NN2 Blok 3 H3 woordenschat: voorvoegsels les 1

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

NN2 H3 Woordenschat: 
voorvoegsels 
les 1

Slide 2 - Tekstslide


Lesdoel:
  1. Ik ken de betekenis van veelvoorkomende voorvoegsels
  2. Ik kan de betekenis van woorden vinden met behulp van voorvoegsels
  3. Ik ken de betekenis van de woorden en uitdrukkingen van dit hoofdstuk

Slide 3 - Tekstslide

 Instructiefilmpje

Slide 4 - Tekstslide

Voorvoegsels
Sommige woorden bestaan uit een woord en een voorvoegsel. 
Bijvoorbeeld: De heropening van de winkel was een succes. 
Her betekent opnieuw. 
Heropenen is dus opnieuw openen.
Een voorvoegsel kan je helpen de betekenis van het woord te vinden.

Voorvoegsels die veel voorkomen, zijn:
non- = niet, zonder
on- = niet
mis- = verkeerd, fout
wan- = slecht, verkeerd
her- = weer, opnieuw
ex- = niet meer, van vroeger
inter- = tussen (twee of meer gebieden)

Slide 5 - Tekstslide

Lees tekst 1 op bladzijde 77 van je boek.
Zoek de betekenissen van de woorden
pas (gebeurd)

aanrader
zeker weten
snel
vanaf het tijdstip dat
uitvoerig
recent (al 1)
dringend (al 2)
advies (al 2)
absoluut (al 2)
sinds (al 3)
uitgebreid (al 4)

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is kunststof in alinea 1?


A
Erg mooie stof
B
niet-natuurlijke stof
C
Werk van een kunstenaar

Slide 7 - Quizvraag


Wat betekenen onbedoeld (al. 1), onherkenbaar (al. 3) en onverwoestbaar (al. 4)?













Wat betekenen onbedoeld (al. 1), onherkenbaar (al. 3) en onverwoestbaar (al. 4)?











Wat betekenen onbedoeld (al. 1), onherkenbaar (al. 3) en onverwoestbaar (al. 4)?








Wat betekenen onbedoeld (al. 1), onherkenbaar (al. 3) en onverwoestbaar (al. 4)?

Slide 8 - Open vraag

Welk synoniem voor biljetten (al. 1) staat in alinea 2?


Slide 9 - Open vraag

Vul twee voorbeelden in van media (al. 3) die niet in de tekst staan.

Slide 10 - Open vraag

Maak van superhandig (al. 3) een tegenstelling door een ander toevoegsel te gebruiken.

Slide 11 - Open vraag


Waarom vindt men het nieuwe briefje een belediging (al. 3) voor de Engelse koningin?

Slide 12 - Open vraag

Wat betekent misbaksel in alinea 3?

Slide 13 - Open vraag

Wat betekent de afkorting i.p.v.?
Gebruik zo nodig je woordenboek.


Slide 14 - Open vraag

Wat hoort bij elkaar?
grove vergissing, flater, blunder
kleiner te worden
in gebruik genomen
onderworpen
gebruikt om iets van te maken
verdeeld over een groot gebied
overdreven aandacht
verspreidt
miskleun
te krimpen
verwerkt
blootgesteld
in omloop gebracht
ophef

Slide 15 - Sleepvraag

Wat hoort bij elkaar?
gewone
aanbevolen
uitslagen
in elk geval
plotseling verschenen
verbazingwekkend
kleiner en rimpelig geworden
hoe dan ook
opzienbarend
resultaten
aangeprezen
gebruikelijke
verschrompelde
opgedoken

Slide 16 - Sleepvraag


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Hoe ging het vandaag?
  3. Wat is het huiswerk:

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk:

Maak opdracht 
1 en 2 (76-78)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide