

Aan het einde van de les

Groepje 1 en 2:

1. heb ik geoefend met verkennend lezen

Groepje 1: heb ik geoefend met de kernzin herkennen

Groepje 2: Heb ik mijn DISK toets verbeterd. 

Toets inplannen

Volgende week woensdag gaan wij een toets maken:

Groepje 1: Talent hoofdstuk 3 (versie B)

Groepje 2: DISK film (gevorderd)

Toetsen 

1. De toets Talent gaan we herkansen. 

waarom?-> jullie hadden goed geleerd, maar het was een nieuw soort toets. Dat zien we terug in het resultaat. 

Daarom-> Groepje 1 gaat de toets Talent nog een keer doen (maar een andere versie)

Verkennend lezen

Verkennend lezen is een tekst snel lezen. Dit doe je als je alleen maar sommige informatie uit een tekst moet halen. 

opdracht maken

wat: opdracht 1 en 2 maken (blz 24)

hoe: alleen, in stilte

hulp nodig: steek je hand op

hoelang: 10 minuten

klaar -> ga verder met het oefenblad. 

Wat ga je doen

groepje 1 oefenen met de kernzin herkennen

Groepje 2: Disk toets verbeteren

Groepje 1:

wat: kernzin en hoofdzaken opschrijven

hoe: op de tekst

hoelang: 15 minuten

Groepje 2: 

wat: Disk toets antwoorden verbeteren

hoe: op de toets

hoelang: 15 minuten

Nederlands!

Hoe gaat het met jullie vandaag?

😀 😐 😡

Lesplanning:

1. Opstart (5 minuten)

2. signaalwoorden (5 minuten)

3. oefenen signaalwoorden (10 minuten)

5. oefenen lezen (15 minuten)

6. Afsluiting en huiswerk opgeven (5 minuten)

Aan het einde van de les:

1. Groepje 1 en 2:

weet ik wat een signaalwoord is

Groepje 1: kan ik 2 tekstdoelen noemen

Groepje 2:  Heb ik de woorden voor DISK geleerd

signaalwoorden

Signaalwoorden zijn woorden die aangeven dat er een bepaalde soort tekst komt. 

bijvoorbeeld:

als eerste..............

signaalwoorden tegenstelling

Een tegenstelling is als er iets wordt gezegd dat tegen de vorige zin in gaat. 

Voorbeeld: 

Ik eet gezond, maar ik eet ook snoep.

Ik ben niet lui, maar in het weekend doe ik niets. 

...................

Signaalwoorden tegenstelling:

Maar

daarentegen

echter

toch

integendeel

betekenis: maar

opdracht maken:

wat: opdracht 4 en 5 maken

hoe: samen en alleen. pratend en niet pratend. stil, maar wel geluid.

hulp nodig: steek je hand op

klaar? ->Groepje 1: opdracht 6 en 7

Groepje 2: werkwoorden vervoegen. 

Nederlands!

Hoe gaat het met jullie vandaag?

😀 😐 😡

Lesplanning:

1. Opstart (5 minuten)

2. vragen voor de toets (10 minuten)

3. oefenen woorden (20 minuten)

4. afsluiting (5 minuten)

Aan het einde van de les:

1. Groepje 1 en 2: 

heb ik met de woorden geoefend

Maken opdrachten

wat: maak opdracht 1+2

hoe: samen en alleen, pratend en niet pratend. Stil, maar toch met geluid

hoelang: 20 minuten

klaar: woordenlijst invullen